T V V O O R A F :
Dachau vs de Pacific holocaust
DANIELLE PINEDO
Het heeft altijd iets
unheimisch: leed met leed te vergelijken. Was de joodse holocaust erger
dan de moord op de Armeniërs? En waarom klagen over Nederlandse
armoede, als 'ze in Afrika' moeten vechten voor een voedselpakket.
Het zijn bekende dooddoeners. Maar belangrijker dan dat dergelijke
vergelijkingen mank gaan, is dat ze meestal tot tweespalt leiden. Lange
tijd wisten de onderhandelaars voor het rechtsherstel van de joodse,
Indische en zigeunergemeenschap in Nederland deze 'gewichtsdiscussie' te
omzeilen. Ze vochten voor hun eigen achterban, en gaandeweg de
onderhande lingen met de Nederlandse overheid werd duidelijk waar die
stond. Met name de joodse gemeenschap, in de persoon van Ronnie
Naftaniël, roerde zich sterk. En met succes: na maanden overleg
kwamen de delegaties een bedrag van 400 miljoen gulden overeen, ter
compensatie van het tijdens de oorlog van joden geroofde geld.
De Indische gemeenschap en de Sinti en Roma deden in de discussie over
rechtsherstel veel minder van zich spreken. Een woordvoerder van de
Landelijke Sinti Organisatie zei na afloop van de onderhandelingen dat
"haar mond openviel van verbazing" toen zij hoorde van de beloofde 30
miljoen compensatie. Het Indisch Platform, dat de Indische gemeenschap
vertegenwoordigde, zei daarentegen niet blij te zijn met het 'bod' van
250 miljoen gulden. Hun 'morele aanspraak' werd door de regering ten
onrechte uitgelegd als 'een gebaar'. Dat er binnen de Indische
gemeenschap onenigheid bestond over de te voeren onderhandelingstactiek
was bekend, maar de makers van Zembla tonen aan dat de
gewichtsdiscussie langzaamaan de overhand heeft gekregen. In Jaloers
op de joden een naar sensatie riekende titel laten zij Indische
Nederlanders aan het woord die reageren op het overeengekomen bedrag
dat de 'kille opvang' na de oorlog moet compenseren.
Onder hen drie leden van het Indisch Platform, bezoekers van een
jaarlijkse pasar malam en een lid van het Comité
Kampslachtoffers. Vrijwel allemaal zijn ze van mening dat het
regeringsaanbod voor de Indische gemeenschap in geen verhouding staat
tot dat voor de joodse. Zoals een van de geïnterviewden zegt: "Wij
worden achtergesteld, omdat zij het nationale schuldgevoel zijn,
en wij de restanten van een koloniaal verleden".
Het zijn harde woorden, maar daar blijft het niet bij. Zo meldt een
bezoeker van de pasar malam dat zijn ervaringen tijdens de 'Pacific
holocaust' veel erger waren dan die van de joden in Dachau.
Interviewster Mirjam Bartelsman doet gretig aan de gewichtsdiscussie
mee: "Wás Dachau dan niet erger?" wil zij weten. "Nee", zegt de
man "want ik heb drieëneenhalf jaar honger geleden." Een
andere geïnterviewde verzucht dat als 'de Jappen' hun
vernietigingsplannen hadden uitgevoerd, "wij die erkenning misschien nu
ook hadden gekregen". Opmerkelijk is ook de rol van de Nederlandse
regering in deze. Als we onderhandelaar R. Boekholt mogen geloven zou
"een van de ministers" tijdens een sessie zijn 'bod' hebben verdedigd
met de opmerking: " de joden werden met uitroeiing bedreigd, u niet".
Als tegenwicht laten de makers van Jaloers op de joden ook
één relativerend geluid horen. Zo geeft Ralph Boekholt
toe dat hij zich schaamt als Indische Nederlanders "elkaar publiekelijk
afmaken". "Joden en Indische mensen hebben ieder hun eigen geschiedenis
dat moet zo blijven". Hij lijkt vooralsnog een roepende in de woestijn.
Zembla: Jaloers op de joden, Ned.3, 21.18-22.00u.