De schaatsbond (KNSB) praat met zijn sponsors over de mogelijke opheffing van de kernploegen. Het einde van een instituut nadert.

Door onze redacteur ERIK OUDSHOORN

BASELGA DI PINÈ, 13 JAN. Twee jaar geleden werd commissielid Jan Augustinus er nog voor geschorst. Nu mag binnen de schaatsbond openlijk worden gesproken over de opheffing van de kernploegen. Wat al decennia als een onaantastbaar instituut wordt beschouwd, wankelt nu hevig door de toenemende commercialisering. KNSB-voorzitter Wim Schenk kan zich voorstellen dat het befaamde keurkorps na de Winterspelen van volgend jaar ophoudt te bestaan. " Er wordt intern al enige tijd over gesproken", zegt hij, "We tasten de nadelen af en zetten alle mogelijkheden op een rijtje. Met de huidige ontwikkelingen op commercieel gebied willen we een instantie als de kernploeg niet te allen tijde tot elke prijs behouden. Voorwaarde bij afschaffing is wel dat onze toprijders zich maximaal kunnen ontplooien in andere ploegen." Al enige tijd voert de bond in het kader van het beleidsplan 2002-2004 gesprekken met zijn sponsors over de mogelijke (nadelige) consequenties. De kernploeg is immers het uithangbord van de bond, dus ook van belang voor hoofdsponsor Aegon, die jaarlijks acht miljoen gulden investeert in de KNSB. Schenk: "We moeten een onderscheid maken tussen de twee kernploegen en het nationale team dat deelneemt aan de grote toernooien. De exposure wordt inderdaad minder, maar de hoofdsponsor staat altijd op de pakken van de rijders die deelnemen aan de World Cups, EK's en WK's."

De groeiende commercialisering maakt het instituut kernploeg steeds meer overbodig. Toppers vinden onderdak bij sponsorploegen, waar ze goed worden betaald. Voor de bond resteert op topniveau de tweede garnituur. Er zijn nu twee kernploegen, die van Gerard Kemkers en Ingrid Paul.

Topsportcoördinator Ab Krook vindt het nog veel te vroeg nu al een besluit te nemen over de toekomst van de kernploeg. "We zullen moeten afwachten hoe alles zich ontwikkelt", zegt hij. "Zijn er na de Winterspelen ook nog voldoende sponsors om onze toplicentiehouders financieel en sporttechnisch op hoog niveau te begeleiden? Als dat wel zo is, hoeft de afschaffing van de kernploegen geen probleem te zijn. Maar ik vind dat er nu te gemakkelijk over wordt gedacht. Laten we niet vergeten dat de sponsoring in de schaatssport op een financieel keerpunt is beland. Door de stijging van de salarissen is het voor een bedrijf net zo aantrekkelijk geworden om bijvoorbeeld in de wielersport te stappen. Geldschieters zullen na volgend jaar kritisch kijken naar de revenuen. Alleen als sponsors een intentieverklaring willen afgeven zou ik nu al over de toekomst van de kernploeg durven te beslissen." Kernploegcoach Gerard Kemkers stelt ook strikte voorwaarden aan het afschaffen van de schaatsteams. "Er moeten minimaal vijf kapitaalkrachtige sponsors bereid zijn ten minste vier jaar in het schaatsen te stappen. Ik praat dan over vier sponsorploegen en een geldschieter voor de bond die uiteraard wat minder gaat betalen dan Aegon nu doet. Er zou dus nog een commercieel team bij moeten komen. Ik vind dat je hierin zeer kritisch dient te zijn. De KNSB zou na vier jaar ook weer terug moeten kunnen keren naar de huidige situatie. Op dit moment behoort de bond een tweesporenbeleid te voeren en rekening te houden met twee opties: een situatie mét kernploegen en zonder."

Schenk vindt dat de bond de opleiding moet blijven verzorgen. "In het scouten en opleiden van talenten is de bond altijd sterk geweest. Bij ons zit de kennis en de ervaring. Je moet jeugdige rijders niet versnipperen over de commerciële ploegen. Jonge talenten hebben behoefte aan continuïteit. Daarnaast pleit ik voor een opvangklas voor schaatsers die de opleiding zijn ontgroeid, maar nog niet interessant zijn voor commerciële ploegen. Die rijders mogen niet tussen de wal en het schip raken."

Krook pleit voor een jeugdfonds dat wordt betaald door de sponsors van de commerciële teams. "Het zou een gezamenlijk project moeten worden onder auspiciën van de KNSB." Hij maakt zich geen zorgen over de toekomst van Paul en Kemkers als er een streep wordt gezet door de kernploegen. "Deze coaches zijn zo goed, zij komen altijd aan een baan." En Kemkers ten slotte zelf: " Ik vind dat er een opleidingsploeg moet blijven bestaan voor allrounders en sprinters, plus een Jong Oranje-team. Met die vier commerciële ploegen erbij heb ik straks zeven opties om aan de slag te blijven."

( a d v e r t e n t i e s )