|
|
|
NIEUWSSELECTIE KNSB
|
Sprintspecialist Jan Maarten Heideman wint tweede
marathon op natuurijs
De kick van krakend schuurpapier
NOORDLAREN, 18 JAN. Het advies van zijn vriend, ploeggenoot en grote voorbeeld Dries van Wijhe had hij in de wind geslagen. Jan Maarten Heideman reed dinsdagavond naar de tv-studio in Hilversum, om daar met concurrent en Elfstedentochtwinnaar Henk Angenent tot middernacht uitgebreid over het marathonschaatsen te praten. Mooi onderwerp midden in deze echte winter, met bijpassende beelden die eerder op de dag bij Elburg op het Veluwemeer waren gemaakt. Heideman en 'Dolle Dries' schaatsend over het ijs, langs rietkragen, tegen een ondergaande zon. "Krakend ijs onder je voeten", mijmerde Heideman in de studio, "dat is het mooiste geluid". Van Wijhe bekeek de late uitzending van Studio Sport niet. Hij had de video ingesteld en was om tien uur in bed gekropen. Had zijn oogappel volgens hem ook beter kunnen doen, met de volgende dag een marathon op natuurijs voor de boeg, in het Groningse Noordlaren, vlakbij de grens met Drenthe. Nou ja, natuurijs. Net als de eerste marathon van dit seizoen, vlak voor kerst in het Drentse Veenoord, was er een tractor met giertank aan te pas gekomen om met intensief sproeiwerk een ijsbaan te creëren. In Noordlaren was op initiatief van ijsclub De Hondsrug een skeelerbaan onder een paar centimeter dikke laag water gezet. De vorst had er een mooi baantje van gemaakt, achter de openbare lagere school van het 700 inwoners tellende dorp. Noordlaren en omgeving was uitgelopen voor het evenement. Met enkele rijen dik omzoomden de toeschouwers de ongeveer 350 meter lange baan. "Het is zaak hier overeind te blijven", zei Heideman met een zorgelijke blik op de stoeprand langs de baan. Voordeel: bij het sproeien kon het water niet weglopen. Nadeel: een gevallen schaatser zou zich flink kunnen bezeren. Er gingen geluiden op de wedstrijd om veiligheidsredenen op het allerlaatste moment niet door te laten gaan, maar om één uur ging het peloton met "de mannen van de lange adem" van start, voor een uur en tien ronden. Heidemans ploeggenoot Ruud Borst ging meteen in de aanval. Ook de eerste valpartij liet niet lang op zich wachten. Beert van der Hoorn ging onderuit, stuiterde over de stoeprand en kwam op de keiharde grasgrond tot stilstand. Hij gebruikte zijn arm als bumper. Vroeger deed hij aan judo. "Dat kwam nu mooi van pas", zei hij een paar minuten later, toen hij op een bankje zijn schaatsen voor sportschoenen verruilde. Ongedeerd. "Ik kon m'n val breken." Net als de meeste van zijn collega's had Van der Hoorn bij zijn baas al een vrije dag geregeld voor de wedstrijd in Noordlaren. Muskusrattenvanger is hij van beroep, afkomstig uit Oosterwolde, Gelderland. Anderhalf uur autorijden van Noordlaren. "Deze vorstperiode zet niet door", wist de man met startnummer 84. Die wetenschap had hij niet van de televisie. "Want die heb ik niet. Wat ik niet nodig heb, koop ik ook niet." Van der Hoorn is een natuurmens, de polder is zijn werkterrein. "De vorst houdt niet aan omdat de mollen bovenin de grond zitten en beginnen te wroeten. Heb ik gisteren nog gezien." Dat doen die beestjes volgens hem niet als het hard blijft vriezen. Dan dalen ze af naar een meter onder het aardoppervlak. "En achter de vliegtuigen zie je nog geen condensstrepen, dus in de bovenste luchtlagen is het ook nog niet koud genoeg." Niemand durft de muskusrattenvanger tegen te spreken. Intussen had René Ruitenberg de handdoek in de ring gegooid. Met een braam op een schaats was de ploeggenoot van Angenent aan de wedstrijd begonnen en doordat er veel zand op de baan was gewaaid, werden zijn problemen alleen maar groter. "Ik had geen grip meer en het had geen zin geforceerd rond te blijven rijden." Dus stapte Ruitenberg van de baan die aanvoelde als schuurpapier. "Dit zijn mooie repetities voor marathons op echt natuurijs, zoals de Hollands Venetiëtocht en de Oldambtrit, hier in Groningen", sprak Erik Hulzebosch na afloop, met een diep verlangen naar bevroren meren, kanalen, sloten en plassen. "Maar dan moet er nog heel wat gebeuren." Voor de finish had hij de eindsprint in de kopgroep van elf te laat ingezet. Jan Maarten Heideman was weer de snelste, net als in Veenoord, voor Rob van Meggelen en Hulzebosch. Marathons op echt natuurijs zitten er aan te komen, weet Ruitenberg. "Een NK? Dat zou zaterdag al kunnen." Ankeveen is een naam die gisteren over veler lippen ging als toneel van de NK op natuurijs. Op 30 december 1996 kon de nationale titelstrijd voor het laatst in eigen land worden georganiseerd, in Ankeveen, met Bert Verduin als winnaar. Het alternatief is een Open NK op de Oostenrijkse Weissensee, gepland voor volgende week zaterdag. "Koffie met Apfelstrudel en Sahne erop, reuze gezellig daar", zei Heideman. Natuurijs in Nederland heeft z'n voorkeur. "'s Avonds op teletekst kijken en dan de volgende dag weer rammen. Het hoeft geen drie maanden te vriezen, ik hoop wel dat we nog een paar gigantische klassiekers kunnen rijden." Kort na de huldiging, met Hulzebosch en Van Meggelen in een arreslee achter een span paarden over het ijs, zat de winnaar weer in de auto naar huis, in Oldebroek. Om bij zonsondergang nog even uit te rijden, op het bevoren Veluwemeer.
|
NRC Webpagina's 18 JANUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|