MODE
Mode
Voorpagina
Supplement


Er is meer tussen mantelpak en spijkerbroek

De grote ontwerpers vertaald

EDITH SCHOOTS
De één stroopt internationale beurzen af op zoek naar wasbare en ecologische verantwoorde stoffen. De ander ontwerpt 'een beetje exentrieke', 'half nette' mode voor de grotestadsvrouw. Kemperman en Kok komen er aan.

Te jong of te basic, en als 't wel mooi en modieus is, te duur. Zo ziet het kledingaanbod in Nederland eruit, vinden Cora Kemperman en Gloria Kok. Daar gaan ze dus wat aan doen. Strijdlustig, zelfverzekerd, en simpel-chic gekleed in eigen ontwerpen, weten zij wat vrouwen tussen de 20 en 60 verlangen. Wat mode betreft.

Kemperman (48) werkte achttien jaar als inkoopster en ontwerpster voor Mac & Maggie. Vorig jaar verliet ze met 'pijn in de buik' haar werkgever omdat ze zich niet kon vinden in het nieuwe beleid van de winkelketen; ,,scholierenkleding en schrikbarend hip''. Ook Kok (47) die met haar bedrijf Jurk BV twintig jaar aan M & M leverde, zei de samenwerking op. De eerste vrije maandag besloten ze: we gaan voor onszelf beginnen met een eigen label, een eigen winkelketen.

Vandaag opent de eerste Cora Kemperman in de Leidsestraat in Amsterdam. Maandag volgt Gent, en over twee weken gaat een filiaal in Antwerpen open. Op termijn, als alles goed gaat, moeten er vijftien winkels komen. ,,Je moet iets beginnen in een slechte tijd, dan ben je niet verwend en doe je zuinig aan'', wuift Kemperman pessimistische tegenwerpingen weg. ,,Bovendien, er is wel geld, maar mensen houden het in de zak omdat ze niets van hun gading kunnen vinden.'' Het aanbod is te klein voor vrouwen boven de 20 die er niet als schoolmeisjes uit willen zien of slaapverwekkend tuttig in 'draagbaar' en 'tijdloos'.

Voor Kemperman betekent modieus 'de grote ontwerpers vertaald'. ,,Ik noem mezelf geen ontwerpster. Uit mezelf kan ik niets. Ik kijk naar de anderen, gebruik hun ideeën en voeg daar iets eigens aan toe.'' Maar wat pikt ze op uit het mer-à-boire van de hedendaagse mode? Wat is zo'n 'trendje' waar je maar beter niet achteraan holt en wat een lange termijn invloed waar je niet aan ontkomt? De fatale dameschic van slankgesneden Chanelpakken met rokken tot op de knie, waar de glossies nu vol mee staan? ,,Nog niet voor de komende winter'', denkt Kok, ,,als 't al komt. Welke vrouw wil in deze tijd nog opgeprikt zitten in een mantelpakje op hoge hakken? Dat is toch alleen voor Barbie-figuren weggelegd. Er is wel behoefte aan meer vrouwelijkheid, maar niet op die manier.''

Kemperman giet het liever in andere vormen: een lange wijd-geplooide rok bijvoorbeeld, genspireerd op de New Look, met een oriëntaals kort jasje van gobelinstof. Leidraad is onomwonden: kleren die zij zelf 't liefste dragen. ,,Lekker slingerende'' rokken. Half-doorschijnende blouses met slankmakende coupelijnen. Details op de rug - veterkoorden bijvoorbeeld die aan een 'soepjurk' weer vorm geven. Eigentijds gecombineerd met een kort (nep)bontvestje bijvoorbeeld. Modegevoelig door 't gebruik van 'historische' stoffen als brokaat, damast en diepglanzend fluweel, die zich in hun zwarigheid prima laten combineren met luchtige en transparante lappen. Of juist een dwars effect sorteren in combinatie met sportieve polyester shirts. Want hardwerkende grotestadsvrouwen met belangstelling voor cultuur en mode willen ,,een beetje design, een beetje excentriek, allesbehalve anoniem, en zeker niet hijgerig trendy'' gekleed gaan. ,,Makkelijke kleren waarin je voor de dag kunt komen, maar niet opgeschroefd bent, half netjes'' aldus Kemperman.

Ze illustreert dat met een jurk, waarvan het bovenstuk - tot op de heupen - is gebreid, en de rok van geplooide satijnviscose is gemaakt. Eventueel kan er een vestje op met opvallend brede manchetten van nepbont (,,die je er zo aftornt en dan heb je weer een tijdloos vest''). Bij elkaar voor circa 250 gulden. ,,Ik heb zelf een hekel aan dure kleren'', verklaart Kemperman. Volgens Kok is het een fabeltje dat de consument bereid is (veel) meer geld neer te tellen voor duurzamere kleding. ,,Wie doet er nu twintig jaar met iets? Zo werkt 't toch niet. 't Verschil met een paar jaar geleden is wel dat men nu tenminste drie seizoenen iets wil dragen in plaats van één.''

Voor wie vroeger graag bij M & M kocht zal de Kemperman winkel een prettig aha-gevoel opleveren. ,,Zo veel als de mode het toestaat'' voert Kemperman ,,een forse dosis etnische inspiratie'': India-kleding, -sjaals, en tasjes, en veel turquoise, kerriegeel, oranje en rood. Pasteltinten zul je er niet vinden. Overigens wordt een deel van de collectie daadwerkelijk in India geproduceerd. Een ander deel komt uit Oosteuropese landen als Polen en Roemenië die vanwege de combinatie van lage lonen en korte aanvoerlijnen voor de Westeuropese kledingindustrie snel terrein winnen op het Verre Oosten.

Kok neemt het zakelijke gedeelte voor haar rekening. Om rendabel te kunnen produceren (in series van 300 stuks) zijn 15 tot 20 winkels noodzakelijk. Het duo mikt daarom ook op de Belgische markt. ,,Daar heeft men meer geld voor kleding over, en is men meer op het uiterlijk gericht,'' aldus Kok, die ook de stoffen inkoopt. Zij let erop dat minstens de helft van de collectie wasbaar is. ,,Fabrikanten zetten tegenwoordig overal op dat de stof chemisch gereinigd moet worden, uit voorzorg voor aanspraken achteraf. Maar vaak is het helemaal niet nodig, kun je stoffen zelfs beter in een handwasje doen.''

Ook telt dat stoffen ,,zo ecologisch verantwoordelijk mogelijk'' geproduceerd worden. Daar passen de aalgladde polyester- en polyamidestoffen zeker bij: ,,de consument beseft het nog nauwelijks, maar de produktie van kunststoffen is vaak minder belastend voor het milieu dan de zogenaamd natuurlijke katoen en wol.'' En als Kok op haar strooptochten langs internationale stoffenbeurzen niet vind wat ze zoekt, gaat ze samen met Kemperman aan de slag. Ze beginnen alletwee te giechelen; hoe ze in de keuken van Cora met emmers in de weer waren om gebloemde lappen gedeeltelijk te verbleken. Resultaat; een geelgouden strook aan de onderkant van een bruine bloemenjurk.

Het typeert ogenschijnlijk de samenwerking: professionaliteit en ervaring gekoppeld aan experimenteerlust. Want op zeker spelen gebeurt al genoeg. ,,Het inkoopbeleid in Nederland is te voorzichtig, te saai'', zegt Kemperman. ,,'Ruiten kosten duiten, oranje verkoopt niet', zulke opmerkingen krijg je als je eens iets anders wilt. Onzin. Het publiek durft veel meer. Soms móet je juist oranje hebben, anders kun je het schudden.'' (Uit NRC HANDELSBLAD van donderdag 3 augustus 1995)

MODE


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (13 april 1996 / web@nrc.nl)