T I T E L : |
La saison des hommes |
R E G I E : |
Moufida Tlatli |
M E T : |
Rabiaa Ben Abdallah, Sabeh Bouzouita, Ghalia Ben Ali, Ezzedine Guennoun, Hend Sabri |
In: Cinecenter en The Movies, Amsterdam; Lantaren/Venster, Rotterdam; Haags Filmhuis; Lux, Nijmegen
Achter tralies van een weefgetouw
Door ANDRÉ WAARDENBURG
Tunesië heeft een Westers
georiënteerd rechtssysteem waarbij man en vrouw voor de wet gelijk
zijn, polygamie verboden is en de vrouw recht heeft op echtscheiding.
Ondanks dit liberale systeem komt uit de twee films die Moufida Tlatli
maakte, Les silences du palais (1994) en La saison des
hommes (2000), een heel ander beeld naar voren over de zelfstandige
positie van vrouwen in deze islamitische samenleving. Hierin blijken de
moslimwetgeving en aloude tradities veel belangrijker te zijn dan welk
burgerrecht dan ook. Het maakt van vrouwen tweederangsburgers, een
schrijnend gegeven dat ook al indringend aan de kaak werd gesteld in
The Circle van de Iraanse filmmaker Jafar Panahi. Zowel in die
film als in La saison des hommes zit een scène waarin een
vrouw een dochter baart, wat tot zichtbare teleurstelling en afkeuring
leidt bij de schoonfamilie.
Dat vrouwen gevangen zitten in een moslimsamenleving werd in The
Circle metaforisch weergegeven door alle vrouwelijke personages in
een cel te tonen. La saison des hommes kiest voor een letterlijke
verbeelding. Hoofdpersoon Aïcha wordt vaak gefilmd vanachter het
tralieachtig weefgetouw en in één shot zelfs door de
spijlen van een ledikant. Op zulke momenten toont Tlatli zich nog een
subtiel cineast. Helaas is ze bang dat de toeschouwer haar boodschap
weleens zou kunnen missen en verbaliseert ze keer op keer de thema's in
de dialogen.
De aan de Franse filmschool IDHEC opgeleide en vroeger als editor
werkzame Tlatli heeft een voorliefde voor films met een
flashbackstructuur waarin heden en verleden elkaar afwisselen. Zo'n vorm
heeft bij haar twee functies: het verklaart de omstandigheden van de
personages in het heden en maakt tevens pijnlijk duidelijk dat, hoewel
er jaren zijn verstreken, eigenlijk niets veranderd is. Met twee
scènes geeft Tlatli mooi de continuïteit aan. Gezeten op de
veranda van het familieonderkomen op het eiland Djerba wacht
Aïcha's schoonmoeder - symbool van de eeuwenoude restrictieve
islamtradities - de hoofdpersoon op en leest haar de les. Twintig jaar
later doet Aïcha - symbool van de wil tot vrouwenemancipatie -
exact hetzelfde bij haar dochter, gezeten op dezelfde plek. Hoewel zo'n
onwrikbare conclusie treurig stemt, biedt de film toch een glimpje hoop.
Via veel totaalshots wordt in de mise-en-scène de enorme
saamhorigheid en onderlinge verbondenheid van de vrouwen benadrukt. Ze
delen hetzelfde lot: ze wachten op de komst van hun echtgenoten uit
Tunis. Gedurende één maand zijn ze verenigd (het seizoen
van de mannen), daarna gaan de mannen weer aan het werk. De overige elf
maanden bieden ze elkaar troost. Die afhankelijke positie, zowel van
mannen als van de archaïsche tradities, is Aïcha's jongste
dochter Emna teveel. Zelfbewust en koppig neemt ze geen genoegen met
haar ondergeschikte positie. Zou de toekomst dan toch verandering
brengen?