International Film Festival Rotterdam
Rotterdam vrijplaats voor spirituele films
Door HANS BEEREKAMP
ROTTERDAM, 31 JAN. Een oude
jezuïet loopt door een lange kloostergang. De camera die hem op de
voet volgt, zwenkt halverwege even naar een raam en onthult een door de
felle zon zwaar overbelicht tuinlandschap. Dan keert de camera terug
bij de achterkant van G.C.M. Pijnenborg SJ, en volgt hem door het
trappenhuis naar beneden, in tegenlicht. Dan loopt de hoofdpersoon
opnieuw door een lange gang, in omgekeerde richting en stapt de tuin in.
In de volgende scène poseert de geestelijke naast een boom,
terwijl een groep ganzen achter hem langs stuift. Ze worden opgejaagd
door een man met een baard, in wie de toeschouwer Jan Willem van Dam
herkent, de regisseur van de documentaire.
Is De geestelijke verovering van de wereld nog wel een
documentaire? De kans dat de eergisteren door het International Film
Festival Rotterdam in wereldpremière vertoonde film ooit een
officieel documentairefestival haalt, of de Nederlandse publieke
televisie, of dat Van Dam (Dokkum, 1962) subsidie krijgt van het
Nederlands Fonds voor de Film, moet zeer klein geacht worden. Zijn voor
40.000 gulden in eigen beheer geproduceerde film doet namelijk van
alles wat niet hoort, volgens de deskundigen. Belichting, kadrering,
montage, cameravoering en het parmantige gedrag van de regisseur in
beeld tarten de heersende opvattingen over kwaliteit, maar het portret
van zijn voormalige leraar Nederlands is wel een film met een ziel
én met een rigide structuur. Adembenemend zijn de
rechtlijnigheid en de sereniteit van de wereld die Van Dam in zijn film
verovert. Daarin zitten oude mannen van God aan lange tafels met
geblokte kleedjes onder abstracte schilderijen en praten over literatuur
of religie. Ook de sloten en door bomen omzoomde landwegen doen aan
Mondriaan denken, of Peter Struyken. Zo'n kwetsbare, maar uit het hart
komende spirituele film kan in Nederland alleen nog op het Rotterdamse
festival terecht. Gelukkig durft men daar nog de nek uit te steken met
films die het risico lopen slecht begrepen te worden.
Ook al is zij bekender dan Jan Willem van Dam, Chantal Akermans laatste
film, La captive vrij naar Marcel Prousts La
prisonnière, zal hier evenmin verder komen dan het
Rotterdamse festival. Toch is het een van haar meest consequente en
vormvaste speelfilms sinds lang. Samen met Eric de Kuyper, met wie
Akerman al bij haar allereerste films samenwerkte, schreef zij een
aangenaam, politiek incorrect scenario over een geobsedeerde
liefdesrelatie, tussen een man en een vrouw die grote afstand tot
elkaar bewaren. Zij hebben ieder een eigen slaapkamer, en de vrouw
vraagt aan de man wanneer hij bereid is haar te ontvangen. Maar hij is
afgunstig op haar vriendinnen, op het bestaan van een vrouwenwereld,
waar hij geen deel aan heeft. La captive vereist geduld van de
kijker, en inlevingsvermogen in een niet meer direct herkenbare relatie.
Wie dat op kan brengen wordt beloond met een bijzondere ervaring,
waarop ook de titel De geestelijke verovering van de wereld van
toepassing zou kunnen zijn.