T I T E L : |
Code inconnu |
R E G I E : |
Michael Haneke |
M E T : |
Juliette Binoche, Thierry Neuvic, Sepp Bierbichler, Alexandre Hamidi, Ona Lu Yenke, Luminata Gheorghiu, Paulus Manker, Arsinée Khanjian |
In: Rialto, Amsterdam; Lantaren/Venster, Rotterdam (vanaf ma); Haags Filmhuis; 't Hoogt, Utrecht; Filmcentrum Poelestraat, Groningen; Lux, Nijmegen
Michael Haneke verkent filmtaal in lange, ongecoupeerde scènes
De Europese toren van Babel
Door HANS BEEREKAMP
De proloog van Code
inconnu, de eerste Franse film van de Oostenrijkse regisseur Michael
Haneke, laat eloquent gebarende dove kinderen zien. De meeste kijkers
zullen echter niet verstaan wat ze zeggen, want de vertaling wordt niet
bijgeleverd.
De gemakkelijkste lezing van Haneke's film, die als ondertitel draagt Récit incomplet de divers voyages
(Onvolledig verslag van verschillende reizen), is dat Europa een toren
van Babel is geworden, waar in hoog tempo versmeltende (sub)culturen
elkaar niet meer begrijpen, omdat ze verschillende communicatiesystemen
hanteren. De tweede scène, een ononderbroken camera-instelling
van acht en een halve minuut, vertelt zo'n verhaal van fatale
misverstanden. Een jonge boerenzoon is van huis weggelopen en zoekt zijn
in Parijs wonende schoonzuster op, een actrice (Juliette Binoche). Zij
heeft geen tijd, want ze moet repeteren voor een film, maar geeft hem de
toegangscode van haar appartement. De jongen koopt een croissant en
gooit het verfrommelde papiertje in de handen van een bedelares. Een
Afrikaanse voorbijganger spreekt hem daarop aan, en er ontstaat een
handgemeen, waarbij de politie ingrijpt. Het incident heeft
verschillende gevolgen voor alle betrokkenen, die Haneke stuk voor stuk,
veelal in virtuoze zogeheten plans séquence zonder montage
in kaart brengt, om ten slotte weer te eindigen bij de dovenklas, waar
de voorbijganger leraar blijkt te zijn.
Maar Code inconnu is niet alleen een briljant betoog over
communicatie, over de blik op de wereld van een boer die zijn vee doodt,
illegale Roemeense vluchtelingen, een fotograaf in Kosovo en een
Malinese taxichauffeur. Het is ook een film over film, over de illusie
van fictieve beelden, die zelfs ongemonteerd niet per se de waarheid
hoeven te vertellen. Elementen uit alle eerdere films van Haneke keren
terug: een wrede, onontkoombare moord op een toevallig slachtoffer
(Funny Games), het slachtpistool uit Benny's Video en de
puzzelstructuur van 71 Fragmente einer Chronologie des Zufalls.
Het meeste effect sorteert Haneke's tour de force wanneer je
tevoren niet weet wat er te gebeuren staat, en welke scènes
behoren tot de speelfilm waarin de actrice een rol vertolkt. De kilte
die Haneke vaak wordt verweten, omdat hij niet expliciet positie kiest
en onprettige gebeurtenissen presenteert als onderdeel van een
noodlotsmechaniek, wordt op de een of andere manier verzacht door zijn
afstand tot de Franse cultuur. De Parijse personages worden met meer
mededogen bezien dan de Oostenrijkse in Haneke's vorige films, die soms
triomfantelijk leken in hun wreedheid. Opnieuw is Haneke's boodschap:
kijk eens wat een ellende er is, maar ook: kijk eens, er is nog
Zivilcourage, en niet alles is zo erg als het op het eerste
gezicht lijkt. Dat een Afrikaan een slechter tafeltje krijgt in een
restaurant dan hij gereserveerd heeft, hoeft niet uit racisme voort te
komen, en niet elk kind dat op de balustrade van een balkon klimt, valt
naar beneden. Bewondering wekt vooral de totale beheersing door Haneke
van de filmtaal. Met zijn cameraman Jürgen Jürges construeerde
hij schitterende, schijnbaar alledaagse spektakelscènes, die soms
bijna documentair lijken, maar waarin niets aan het toeval overgelaten
wordt. Zonder twijfel is Haneke op dit moment een van de meest
interessante Europese filmauteurs, die in Frankrijk, waar hij
kortgeleden de opnamen voltooide voor de verfilming van een roman van
Elfriede Jellinek, nog beter tot zijn recht lijkt te komen dan in de
haat-liefde-omhelzing met zijn vaderland.