In: 39 theaters

Aardige ingenieurontvoerd in jungle

Door HANS BEEREKAMP
Regisseur Taylor Hackford gaf onlangs een originele verklaring voor het geringe succes van zijn laatste film, Proof of Life. Omdat het Amerikaanse publiek tijdens de opnamen in Ecuador door de media overvoerd was met berichten over de kortstondige romance tussen hoofdrolspelers Russell Crowe en Meg Ryan zou hetzelfde publiek maanden later bij de première schoon genoeg gehad hebben van de film.

Belangrijker: Proof of Life is gewoon niet zo'n erg geslaagde film, die een kritische toon ten aanzien van het cynisme van multinationals in Latijns Amerika paart aan het breed etaleren van stereotypen over onbetrouwbare, besnorde latino's. Bovendien hinkt de film ongemakkelijk tussen het actiefilmgenre en meer realistisch ogend, beweeglijk camerawerk van Slawomir Idziak.

Hoofdpersoon is Crowe als een specialist in dienst van een verzekeringsmaatschappij, afdeling K&R. Staat die afkorting in Nederland voor kortparkeerplaatsen bij stations van het type Kiss & Ride, in de Engelstalige wereld denkt men meteen aan Kidnap & Ransom. Crowe voert namens de Britse verzekeraar onderhandelingen bij ontvoeringen, en gaat desnoods tot bevrijdingsacties over, zoals in de imposante, in Tsjetsjenië gesitueerde proloog van de film. In het fictieve Tecala, dat erg op Colombia lijkt, wordt een idealistische dammenbouwer (David Morse) gegijzeld door guerrileros met cocaïnebelangen, en Crowe adviseert diens nog naïever echtgenote Meg Ryan. Omdat Morse's baas de verzekeringspremie niet betaald had, moet Crowe terug naar Londen. Hij besluit echter voor eigen rekening de zaak te blijven behartigen, vooral omdat hij Ryan zo leuk vindt.

Ondanks het forse budget mist Proof of Life mist de ambitie om meer te bieden dan een avondje veilig entertainment voor de Westerse bioscoopbezoeker, die wel eens iets in de krant heeft gelezen over drugsbaronnen, losprijzen en verzekeringspremies.