|
|
|
Anjelica Huston
Anjelica Huston, waarschijnlijk het meest bekend als de morbide Morticia Addams uit de twee speelfilms die er zijn gemaakt naar de klassieke tv- serie over een disfunctionele familie met bizarre trekjes, is niet zomaar een ster. Dankzij haar stevige worteling in de filmgeschiedenis als dochter van regisseur John en kleindochter van opa Walter, hoort Huston tot de heuse Hollywoodadel, nog versterkt door het feit dat de drie generaties Huston rijkelijk zijn bedeeld met Oscars en Academy Award-nominaties. Anjelica won haar Oscar voor de bijrol van wraakzuchtige maffiaechtgenote in Prizzi's Honor (1985) onder regie van haar vader en naast Jack Nicholson, gedurende zeventien jaar haar partner in life and crime. Haar vader regisseerde ook haar zeer hatelijk ontvangen acteerdebuut A Walk with Love and Death (1969) en Anjelica was te zien in haar vaders laatste regie, The Dead (1987), naar James Joyce. De carrière van Anjelica Huston (Los Angeles, 9 juli 1951) vertoont een even grillig verloop als de karakters van de personages waarin het publiek haar het liefste ziet. Geboren uit het vierde huwelijk van haar vader, die ondertussen op locatie met Humphrey Bogart en Katharine Hepburn wat Oscars bij elkaar aan het verfilmen was met The African Queen, groeide ze op het Ierse platteland op. Hoewel ze er niet op is te betrappen haar officiële regiedebuut Agnes Browne uit 1999 (na de tv-film Bastard out of Carolina, 1996, een incestdrama dat het tot het programma van het Filmfestival van Cannes schopte) een autobiografische film te noemen, heeft ze tijdens haar kinderjaren in St. Cleran's talloze Agnes Brownes gekend, onverzettelijke alleenstaande moeders, vastbesloten te overleven. Huston speelt graag 'dames met ballen', zoals ze haar tamelijk spaarzame, maar altijd trefzekere filmoptredens omschrijft. Van de onberekenbare minnares van Martin Landau in Woody Allens Crimes and Misdemeanors (1989), onder wiens regie ze vier jaar later in Manhattan Murder Mystery weer zou staan, de boze opperheks in Nicolas Roegs Roald Dahl-verfilming The Witches (1989), de peroxideblonde oplichtster in The Grifters (1990) van Stephen Frears of binnenkort als de vertrouwelinge van intrigante Uma Thurman in James Ivory's Henry James-adaptatie The Golden Bowl. Om haar ongewone trekken kun je niet heen. In een van haar zwartgallige buien omschreef het voormalige model zichzelf als een zak door elkaar geschudde botten. Maar haar schoonheid mag dan niet klassiek zijn, intrigerend is zij des te meer.
|
NRC Webpagina's 17 JANUARI 2001
|
Bovenkant pagina |
|