T I T E L : |
Le goût des autres |
R E G I E : |
Agnès Jaoui |
M E T : |
Jean-Pierre Bacri, Gérard Lanvin, Agnès Jaoui, Alain Chabat, Anne Alvaro, Brigitte Catillon, Christiane Millet, Wladimir Yordanoff, Anne Le Ny |
I N : |
Het Ketelhuis, Amsterdam; Babylon, Den Haag; Cine K, Maastricht |
De geboorte van de Franse Woody Allen
Door HANS BEEREKAMP
Als scenarioschrijfster (Alain Resnais' On connaît la chanson, Cédric Klapisch' Un air de famille) en actrice loopt Agnès Jaoui al een tijdje mee in de Franse film, vaak samen met haar partner Jean-Pierre Bacri. Haar regiedebuut Le goût des autres won twee weken geleden vier Césars, in de categorieën beste film, beste scenario (samen met Bacri), beste mannelijke en vrouwelijke bijrol (Gérard Lanvin en Anne Alvaro), won de Europese Filmprijs voor het beste scenario, kreeg een Oscarnominatie en was de op één na best bezochte Franse film van het afgelopen jaar. Zoveel lof stemt bij voorbaat kritisch, maar Le goût des autres is inderdaad een voortreffelijke, rijke, aangenaam stemmende komedie, die bovendien zinnige observaties bevat.
Ook al omdat Jaoui zelf een van de rollen speelt in het hechte ensemble, van een hasj dealend barmeisje, dringt de vergelijking met Woody Allen zich op. Dat klopt, want Jaoui heeft bij haar voorbereiding nog eens alle grote Allen-komedies bekeken.
Pierre Bourdieu, de Franse socioloog die stelt dat culturele voorkeuren een belangrijke factor zijn in de maatschappelijke hiërarchie, moet een andere inspirator geweest zijn. De smaak van de anderen, zoals de vertaling van de titel luidt, geeft vaak aanleiding tot misverstanden. De Franse tijdgenoten in de film zijn o zo herkenbaar: een ongeletterde fabrieksdirecteur (Bacri), zijn lijfwacht (Lanvin) en zijn chauffeur (Alain Chabat), zijn verveelde echtgenote (Christiane Millet) en de actrice (Alvaro), die zijn kennis van het Engels tegen betaling bijspijkert. Bacri wordt verliefd op Alvaro, en gaat zich om in het gevlij te komen aan haar smaak aanpassen. Een bevriende nicht schuift zijn jonge beschermeling naar voren om als kunstenaar de fabrieksgevel te versieren. Bacri gaat met acteurs naar het café, vertelt flauwe moppen en heeft niet in de gaten dat hij uitgelachen wordt, maar betaalt wel de rekening. Hij schrijft gedichtjes in slecht Engels, en niemand heeft in de gaten dat hij zijn snor voor haar afscheert.
Heel knap laat Jaoui al haar personages in hun waarde. Stuk voor stuk zijn het ontroerende mensen, die fouten maken en niet in de gaten hebben wat ze anderen in hun onbegrip aandoen. Door te kiezen voor een middelgrote provinciestad (Rouen) als locatie, is het aannemelijk dat hun wegen elkaar voortdurend kruisen. Waren de vorige scenario's van Bacri en Jaoui nog wel eens gekunsteld en al te nadrukkelijk, de kunst van de satirische komedie met een hart, zeg maar Allens Annie Hall of Hannah and her Sisters, beginnen ze aardig onder de knie te krijgen.
Een film als Le goût des autres heeft zelfs een voordeel ten opzichte van met name de meer recente Allen-films: de personages staan dichter bij ons Europeanen, omdat ze dubbelzinniger zijn geschreven, minder karikaturaal en eenduidig. Naarmate de sociale mobiliteit en het gebrek aan culturele hiërarchieën, bij ons Amerikaanse vormen beginnen aan te nemen, wordt de behoefte aan dit soort maatschappijsatire groter. Als Jaoui op hetzelfde niveau doorgaat met films maken, is er een gouden toekomst voor haar weggelegd, ook bij het publiek in de rest van Europa.