|
|
|
NIEUWSSELECTIE IPCC Wereldnatuur Fonds over klimaatverandering
|
Klimaatverandering zit de mensheid nu al
dwars
Door onze redacteur KAREL KNIP ROTTERDAM, 20 FEBR. In een onverbiddelijk tempo gaan de in VN-verband samenwerkende wetenschappers door met het uitbrengen van onheilstijdingen over de gevolgen van het broeikaseffect. In januari maakte werkgroep 1 van het IPCC, het VN-orgaan dat sinds 1988 alle broeikaskennis bundelt, bekend dat niet langer getwijfeld hoeft te worden aan de oorzaak van mondiale opwarming (menselijk handelen) en dat de temperatuurstijging die voor deze eeuw wordt voorzien kan oplopen tot wel zes graden. Gisteren was het de beurt aan werkgroep 2, die zich concentreert op de gevolgen van de door werkgroep 1 beschreven klimaatveranderingen voor samenlevingen en ecosystemen. Vooralsnog is van het lijvige rapport dat deze groep opstelde alleen de zogeheten samenvatting voor beleidsmakers beschikbaar (www.ipcc.ch) maar daarin staan opmerkelijke details. De samenvatting begint met een overzicht van de veranderingen die zich nu al, dat is: de afgelopen decennia, in ecosystemen hebben voorgedaan (zie kader). Opmerkelijk is dat de werkgroep niet langer twijfelt aan de causale samenhang tussen de veranderingen aan de ecosystemen (zoals langere groeiseizoenen, etc.) en de klimaatverandering. Daarin zijn onderzoekers tot voor kort altijd heel terughoudend geweest. De IPCC- werkgroep constateert dat de talrijke waargenomen verschuivingen in de meeste gevallen plaats vonden in een richting die verwacht mocht worden. De kans dat dit toeval is, noemt men 'verwaarloosbaar'. Kortom: de recente regionale temperatuursveranderingen hébben al een waarneembare ('discernable') invloed gehad op vele fysische en biologische systemen. Deze cruciale constatering is de tegenhanger van de vermaarde formulering uit 1995 (van werkgroep 1) dat uit het totaal van de aanwijzingen de suggestie van een merkbare menselijke invloed op het klimaat naar voren kwam. De gisteren gehanteerde formulering was veel minder behoedzaam. Er zijn toenemende aanwijzingen dat ook sociale en economische systemen nu al te lijden hebben onder klimaatverandering, noteert werkgroep 2, daarbij vooral doelend op de schade die natuurrampen teweegbrengen. Weliswaar valt een deel van die almaar groeiende jaarlijkse schade te verklaren uit bevolkingsgroei, stijgende welvaart en woningbouw op 'gevaarlijk' terrein, maar een deel hangt ook samen met klimaatfactoren. Ook dat is een opmerkelijke constatering omdat werkgroep 1 vorige maand niet verder ging dan de constatering dat alleen op middelbare en hoge breedtes van het noordelijk halfrond meer perioden met extreme regenval voorkomen. In cyclonen en stormrampen en dergelijke is nog geen trend zichtbaar. Wel wordt aangenomen dat de frequentie en het geweld van natuurrampen ('extreme weersomstandigheden') gaat toenemen. Het IPCC voorziet een veranderde rol van particuliere verzekeraars omdat op schade door natuurgeweld nauwelijks is te anticiperen. Veel aandacht heeft het rapport voor het onderzoek naar de kwetsbaarheid van samenlevingen voor toekomstige klimaatveranderingen. Het moet dan tot de treurigstemmende conclusie komen dat juist daar waar de klimaatverandering zwaar zal toeslaan zich samenlevingen bevinden die het schort aan kapitaal, technologie, scholing en infrastructuur om de moeilijkheden het hoofd te bieden. Uitgerekend de ontwikkelingslanden, die maar minimaal verantwoordelijk zijn voor het broeikaseffect, krijgen te lijden van de gevolgen. Daarbij kan de zogeheten voedselzekerheid in gevaar komen en kan de gezondheid verder bedreigd worden door ziekten als malaria, cholera en dengue (knokkelkoorts). De constatering dat een en ander de aantrekkelijkheid voor het toerisme niet vergroot doet bijna cynisch aan. In de klimaatonderhandelingen die in november zonder resultaat werden afgebroken kunnen de nieuwe conclusies nog een belangrijk rol spelen. Het in 1992 ook door de VS (onder aanvoering van president Bush) geratificeerde raamverdrag over klimaatverandering verplicht de verdragspartners de atmosferische concentraties broeikasgassen zo laag te houden dat een 'gevaarlijke' verstoring van het klimaatsyteem wordt voorkomen. 'Gevaarlijk' is een verstoring volgens het verdrag als ecosystemen zich niet meer kunnen aanpassen en als de voedselproductie wordt bedreigd. Dat punt lijkt tamelijk dicht genaderd.
|
NRC Webpagina's 20 FEBRUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|