T V V O O R A F :
God Bach
DANIELLE PINEDO
Op het eerste oog hebben ze
weinig gemeen: Maarten 't Hart, Margriet de Moor en Anna Enquist. Het
zijn alledrie succesvolle schrijvers, maar daar houdt de vergelijking
op; hun stijl en thematiek lopen te ver uiteen. Maar wie De virtuoos
(De Moor), Het meesterstuk (Enquist) en Het woeden der
gehele wereld ('t Hart) erop naleest, ziet een treffende gelijkenis:
een allesoverheersende passie voor muziek.
Het is dit thema de muzikale belangstelling van schrijvers dat de
makers van het muziekprogramma Pitch als uitgangspunt hebben
kozen voor de vierdelige serie 'De muzikale wereld van...' die vorige
maand bij de NPS van start ging met Anna Enquist en Lodewijk de Boer.
Vanavond is het de beurt aan Margriet de Moor, wiens zangtalenten minder
bekend zijn dan bijvoorbeeld het chellospel van Enquist. Maar wie haar
vanavond Hanns Eislers Palmström ziet vertolken, vraagt zich
af of de schrijfster haar roeping niet is misgelopen.
Haar keuze voor de muziek was impulsief. Na haar eindexamen wilde De
Moor aanvankelijk psychologie gaan studeren, maar raakte "in de ban van
Mozarts sonates". Zij volgde een zangopleiding aan het conservatorium in
Den Haag. Die tijd was "kolossaal belangrijk", maar legde niet het
fundament voor een zangcarrière. In plaats daarvan stortte De
Moor zich op het maken van videoportretten van kunstenaars, voor een
salon voor beeldende kunst. Toen oud-minister Brinkman de subsidiekraan
voor dergelijke initiatieven dichtdraaide, kocht ze een stapel A4'tjes
en een pen. Haar eerste publicatie, Op de rug gezien, verscheen
eind jaren tachtig.
Ook Maarten Van 't Hart, die in het laatste deel van de serie centraal
staat, had aanvankelijk geen ambitie om schrijver te worden.
Kerkorganist, daar droomde hij als jongetje van. Maar zijn vader zag
niets in wereldse muzieklessen, want "het draaide alleen om de psalmen".
Dat neemt niet weg dat muziek in de kunstpikorde van 't Hart nog altijd
op de eerste plaats staat. Daarna komt een hele tijd niets en op plaats
zeventien: de literatuur. "Bach is mijn God, Mozart mijn Jezus Christus
en Schubert mijn Heilige Geest", zegt hij beslist.
De vraag in hoeverre de muziek hun schrijven beïnvloedt, wordt
nooit serieus beantwoord. 't Hart lijkt beide kunstvormen strikt te
scheiden - zijn schrijverschap komt althans nauwelijks aan de orde - en
De Moor beperkt zich tot een paar clichés. Zo heeft zij "veel
gevoel voor evenwicht" en weet zij precies hoe lang een alinea mag
duren. "Ik denk in beweging, tempo, thema's en toonsoorten" merkt zij
zijdelings op. Het hoe en waarom wordt helaas nooit duidelijk.
Pitch, NPS, Ned.3, 22.53-23.45u.