Spike Lee over gangstarap als Minstrel Show
'Hiphop soort black face'
Amerikaans regisseur Spike Lee
maakt zich al jaren boos over de manier waarop zwarten worden
geportretteerd in de media. Zijn nieuwste, in Berlijn gepresenteerde
film, Bamboozled, gaat er helemaal over. Een gesprek met Lee
over gangstarap en Al Jolson.
Door DANA LINSSEN
BERLIJN, 14 FEBR. Er was niet één grote Amerikaanse studio
die het aandurfde Bamboozled in productie te nemen, zo
verklaarde regisseur Spike Lee op de persconferentie ter gelegenheid
van de première van zijn vijftiende speelfilm tijdens het
Filmfestival Berlijn. Toch is Lee's op digitale video gedraaide
zwaarmoedige satire op de positie van zwarte Amerikanen in de
amusementsindustrie een van zijn meest persoonlijke films tot nu toe.
Naast hoofdpersoon Pierre Delacroix (Damon Wayans uit Scary
Movie), een ambitieuze en geassimileerde scenarioschrijver voor een
Amerikaanse televisiezender die onbedoeld de vol racistische ondertonen
geproduceerde Minstrel Shows uit het begin van de negentiende eeuw
nieuw leven inblaast, voert Bamboozled tal van zwarte
stereotypen ten tonele. Voor het eerst maakt Lee het publiek deelgenoot
van zijn worsteling met de vraag of er een eenduidige manier is om
(verzwegen) racisme, ook bij zwarten zelf, aan de kaak te stellen. Het
maakt zijn film minder pamflettistisch dan voorheen en doet een groter
beroep op het onderscheidingsvermogen van de toeschouwer.
"De Amerikaanse maatschappij is in al zijn geledingen doortrokken van
racisme", berijdt Lee tijdens een groepsinterview in Berlijn zijn
favoriete stokpaardje. Toch is hij genuanceerder dan bij de
persconferentie waar hij op zijn militante reputatie werd aangevallen.
"Het wordt tijd dat zwarten ook bij zichzelf te rade gaan in hoeverre
ze dat racisme in stand houden", vertelt hij een dag later. "De
populariteit van gangsta rap buiten de zwarte gemeenschap is daarvan
een goed voorbeeld. In mijn opinie is de gangsta rap een heropleving
van de Minstrel Shows van vroeger, die in de jaren vijftig op televisie
werden voortgezet, waarin zwarten zich met behulp van roet nog zwarter
schminkten dan ze al waren en gruwelijke clichébeelden
vertolkten. In de manier waarop de hip hop cultuur voor
reclamedoeleinden wordt gebruikt zie je weer dezelfde stereotypen van
domme dansende zwarten. Daar werken de artiesten zelf aan mee."
Bamboozled sluit af met een compilatie van filmbeelden waarin bij
voorbeeld Judy Garland, Mickey Rooney en Bing Crosby met make-up 'black
face' opbrengen en die herinneren aan Al Jolsons optreden in The
Jazz Singer. Lee: "Dit materiaal behoort tot de Amerikaanse
geschiedenis, maar als deze films nu op tv worden uitgezonden, zijn die
scènes eruit geknipt. Ik had bijvoorbeeld graag een cartoon
waarin Bugs Bunny 'black face' opdoet in de film opgenomen, maar die
ligt bij Warner Bros. achter slot en grendel. Deels omdat ze zich
ervoor schamen, deels omdat er grote financiële belangen mee zijn
gemoeid. Maar deze beelden maken deel uit van onze cultuur en wie ze
niet kent, maakt net als Delacroix de kans om ze uit wat voor motieven
dan ook te herhalen. Kijk maar hoe zwarten worden geportretteerd in
films als The Green Mile, Family Man en The Legend of
Bagger Vance."