|
Hoofdlijnen uit de begroting van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat en het Infrastructuurfonds
VEILIGHEID, BEREIKBAARHEID, LEEFBAARHEID EN INNOVATIE IN EEN DYNAMISCHE DELTA De welvaart groeit, de economie groeit en ook de mobiliteit van personen en goederen groeit. Dat legt een druk op bestaande infrastructuur en vraagt om slimme oplossingen om Nederland bereikbaar te houden. In de begroting is dan ook een aantal investeringsimpulsen opgenomen voor onder meer het Bereikbaarheidsoffensief Randstad, veiligheid op het spoor, versnelling van projecten in het openbaar vervoer en benutting van rijkswegen. De ontwikkelingen in de datacommunicatie en de ICT-markt gaan razendsnel en Verkeer en Waterstaat volgt die ontwikkelingen op de voet. Klimaatverandering, een stijgende zeespiegel en toenemende neerslag beïnvloeden het bereikte evenwicht in de waterstromen in ons land. Dit alles vraagt om een heldere visie op een aantal dominante ontwikkelingen in onze samenleving als basis voor een effectief beleid. Minister Netelenbos en staatssecretaris De Vries bieden deze visie in de begroting die zij vandaag aan de Tweede Kamer aanbieden. Een bereikbare Randstad Wie meer rijdt betaalt meer, wie de auto laat staan hoeft er minder aan uit te geven. In het wetsvoorstel Bereikbaarheid en mobiliteit worden algemene regels geformuleerd voor het hanteren van spits-, tol- en doorstroomtarieven. De opbrengst biedt middelen voor de aanleg van nieuwe wegen. Parallel aan dit alles wordt verdere variabilisatie van de autokosten voorbereid, zodat uiteindelijk rond 2010 betalen per kilometer kan worden ingevoerd. Innovatie en technische hoogstandjes helpen de bereikbaarheid te
vergroten. Zoals het concept van de intelligente snelwegen, dat uitgaat
van geavanceerde technieken die rijtaken van automobilisten
vergemakkelijken of zelfs gedeeltelijk overnemen. Met experimenten voor
onder meer automatische voertuiggeleiding en automatische
snelheidsbeïnvloeding loopt Nederland in Europees verband voorop.
In het Nationaal Verkeers- en Vervoersplan (NVVP) dat in 2000 verschijnt, worden de hoofdlijnen van het verkeers- en vervoersbeleid verder uitgewerkt. De overheid stelt zich daarbij verantwoordelijk voor de basiskwaliteit van de infrastructuur. De maatstaf in Nederland wordt een rijsnelheid in de spits van gemiddeld ten minste 60 kilometer per uur op trajectniveau. De trein moet naast snel ook vaak rijden met name in de spits in de Randstad. Ook in de rest van Nederland moeten voldoende treinen rijden. Centraal wat moet, decentraal wat kan De marktwerking op het landelijke spoor vraagt om een andere rolverdeling tussen de overheid en de Nederlandse Spoorwegen. Met ingang van 2001 is de minister zelf verantwoordelijk voor het functioneren van de taakorganisaties. Het gaat om die onderdelen van de NS-organisatie die het publieke en maatschappelijke belang van het railvervoer behartigen: het beheer en de aanleg van de spoorweginfrastructuur, de toedeling van de spoorcapaciteit, de spoorwegveiligheid en de spoorwegverkeersleiding. Een Europese primeur is het prestatiecontract dat wordt afgesloten met NS Reizigers. Het contract wordt gesloten voor 9 jaar en stelt als belangrijkste eisen aan NS Reizigers een betere prestatie in de spits en een hogere punctualiteit. Inmiddels zijn de voorbereidingen getroffen voor publiek-private samenwerking, zoals bij de aanbesteding van de aanleg van de hogesnelheidslijn (HSL) en de A59 van Rosmalen naar Geffen. Verder bieden de aanleg en exploitatie van betaalstroken, de andere wijze van financiering van infrastructurele projecten en de bevordering van innovaties veel mogelijkheden voor publiek-private samenwerking. "Iedere dode is er één te veel" Campagnes en regelgeving tegen alcohol- en medicijngebruik in het verkeer, telefoneren in de auto en agressief rijgedrag, stimuleren gewenst rijgedrag. Belangrijk is dat ook private partners zich binden aan de bestaande afspraken over verkeersveiligheid. Het overleg met de verzekeringsmaatschappijen over het terugdringen van alcoholmisbruik is daarvan een voorbeeld. Technologie langs de weg en in de auto vergroot de veiligheid.
Bijvoorbeeld door auto's botsveiliger te maken en een dode-hoek-spiegel te
bevestigen op bestel- en vrachtwagens. Het vervoer per spoor groeit fors. Met het vernieuwde beveiligings- en beheersingssysteem BB21 dat kortere afstanden tussen treinen toelaat,kan de bestaande spoorcapaciteit worden vergroot. Dat betekent ook meer veiligheid, effectiviteit en punctualiteit van het spoor. Daarnaast is er 140 miljoen gulden extra beschikbaar voor onderhoud aan het spoor. De OV-chipkaart moet het mogelijk maken dat reizigers van het hele openbaar vervoer gebruik kunnen maken, zonder nog aparte vervoersbewijzen te hoeven kopen. In Groningen start binnenkort een proef met de chipkaart. Naar verwachting volgen er meer in 2001. Als de experimenten succesvol verlopen, wordt de chipkaart in 2002 landelijk ingevoerd. Nieuwe en duidelijke normen voor de luchtvaart Voor een duidelijke scheiding van verantwoordelijkheden is de Rijksluchtvaartdienst inmiddels opgesplitst. Volgend jaar wordt de nieuwe Inspectie van Verkeer en Waterstaat gevormd, waaronder de Nederlandse Luchtvaartautoriteit, de Handhavingsdienst Luchtvaart , de Scheepvaartinspectie en Rijksverkeersinspectie komen te vallen. Verder is op dit moment een kabinetsnota over de privatisering van Schiphol in voorbereiding. Die wordt waarschijnlijk over enkele weken afgerond. De mobiliteit in de luchtvaartsector stijgt net als de groei in de andere sectoren. Het veiligheidsniveau in Nederland van de luchtvaart is hoog en dat willen we zo houden. Acties op het gebied van informatievoorziening over veiligheid naar het publiek zijn inmiddels uitgevoerd of lopen nog. Zoals het loket luchtvaartveiligheid waar het publiek terecht kan met vragen en meldingen over veiligheid. Ook verschijnen binnenkort brochures met veiligheidsstatistieken op internationaal en nationaal niveau. Daarnaast wordt op dit moment overleg gevoerd met consumentenorganisaties over de instelling van een consumentenplatform waar de reiziger terecht kan voor informatie over veiligheid en andere consumentenvragen over vliegen. Op internationaal niveau spant Nederland zich in voor een aantal veiligheidsinitiatieven. Hieraan hebben ook de belangrijkste sectoren van de luchtvaartindustrie zich gecommitteerd. Door nauwe samenwerking tussen overheden en luchtvaartsector moet zich een krachtige mondiale alliantie ontwikkelen, die zich inspant voor een pro-actief veiligheidsbeleid. Nederland neemt hier op Europees niveau actief aan deel. Droge voeten nu en in de toekomst Om veiligheid op lange termijn te waarborgen en schade als gevolg van wateroverlast of uitdroging te voorkomen, zijn technische middelen alleen niet voldoende. De verwachting is dat we te maken krijgen met toenemende neerslag en zeespiegelstijging als gevolg van klimaatverandering. Daarnaast zal de bodem verder inklinken door verdroging. Werd voorheen de overlast van water beheerst door middel van waterkeringen en dijken, nu zijn ruimte voor water en een veerkrachtige kust belangrijke uitgangspunten binnen het waterbeleid.
Om de veiligheid te garanderen wordt gepleit voor het meer ruimte geven aan rivieren. Bij grote rivieren wordt de benodigde ruimte gezocht in verruiming en uitdieping van het winterbed of de uiterwaarden, soms in combinatie met het terugleggen van dijken. Daarnaast worden binnendijkse maatregelen overwogen zoals het aanleggen van groene rivieren (gebieden die tijdelijk kunnen dienen als opvangbekken). Sluitstuk bij deze benadering vormt dijkverhoging. Overstromingen kunnen worden voorkomen door in noodsituaties een of enkele polders te gebruiken als opvangmogelijkheid van water. Ook wordt samengewerkt met omringende landen op het gebied van integraal waterbeheer. Ruimte voor water betekent dat water een belangrijkere rol moet krijgen in de ruimtelijke ordening. Door een watersysteem- en stroomgebiedbenadering wordt de samenhang tussen waterbeleid, milieubeleid en ruimtelijke ordening versterkt. Verdere uitwerking van water binnen ruimtelijke ordening wordt geconcretiseerd en uitgewerkt in onder meer de Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening. De Digitale Delta Voor een goed aanbod van ICT-infrastructuur en -diensten moet de telecommunicatiesector zich ontwikkelen tot een volledig open markt, die stimuleert tot ontwikkeling en innovatie. Open en transparante frequentieveilingen, liberalisering en eerlijke en gelijke concurrentievoorwaarden op Europees niveau moeten de open markt bevorderen. Het rijk trekt zich daarom in 2001 terug als aandeelhouder van omroepzendmaatschappij Nozema en zal zich vóór 2004 oriënteren op zijn positie als aandeelhouder van KPN en de TNT Post Groep. Voor de ontwikkeling van draadloze netwerken en technieken stelt de
overheid de benodigde ether-ruimte beschikbaar. In 2000-2001 zijn of
worden voor drie prominente toepassingen frequenties uitgegeven: Kenniswijk is een experiment, dat innovatieve ICT-voorzieningen dicht bij de burger brengt. Met steun van het bedrijfsleven en andere overheden wordt onderzocht of in Eindhoven een wijk kan worden voorzien van een breed scala aan ICT-toepassingen en -diensten. De kennis komt ten goede aan de samenleving en het bedrijfsleven. |
Bovenkant pagina |