N R C   H A N D E L S B L A D  -  C O L U M N S
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

Andere columnisten

13 FEBRUARI 2001

Kijkersleed?

De presentator van de NOS-rubriek Buitenhof leek vorige week zondag een nationale protestactie te willen losmaken toen hij kwaad aankondigde dat zijn rubriek 11 februari voor één keer een half uur zou worden ingekort en naar een vroeger tijdstip zou worden verplaatst wegens allerlei sportuitzendingen. Het was duidelijk dat hij weinig overhad voor de kniebuiging van zijn bazen voor de kijkcijfers. Hoewel ik me qua CAO verplicht wist tot een zekere emotionele solidariteit had ik toch het idee dat het hier om een ramp van beperkte omvang ging.

Dat idee werd sterker toen een verkoudheid en een zwerende kies me afgelopen weekeinde binnen hielden en dat nadeel werd gecompenseerd door het voordeel dat ik meer naar de tv keek dan anders. Zodoende kon ik zowel de vervroegde aflevering van Buitenhof als het spectaculaire wereldkampioenschap schaatsen en de klinkende Nederlandse Davis-Cupvictorie over Spanje grotendeels zien. Nu ja, die adjectieven kiest men, gegeven de goede afloop, bij een verstandige omgang met de nationale lees- en kijkcijfers haast vanzelf.

Van de NOS-bazen had die tennisoverwinning misschien zelfs minder klinkend mogen zijn. Want in het Davis-Cupduel werden, vrij naar het lied op het ontzet van Bergen op Zoom, de Spaense scharen zó goed gestut, mede dankzij de voor hen moeilijke harde ondergrond van de baan in Eindhoven, dat de stand zaterdag al 3-0 was geworden en de resterende partijen zondag dus zonder belang waren. Voor het kijkersleed dat daaruit voortvloeide kan naar Frits Abrahams' rubriek op de Achterpagina van gisteren worden verwezen.

Ook inzake het schaatsen kreeg de kijker afgelopen weekeinde enig ongeluk te verwerken. De temperaturen boven de buitenbaan in Boedapest maakten het nodig de laatste afstanden zondag te spreiden over de ochtend en de late middag. En dus moesten er, al was het maar om de dag door te komen, vele gesprekken en gesprekjes worden ingelast waarin insiders de kans kregen om (voorzichtig) uit te leggen wat Rintje Ritsma dan wel Ids Postma dan wel ‘onze' Belgische Bart Veldkamp beweegt. Of zou kunnen bewegen. Of waarom die Anni Friesinger uit het Beierse Bad Reichenhall zo aardig Nederlands spreekt. Die is namelijk bevriend met Ids, en dus eigenlijk ook al een beetje van ons. Want om ons gaat het, ook daar in Boedapest, dat eerst niet leek te deugen (qua ijs) maar uiteindelijk toch prima was. We zijn er veruit de hoofdmacht, en zeker bij de mannen. Op de tribunes, op de baan, qua muzikale beleving, qua deskundigheid. Qua karakter ook, want Ritsma, Postma en de aan België geleende Veldkamp zijn ,,schaatsers die willen sterven - liefst doodgaan in bevroren bloed, zweet en tranen'', aldus Guus van Holland gisteren in deze krant. Zij kunnen trouwens eigenlijk niet anders, want zij dragen ,,de genetische sporen van hun nimmer verzakende voorvaders''.

Het is maar hoe je het ziet, het is maar wat voor voorvaders je hebt. Sylvain Ephimenco, die op dezelfde sportpagina verslag doet van zijn zondagse pendel tussen Boedapest en de ijskast, ziet het anders, hij heeft vast heel andere voorvaders gehad. Hij had het leed dat hij in Nederland doorgaans beleeft dit keer bij het schaatsen gezocht en ruimschoots gevonden. Zo was er, verdeeld over vijf kolommen, een ongedacht evenwicht ontstaan op die pagina.

Kijkersleed? Het gehalveerde Buitenhof had een kwartet mensen bijeen gebracht die kandidaat willen zijn voor het voorzitterschap van de PvdA. Drie van hen beleden hun grote afstand van ‘Den Haag', de vierde - het Tweede-Kamerlid S. Dijksma - had het daaromtrent moeilijker. Zij spraken stevig door elkaar heen maar wie goed luisterde kon toch horen dat zij allevier hetzelfde willen: Kok moet/mag blijven maar ten bate van het democratisch herstel van de grootste regeringspartij moeten de leden meer invloed krijgen. Dat is een mooi ideaal, zolang de leden en de partij-organisatie althans niet vergeten dat het mandaat van gekozen volksvertegenwoordigers (de ‘Haagse' politici dus) nóg zwaarder weegt. Wat dat betreft was het al een heel ding dat geen van de vier antwoord wilde geven op de vraag met wie de PvdA over ruim een jaar moet gaan regeren. Met GroenLinks of niet, vroeg interviewer Witteman, ,,zodat de mensen weten waar u staat''. Back to the seventies.

Wie terugdenkt aan de jaren zeventig en tachtig en aan wat de partijleiding, partijraden en partijcongressen destijds met hun (grotere) invloed deden, kan zich afvragen of dit ideaal wel altijd zo ideaal is. Die congressen eisten nu eens het verlaten van de NAVO of de nationalisering van alle huurwoningen, dan weer namen zij (in '72) ‘ononderhandelbare' verkiezingsprogramma's aan. Na de verkiezingen moest daarover in een lucht van politiek bederf natuurlijk toch worden onderhandeld, al mocht dat niet zo heten. Den Uyls tweede kabinet kwam er in 1977 niet, ondanks zijn winst van tien Kamerzetels, doordat hij zwichtte voor de veto's van een haastig bijeengeroepen partijraad. Overigens leefden de partijkaders zich in de jaren tachtig onder leiding van toenmalig voorzitter Max van den Berg uit aan een polariserende ‘nederlagenstrategie' die veel ‘strijdpunten', drukke congressen (‘wilt u nu afronden?') en veel gelijk in eigen kring opleverden maar weinig regeringsverantwoordelijkheid.

De PvdA kan moeilijk regeringspartij zijn zonder een voet te houden in het centrum van de kiezersmarkt. Als zij zich door haar kaders en haar leden op twee linkervoeten laat zetten - eventueel onder het historische motto ‘feiten zijn rechts' - kan zij het regeren wel vergeten. Wat dat betreft is de slogan ‘meer invloed voor de leden' er een die om precisering vraagt. Namelijk een precisering die rekening houdt met het recht op invloed van de leden én met de aspiratie van de PvdA om te regeren. Heel wat ‘Haagse' PvdA'ers weten dat best, maar weigeren een kik te geven. Dat is óók een probleem.

J.M. Bik

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad