Vrijdag
CPBest-seller
door Joyce Roodnat
Had ik mogen raden dan had ik gegokt op Freek de Jonge. Strikt genomen
is hij geen literaire schrijver. Maar na zijn driftige reactie op het boekenweekgeschenk
van Harry Mulisch en na zijn geweldige boekenweek-show was het spannend geweest
als de CPNB, de Stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek,
hem had getart met de uitnodiging om voor 2001 het boekenweekgeschenk te schrijven.
Maar nee, voor 2001 werd de Indiase schrijver Salman Rushdie verleid om het
geschenk te schrijven en dat is een ongekende stap in de geschiedenis van
het boekenweekgeschenk.
65 jaar terug was aan dat jaarlijkse aardigheidje voor boekenkopers een
wedstrijd verbonden, waarbij de lezers moesten raden naar de identiteit van
de auteur. Intussen heeft het geschenk zich ontwikkeld tot een keuze voor
een Naam en daarmee voor stellingname. De CPNB koos voor tegendraads talent
(Arnon Grunberg, 1998), of voor gearriveerd (Nooteboom, 1991), of voor onaantastbare
reputatie (Mulisch). Met Rushdie kiest de CPNB ook: voor niet-Nederlands.
Rushdie zou geïnviteerd zijn omdat hij past bij het thema van de Boekenweek
2001 'Het land van herkomst - Schrijven tussen twee culturen'. Maar
een directe band tussen de auteur van het geschenk en het thema van de boekenweek
is ongebruikelijk: dit jaar was het thema de klassieke oudheid en Mulisch'
schreef een novelle op basis van een incident in de toneelwereld. Bovendien
werd dat 'schrijven tussen twee culturen'-thema vastgesteld nadat Rushdie
had toegezegd. Was het eerst verzonnen èn was eerst de beslissing genomen
om voor 2001 geschenk en motto met elkaar te verbinden, dan waren er Nederlandse
schrijvers genoeg geweest die met verve de klus hadden kunnen klaren: van
Hafid Bouazza tot Hakim Traidia.
Maar we moeten dit boekenweekgeschenk ook zien als 'een hommage' aan onze
'fantastische vertaaltraditie', verklaarde de directeur van de CPNB.
O ja? Als de directeur dat oprecht meent, waarom is dan de beoogde vertaler
van het geschenk een quantité negligeable wiens of wier naam tot op
heden niet is gevallen?
Rushdie was een geweldige keuze geweest, maar op een ander moment. Had
de CPNB een gebaar willen maken, dan had men hem in 1989 moeten uitnodigen
om het boekenweekgeschenk te schrijven voor 1990, eventueel verbonden aan
het dwingende gelegenheidsthema: de macht van de schrijver. Op 14 februari
1989 jaar werd de fatwa tegen Rushdie uitgeroepen, en begon voor hem een decennium
van een noodgedwongen verscholen bestaan. Op 16 mei van dat jaar maakte de
CPNB de naam van de auteur van het geschenk bekend: F. Springer. Thema: het
jubileum van de CPNB zelf.
De fatwa kostte in 1991 Rushdie's Japanse vertaler Hitoshi Igarashi het
leven. Ettore Capriolo, zijn Italiaanse vertaler, bracht het er levend af
nadat hij was neergestoken. Salman Rushdie werd een wereldster, mede dankzij
die fatwa. Hij verkeert met gelijken als Bono en duikt overal op waar publiciteit
te garen is. Als wereldster is hij door de CPNB verleid. Niet als schrijver,
noch als boegbeeld van multicultureel schrijverschap. Intussen hoopt de CPBN
stiekem dat Rushdie de eerstkomende Nobelprijs voor literatuur zal krijgen.
Wat een stunt zou dat zijn: een boekenweekgeschenk van een Nobelprijswinnaar.
De CPNB is een organisatie die zichzelf een glasheldere opdracht heeft
gesteld: de promotie van het Nederlandse boek. Blijkbaar vindt de Stichting
Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek dat te bekrompen. Dat kan,
maar dan moet ze geen smoesjes maken. Dan moet zij haar naam wijzingen in
CPB - met de B voor bestseller.