T V V O O R A F :
Altijd bang na de jungleoorlog
GUILLY KOSTER
Van 1986 tot 1990 woedde er in
de binnenlanden van Suriname een burgeroorlog. Enerzijds vochten er de
soldaten van het Junglecommando van Ronnie Brunswijk en anderzijds de
manschappen van het nationale Surinaamse leger met Desi Bouterse aan
het hoofd. De aan beide zijden ogenschijnlijk klungelig gevoerde oorlog
eiste veel onnodige slachtoffers en legde de leiders en hun vazallen
geen windeieren.
Roel van Broekhoven maakte voor de NPS een vijftig minuten durende film
over (ex) soldaten uit het Surinaamse nationale leger die in deze
strijd gevochten hebben in de uitlopers van het Surinaamse Amazonische
regenwoud. De soldaten uit van Broekhovens film lijden aan het
zogenoemde 'Vietnamsyndroom' en kunnen daardoor beelden en ervaringen
uit hun oorlogsverleden niet vergeten. Dit leidt dan weer tot agressief
en asociaal gedrag. Zo bekent een van de heetgebakerde mannen zijn
vrouw verrot geslagen te hebben omdat zij geen peper bij zijn eten
gedaan had.
Bang voor altijd bang houdt het midden tussen een reportage en
een documentaire en het is een voorspelbare film met bitter weinig
verrassingen. Een groepje soldaten reist terug naar de plek waar ooit
hun stress begon. Alle denkbare clichés van soldaten die ooit
ergens aan een front hebben gevochten passeren vervolgens de revue. Na
een tocht door de jungle springt een soldaat op en roept met een
bezweet hoofd: "Hier is het! Hier is het!" Op zich zijn clichés
natuurlijk niet erg, maar deze zijn weinig boeiend voor de kijker.
Zelfs de plaatjes van Suriname's immer prachtige natuurschoon kunnen
uiteindelijk niet verhelpen dat er vragen rijzen als: wat, behalve het
feit dat ze ooit frontsoldaat waren, bindt deze mannen?
Zaten ze bij hetzelfde onderdeel? (Uit weinig blijkt kameraadschap.) Wat
hebben ze zelf uitgevreten in die periode? Dat de soldaten van Bouterse
geen lieverdjes waren is bekend. Wie waren ze voordat ze soldaat
werden? Zonder zulke essentiële informatie kán men niet
bepalen of hun sociaal gedrag wel te wijten is aan de oorlog.
Van Broekhoven schijnt het allemaal wel mooi te vinden en is reuze blij
met de 'toevallige' ontmoeting met Ronnie Brunswijk op de brug bij
Stolkertsijver. Brunswijk (over wie Bouterse ooit zei: "Een jongen met
meer pk dan iq") komt toevallig voorbij rijden in toevallig een voor de
gewone Surinamer onbetaalbare auto, op de plek waar "een gewapend
groepje voormalige tegenstanders in uniform" in het nog steeds
toevallig door hem gecontroleerd gebied, binnenkomt! Een 'historisch
moment' mompelt een van de soldaten. De aan het begin van de film
beloofde 'angstige reis' voelt tegen het einde, omdat weinig spannends
is gebeurd, aan als een therapeutisch uitje. Zonder de ernst van het
Vietnamsyndroom te willen bagatelliseren zou Bang voor altijd Bang
uitermate geschikt zijn als evaluatiefilm voor de lokale RIAGG. Toch
is van Broekhoven - die ook de prachtige reeks Wie niet weg is is
gebleven maakte - er wederom in geslaagd een stukje Suriname te
belichten waarvan men weinig of niets wist. En dat is ook iets waard.
Hoewel Bang voor altijd bang aanvoelt als iets waar van
Broekhoven toevallig tegen aanliep, blijft zijn vakmanschap fier
overeind staan.
Dokwerk: Bang voor altijd bang, NPS, Ned.3, 21.00-22.00u.