U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  R A D I O  &   T E L E V I S I E
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 


S e l e c t i e


Televisie

Radio

T V   V O O R A F :
Dachau vs de Pacific holocaust

DANIELLE PINEDO
Het heeft altijd iets unheimisch: leed met leed te vergelijken. Was de joodse holocaust erger dan de moord op de Armeniërs? En waarom klagen over Nederlandse armoede, als 'ze in Afrika' moeten vechten voor een voedselpakket.

Het zijn bekende dooddoeners. Maar belangrijker dan dat dergelijke vergelijkingen mank gaan, is dat ze meestal tot tweespalt leiden. Lange tijd wisten de onderhandelaars voor het rechtsherstel van de joodse, Indische en zigeunergemeenschap in Nederland deze 'gewichtsdiscussie' te omzeilen. Ze vochten voor hun eigen achterban, en gaandeweg de onderhande lingen met de Nederlandse overheid werd duidelijk waar die stond. Met name de joodse gemeenschap, in de persoon van Ronnie Naftaniël, roerde zich sterk. En met succes: na maanden overleg kwamen de delegaties een bedrag van 400 miljoen gulden overeen, ter compensatie van het tijdens de oorlog van joden geroofde geld.

De Indische gemeenschap en de Sinti en Roma deden in de discussie over rechtsherstel veel minder van zich spreken. Een woordvoerder van de Landelijke Sinti Organisatie zei na afloop van de onderhandelingen dat "haar mond openviel van verbazing" toen zij hoorde van de beloofde 30 miljoen compensatie. Het Indisch Platform, dat de Indische gemeenschap vertegenwoordigde, zei daarentegen niet blij te zijn met het 'bod' van 250 miljoen gulden. Hun 'morele aanspraak' werd door de regering ten onrechte uitgelegd als 'een gebaar'. Dat er binnen de Indische gemeenschap onenigheid bestond over de te voeren onderhandelingstactiek was bekend, maar de makers van Zembla tonen aan dat de gewichtsdiscussie langzaamaan de overhand heeft gekregen. In Jaloers op de joden een naar sensatie riekende titel laten zij Indische Nederlanders aan het woord die reageren op het overeengekomen bedrag dat de 'kille opvang' na de oorlog moet compenseren.

Onder hen drie leden van het Indisch Platform, bezoekers van een jaarlijkse pasar malam en een lid van het Comité Kampslachtoffers. Vrijwel allemaal zijn ze van mening dat het regeringsaanbod voor de Indische gemeenschap in geen verhouding staat tot dat voor de joodse. Zoals een van de geïnterviewden zegt: "Wij worden achtergesteld, omdat zij het nationale schuldgevoel zijn, en wij de restanten van een koloniaal verleden".

Het zijn harde woorden, maar daar blijft het niet bij. Zo meldt een bezoeker van de pasar malam dat zijn ervaringen tijdens de 'Pacific holocaust' veel erger waren dan die van de joden in Dachau. Interviewster Mirjam Bartelsman doet gretig aan de gewichtsdiscussie mee: "Wás Dachau dan niet erger?" wil zij weten. "Nee", zegt de man "want ik heb drieëneenhalf jaar honger geleden." Een andere geïnterviewde verzucht dat als 'de Jappen' hun vernietigingsplannen hadden uitgevoerd, "wij die erkenning misschien nu ook hadden gekregen". Opmerkelijk is ook de rol van de Nederlandse regering in deze. Als we onderhandelaar R. Boekholt mogen geloven zou "een van de ministers" tijdens een sessie zijn 'bod' hebben verdedigd met de opmerking: " de joden werden met uitroeiing bedreigd, u niet". Als tegenwicht laten de makers van Jaloers op de joden ook één relativerend geluid horen. Zo geeft Ralph Boekholt toe dat hij zich schaamt als Indische Nederlanders "elkaar publiekelijk afmaken". "Joden en Indische mensen hebben ieder hun eigen geschiedenis dat moet zo blijven". Hij lijkt vooralsnog een roepende in de woestijn.

Zembla: Jaloers op de joden, Ned.3, 21.18-22.00u.

NRC Webpagina's
18 JANUARI 2001


( a d v e r t e n t i e s )

Klik hier

Klik hier

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad