U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  S P O R T
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
zwemmen.nl

Topzwemmers keren terug in Amsterdam


Het succesvolle PSV-model, in Sydney goed voor vijf gouden medailles, krijgt navolging. Als de sponsors meewerken, gaat in Amsterdam nog dit jaar een tweede semi- professionele zwemploeg van start.

Door onze redacteur MARK HOOGSTAD

AMSTERDAM, 14 FEBR. Al geruime tijd liep hij rond met het idee, de oud- zwemmer met drie Olympische Spelen (Montreal 1976, Moskou 1980 en Los Angeles 1984) achter zijn naam. Maar drukke werkzaamheden bij NOC*NSF stonden een terugkeer naar het zwembad in de weg. Al leed zijn passie voor het zwemmen, de sport waarmee hij lange tijd vergroeid leek, daar niet onder, zo haast Cees Vervoorn daar aan toe te voegen.

Integendeel: die kreeg in Sydney, waar Nederland liefst vijf gouden medailles won, een nieuwe impuls. Geïnspireerd door de olympische successen nam Vervoorn, in Australië zelf actief als chef de mission van de paralympische ploeg, bij thuiskomst contact op met Hans Elzerman, de oud-trainer met wie hij jarenlang samenwerkte bij de Amsterdamse zwemvereniging De Dolfijn. Met de vraag of het niet eens tijd werd het topzwemmen in Amsterdam nieuw leven in te blazen. Het resultaat van de beraadslagingen lekte anderhalve week geleden uit, toen bekend werd dat Amsterdam in navolging van PSV, de hofleverancier van de nationale ploeg, ook een stichting krijgt die zwemmers de mogelijkheid biedt hun sport op semi-professionele wijze te beoefenen. Op voorwaarde dat sponsors hun toezeggingen waarmaken, gaat de stichting, Topzwemmen Amsterdam geheten, op 1 september van start. Athene 2004 is het eerste doel.

"Zwemmers de kans bieden zich voor te bereiden op de Olympische Spelen zoals dat tegenwoordig hoort en kan", verduidelijkt Vervoorn. "Kortom: werken met een kleine groep, een fulltime-coach, een doordacht trainingsprogramma met daarin voldoende rust, zodat programma's ook daadwerkelijk effect hebben. Als zwemmer had ik die mogelijkheid niet. Als trainer had ik dat destijds samen met Hans bijna voor elkaar. Zij het dat we regelmatig in de vroege ochtend en de late avond bezig waren, en dus feitelijk te veel en te vaak compromissen moesten sluiten."

Steun bij hun plannen kregen Elzerman en Vervoorn van oud-studiegenoot Michiel Bloem, eigenaar van een trainingsadviesbureau. Het drietal hoopt in de komende drie maanden een budget van minimaal 250.000 gulden per jaar bijeen te krijgen, en kan rekenen op de medewerking van Topsport Amsterdam, de zwembond (KNZB), de gemeente Amsterdam en NOC*NSF. Behalve het opleiden van jeugdig talent willen de initiatiefnemers het potentieel in de regio verder verkennen door het geven van clinics.

Een geschikte locatie hebben Vervoorn en de zijnen al gevonden: het onlangs opgeleverde en gerenoveerde Sloterparkbad aan de rand van Amsterdam, dat in mei officieel de deuren opent. Het grootste probleem van elke zwemclub in Nederland - een structureel gebrek aan trainingswater - heeft de stichting ondervangen met de toezegging dat het bad dagelijks vier uur ter beschikking staat van Topzwemmen Amsterdam.

Een tegenhanger van PSV kan het Nederlandse zwemmen goed gebruiken, nu de kloof sinds de komst van de Philips-profploeg alleen maar is toegenomen. Topzwemmen was de laatste jaren synoniem aan de club uit Eindhoven. Vervoorn twijfelt niet aan het welslagen van zijn missie. Stellig: "Topsport wordt tegenwoordig alom beschouwd als een volwaardige bezigheid. Zwemmen staat sinds Sydney bovendien volop in de belangstelling. Ons initiatief sluit verder naadloos aan op het beleid van de zwembond, dat gericht is op het vestigen van meer regionale steunpunten."

Individualisering, een van de pijlers van het topsportbeleid van de KNZB, staat ook in Amsterdam centraal. "Zes tot tien zwemmers" hoopt het trio klaar te stomen voor de Zomerspelen van 2004. "Om topsport te bedrijven is het werken met grote groepen niet wenselijk", weet Elzerman, acht jaar geleden een van de architecten van de ommezwaai bij de zwembond.

Niet de gevestigde namen, maar pril talent hoopt de stichting naar de hoofdstad te lokken. "Jonge zwemmers met een bewezen talent van wie je kan en mag verwachten dat ze op basis van ons programma in Athene serieus meedoen in de finale", in de woorden van Vervoorn. "Mensen met een persoonlijk record op de 100 vrij van 51 seconden waarvan wij denken dat we ze naar de 48 kunnen brengen."

Maar hoe groot is die vijver? Groot genoeg, weet Elzerman en om zijn bewering te staven, verwijst hij naar zwemvereniging De Whee uit Goor, het nieuwste broeinest van ontluikend zwemtalent. "Nederland telt legio De Whee's, clubs die onder gebrekkige omstandigheden trainen en toch talent voortbrengen. Het is de kunst het talent vervolgens zo te ontwikkelen dat de aansluiting met de top soepel verloopt. Die slag willen wij maken."

Bang dat hun initiatief op een muur van verzet stuit bij de clubs, zijn de drie niet. Een toonbeeld van harmonie is de Nederlandse zwemwereld nog altijd niet, maar afgunst en wedijver behoren tot het verleden, verzucht Vervoorn. " Langzaam is het besef doorgedrongen dat niet de clubs maar de zwemmers centraal staan."

In tegenstelling tot PSV hebben Bloem, Elzerman en Vervoorn gekozen voor een club-onafhankelijke stichting. "Om te voorkomen dat we kostbare tijd vermorsen door allerlei democratische processen", verklaart Vervoorn. "Elk compromis kost een olympiër, zo simpel is het. Uit ervaring weet ik dat op clubniveau de banen die bestemd zijn voor de vijf topzwemmers ook gebruikt worden door tien mindere clubzwemmers. Daarmee doe je die vijf toppers te kort, en dat willen we niet. Als we het doen, doen we het goed."

Vervoorn, tegenwoordig directeur van de Academie voor Lichamelijke Opvoeding in Amsterdam, weet waarover hij praat. In de tweede helft van de jaren tachtig schiep hij bij De Dolfijn een semi-professioneel klimaat, waar topzwemsters als Connie van Bentum, Jolanda de Rover en, jaren later, Inge de Bruijn tot wasdom kwamen. Het Dolfijn-model fungeerde in 1993 als blauwdruk voor PSV, toen de club uit Eindhoven besloot het roer om te gooien. Nu, acht jaar verder, zijn de rollen omgedraaid en geldt het Brabantse zwembolwerk ironisch genoeg als voorbeeld waaraan Bloem, Elzerman en Vervoorn zich spiegelen.

Niet voor niets ging het drietal onlangs op de koffie bij Cees-Rein van den Hoogenband, de Eindhovense stichtingsvoorzitter die destijds bij PSV de aanzet gaf tot de breuk met het verstikkende amateurisme. "Hij heeft ons onder meer voorgehouden om hoog in te steken, en niet al te bescheiden te zijn", zegt Bloem. "Verder wees hij op het belang van een goed doortimmerd businessplan, met vooral oog voor de langere termijn."

Elzerman en Vervoorn riepen de hulp in van Van den Hoogenband. "Een plan schragen is iets anders dan zwemmers hard laten zwemmen", weet Vervoorn. " Waar het om gaat is een goed beleidsplan, zodat wij ook daadwerkelijk in staat zijn om mensen harder te laten zwemmen."

NRC Webpagina's
14 FEBRUARI 2001


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad