N R C   H A N D E L S B L A D  -  C O L U M N S
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


JL HELDRING
ROEL JANSSEN
CS VRIJDAG
ELSBETH ETTY
YOUP VAN 'T HEK
KAREL KNIP
PAUL DE LEEUW
LEO PRICK

6 februari 2001

Moreel ringsteken

J.M. Bik
'De republiek vleit de menigte, die in den staat niets meer ziet dan rechten en belangen van individus.' Dit citaat uit Thorbeckes Narede van 1869 gaf Cees Fasseur twee jaar geleden als motto vooraf mee aan het eerste deel van zijn biografie van Wilhelmina, koningin van 1898 tot 1948.

Wilhelmina, zelf een dochter uit een (tweede) huwelijk dat haar toen 62-jarige vader Willem III in 1879 sloot met de 20-jarige Duitse prinses Emma van Waldeck-Pyrmont, was bij haar inhuldiging de dunne draad waaraan de regerende Oranje-dynastie hing. Bij zijn dood in 1890 had Willem III immers alle kinderen uit zijn eerste huwelijk overleefd. Wat betekende dat, mocht Wilhelmina kinderloos blijven, de Nederlandse kroon op termijn volgens de toenmalige Grondwet wel eens naar de een of andere verre Duitse verwant zou kunnen gaan. Maar Nederland was ook destijds al naar een woord van Wilhelmina's eerste minister van Buitenlandse Zaken W.H. de Beaufort (1897-1901) ,,wel oranjegezind maar volstrekt niet monarchaal''. Dus of die, even later uit de Grondwet geschrapte, alternatieve optie echt een kans zou hebben gekregen, mag worden betwijfeld.

Kortom: een eeuw geleden was er zowel in notabel Nederland als in brede lagen van de traditioneel achter Oranje staande bevolking grote bezorgdheid over de vraag of het koningshuis zou overleven. De vraag die velen vandaag bezig houdt rondom de partnerkeus van de kroonprins, namelijk of onze beugel de vader van diens eventuele partner kan doorlaten, was toen nog ondenkbaar. Of eigenlijk: over die vraag werd vooraf overwegend door anderen beslist, namelijk door ministers en koningin-moeder Emma, op basis van staatsraison. In Wilhelmina's geval waren de afwegingen daarvoor, ik volg Fasseur nog even, erg ingewikkeld. Haar huwelijkspartner mocht niet van te lage adel of rooms-katholiek zijn, hij moest tot een regerend geslacht behoren, de goedkeuring van de Duitse keizer hebben zonder al te veel gelieerd te zijn aan de vorst van dat machtige buurland. In het algemeen moest de partner voorts qua herkomst passen bij de Nederlandse neutraliteit.

Bovendien moest hij recht van lijf en leden en niet te oud zijn, niet te veel een (indirecte) familierelatie met de Oranjes hebben, wat door de familiaire verwevenheid van vorstenhuizen en hoge adel in Europa ook een stevige eis was. Dominant mocht hij ook niet zijn, dat was Wilhelmina zelf al, en hij moest haar ook bevallen. De oplossing van deze delicate puzzel kwam in de persoon van groothertog Hendrik van Mecklenburg-Schwerin, een niet uitzonderlijk slimme man uit een agrarische, dunbevolkte en feodale Duitse deelstaat, waar tot 1918 geen gekozen volksvertegenwoordiging bestond. In 1901 werd getrouwd, na enkele Hollands-zuinige en daardoor pijnlijke parlementaire debatten over het jaargeld (géén) en het eventuele weduwnaarspensioen van de nieuwe prins-gemaal. De dynastieke spanning hield, na enkele miskramen van Wilhelmina, nog aan tot 1909, toen Juliana geboren werd.

Wat een weelde beleeft, zo lijkt het, de Nederlandse kroonprins een eeuw later. Hij mag de stem van zijn hart volgen en helemaal zelf een vrouw kiezen. Nu ja, dat is te zeggen, hij moet zich voorbereiden op een constitutioneel koningschap in een parlementaire democratie. Wat betekent dat hij niet alleen volgens zijn hart maar ook naar genoegen van zijn moeder, het kabinet en de Tweede Kamer moet kiezen, wil hij koning worden. Maar ook naar genoegen van het volk, de bondgenoot die Oranje al eeuwen achter de notabelen en politici aanwezig weet. En die bondgenoot heeft Máxima Zorreguieta, kennelijk intussen koninklijk goedgekeurd, vorige week met een lach en enkele wuifbewegingen al gedeeltelijk gemobiliseerd.

Zometeen krijgt Nederland een gevecht met een voorspelbare afloop: Oranje en het volk tegen een deel van de Tweede Kamer en het Republikeins Genootschap. Inzet van dat gevecht: Mag Máxima's vader, de man die minister van Landbouw was onder de Argentijnse militaire junta ('77-'83), straks zichtbaar aanwezig zijn? Of misschien zelfs: kan de kroonprins er niet voor zorgen dat zijn hart slechts uitgaat naar iemand met aanvaardbare familiebetrekkingen? Moet hij, vóór hij zijn hart definitief aan iemand schenkt, de begunstigde als het ware eerst voorhangen op het Binnenhof? Voor zover er in het amoureuze al iets te regelen valt, lijkt dat een bezwaarlijk en nogal onpraktisch vereiste.

Nu, de mensenrechten zijn niet in het geding, dan doet hij maar afstand van de troon, zegt de consequent-democratische onderdaan dan wellicht. Tja, maar dan is er nog het volk en het democratische beginsel dat de meeste stemmen gelden, ook als het de erfopvolgende Oranjes raakt. Kan het zijn dat sommigen die vinden dat de keus van een partner van de kroonprins zó goed moet zijn, ook wat haar familie betreft, eigenlijk vinden dat Nederland van het erfelijk koningschap af moet of althans daarvan zo min mogelijk willen merken? Zo ja, dan kunnen zij toch voor een gekozen president pleiten? Dat gebeurde zo'n 35 jaar geleden ook wel, toen de huidige koningin met een Duitser trouwde en nog vrij algemeen werd aangenomen dat in de oorlog 110 procent van de Nederlanders verzetswerk had gedaan. Jan Blokker veronderstelde daarop in een somber stukje dat we dan wellicht de destijds heel populaire minister Luns twintig jaar als president zouden krijgen.

Voor de Oranjes zal de schade waarschijnlijk wel loslopen, zeker op langere termijn. Zij hebben de afgelopen eeuwen voor andere, hetere vuren gestaan, zeg honderd jaar geleden. Nederland zelf, het land dat prima handel dreef met het Videla-regime, dat het woord apartheid internationale bekendheid zag krijgen, dat de slavernij pas in 1863 (in Suriname) afschafte, dat de Duitse socialist en vluchteling Willy Frahm (de latere Willy Brandt) wegzond van zijn neutrale grens dat Nederland zou in buitenlandse ogen enige verbazing kunnen wekken als morele ringsteker. Maar zó erg is dat ook niet, dat doen we vaker, als het moet lachen we straks gewoon zelf mee.

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad