U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

N R C   H A N D E L S B L A D  -  F I L M  &  V I D E O
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

T I T E L : Baby Blue
R E G I E : Theo van Gogh
M E T : Roeland Fernhout, Susan Vidler, Oliver Cotton, Nienke Römer, Renée Fokker, Najib Amhali, Jack Wouterse, Eric van Sauers, Maarten Wansink, Marijke Veugelers, Cas Enklaar

In: 26 theaters

Universele genrefilm

Door HANS BEEREKAMP
De tiende speelfilm van Theo van Gogh, Baby Blue, is verreweg de duurste en ook de eerste waarin een groot deel van de dialogen in het Engels uitgesproken wordt. Voor dat laatste bestaat een goede reden: de nieuwe overburen van een jong stel (Roeland Fernhout en voormalig soapactrice Nienke Römer) in Almere zijn Engelsen.

Werden de voormalige uitstapjes van enfant terrible Van Gogh naar de commerciële filmindustrie (Terug naar Oegstgeest, Vals licht, niet toevallig beide literatuurverfilmingen) veelal beoordeeld als inferieur aan zijn meer eigenzinnige low-budget-films (06, Blind Date), in het geval van Baby Blue, een elegante psychologische thriller geschreven door Tomas Ross, blijkt de agent-provocateur ook deze stiel aardig te beheersen.

Van Gogh maakt voor het eerst, voorzover ik het kan overzien, een film lang geen enkel vilein grapje ten koste van een van zijn vele vijanden in de grachtengordel. Ook stilistisch en thematisch getuigt Baby Blue van volwassenheid; je zou het slotbeeld, waarin een alleenstaande vader door het bestaan van zijn kind aan het langste eind trekt, kunnen opvatten als een knipoog naar de door de regisseur vaak beleden persoonlijke waardering van het ouderschap.

De problemen van Baby Blue zijn van een andere aard. Nog meer dan in Van Goghs vorige film De pijnbank stellen de gecompliceerde scenarioverwikkelingen, waarvan geen enkele in een recensie vermeld zou mogen worden, hoge eisen aan het puzzelvermogen van de toeschouwer. Die moet zo hard zijn best doen om te begrijpen wat er precies gebeurt, dat hij nauwelijks meer toekomt aan een waardering van de knappe mise-en- scène. Het kraakheldere en zwierige camerawerk van Tom Erisman en de art direction in primaire kleuren van Ruud van Dijk doen vermoeden dat de titel verwijst naar het broeierige design-meesterwerk Betty Blue (Jean-Jacques Beineix, 1986). Baby Blue is een betere film, omdat die opvallende vormgeving dit keer ten dienste staat van een doortimmerd scenario. De enige fout van Van Gogh en Ross is dat ze bij het zwaluwstaarten hun publiek overschatten. Halve aanwijzingen en impliciete referenties aan misdadige praktijken (let op de groot uitgevallen vrieskast!) horen niet thuis in een hitchcockiaanse stijloefening. De kunst van het genre is om de kijker steeds één stap, niet vijf stappen vóór te blijven. Het zou jammer zijn als dit gebrek aan ervaring met een in Nederland te weinig beproefd genre Baby Blue de das omdoet bij het publiek. Als er hier dan toch een filmindustrie moet komen, die internationaal aansprekende genrefilms produceert, dan is Baby Blue, dat couleur locale vervangt door universele kleuren, en zo de tegenhanger vormt van Lek, weer een forse stap in de goede richting.

NRC Webpagina's
24 JANUARI 2001


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad