NIEUWS
TEGENSPRAAK
SUPPLEMENT
AGENDA
ARCHIEF
ADVERTENTIES
SERVICE
 Overzicht
Vragen & Opmerkingen
Begrippenlijst:
A, B,
C, D,
E,
F, G,
H, I,
J,
K, L,
M, N,
O, P,
Q, R,
S, T,
U,
V, W,
X, Y,
Z
|
Lange golftheorie
De door Kondratieff beschreven lange golf heeft een lengte van ongeveer 50 jaar. In de jaren twintig bracht de Russische econoom Nikolai D. Kondratieff (1892-1938) op grond van zijn statistisch onderzoek naar voren dat er in kapitalistische economieën naast de korte conjunctuurgolf van ongeveer vier tot zeven jaar ook een lange golfbeweging in de economische activiteit plaats zou vinden, met een lengte van ongeveer vijftig jaar. Hij zag verder een verband tussen de lange en de kortere golfbewegingen, in die zin dat gedurende de opgang van de lange golf de opwaartse beweging van de korte golf relatief lang was en de neerwaartse beweging relatief kort. De neergang van de lange golf zou een relatief korte opwaartse beweging van de korte golf kennen en een relatief langdurige neerwaartse.
De gedachte dat kapitalistische stelsels na een periode van neergang ook weer een periode van herstel zouden doormaken, werd Kondratieff door zijn Russische collega's en door de toenmalige Sovjetleiders niet in dank afgenomen. Hij werd in 1930 gearresteerd en tot 1932 in en vervolgens nabij Moskou gevangen gehouden. In 1938 is hij vrijwel zeker geëxecuteerd. In 1978 besloot het Hooggerechtshof van de Sovjet Unie zijn veroordeling van destijds ongeldig te verklaren en hem eerherstel te verlenen. Een deel van de kritiek van Kondratieff's collega's was overigens terecht: het is niet eenvoudig in de betreffende tijdreeksen een duidelijk verband te vinden. Kondratieff formuleerde een aantal kenmerken van de lange golf, waarbij vooral de gedachte interessant is, dat er gedurende de neergaande fase van de lange golf door ondernemers die gaan zoeken naar kostenbesparende technieken en nieuwe markten, veel belangrijke uitvindingen worden gedaan in de productie- en de communicatietechniek. Kondratieff heeft bij de onderbouwing van zijn theorie de gedachte van vernieuwingen als motor voor het op gang brengen van de opgaande fase niet verder uitgewerkt.
Het zijn modernere varianten van de lange-golftheorie waarin de nadruk wordt gelegd op de betekenis van belangrijke innovaties.
In navolging van Schumpeter deelt Van Duijn de lange-golfbeweging in vier fasen in (zie tabel). De voorspoedfase is een fase van krachtige groei. Deze duurt gemiddeld een jaar of twintig. Aan het eind van de voorspoedfase vindt een omslag plaats; het groeitempo blijft nog vrij hoog, maar de inflatie gaat oplopen. In de periode na de oorlog was 1965/1966 het belangrijke omslagpunt. De recessieperioden duren zeven tot elf jaar. Dit is de lengte van de zogeheten Juglar-cyclus. We zien deze ook terug bij de depressieperioden. De laatste was die van 1973-1982. In 1982 begon de lange-golf herstelfase, de inflatie ging sterk teruglopen en de werkgelegenheid nam toe. De herstelperiode, die ook weer één Juglar-cyclus duurde, eindigde rond 1992. Toen begon een nieuwe lange-golfbeweging.
De lange golf wordt gedragen door technologische innovaties en investeringen in infrastructuur. De eerste lange golf was die van de Industriële Revolutie (stoommachine), de tweede die van de ontwikkeling van de spoorwegen en de opkomst van de staalindustrie. De opgaande fase aan het begin van de 20e eeuw werd gedragen door de opkomst van elektriciteit, de anorganische chemie en de auto; de opgaande fase na 1948 door de ontwikkeling van de petrochemie (vezels en harsen) en van de elektrotechniek. De nieuwe opgaande fase in de loop van de jaren tachtig en negentig wordt gedragen door de informatie- en communicatie technologie (ICT).
De lange-golfbeweging
|
voorspoed |
recessie |
depressie |
herstel |
1e Kondratieff |
1782-1802 |
1802-1825 |
1825-1836 |
1836-1845 |
2e Kondratieff |
1845-1866 |
1866-1872 |
1872-1883 |
1883-1892 |
3e Kondratieff |
1892-1913 |
1913-1929 |
1929-1937 |
1937-1948 |
4e Kondratieff |
1948-1966 |
1966-1973 |
1973-1982 |
1982-1992 |
5e Kondratieff |
1992- |
|
|
|
Bron: J. J. van Duijn over N. F. Kondratieff, SAFE december 1997/januari 1998
|