U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  M E D I A
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

Parlement gruwt van trivialisering in de politieke journalistiek

Aaien en slaan


Op het Binnenhof zijn politici en journalisten verwikkeld in een voortdurende 'rat race'. Heeft Van Aartsen ruzie met Kok, dan berichten de media dat Van Aartsen misschien wel aftreedt. 'De fluistering regeert.'

Gijsbert van Es

Het persbericht rolde kort voor kerst van de fax. Kop: 'Parlementaire pers kakelt macht kritiekloos na.' Afzender: Jack de Vries, hoofd voorlichting van de CDA-fractie in de Tweede Kamer. Het was de dag nadat minister De Vries (Binnenlandse Zaken, geen familie) in het dagblad Trouw had gesproken over 'de leegte van het CDA'. De ministeriële opvatting was door vrijwel alle media overgenomen, maar om een reactie van het CDA had vrijwel niemand gevraagd. Daarop faxte de CDA-voorlichter op persoonlijke titel een persbericht met de mededeling: "Tal van journalisten kakelen kritiekloos de macht na en het basale recht op wederhoor wordt veelal vergeten. (...) Leeg is vooral het collectieve geheugen in Den Haag; dat van bewindslieden en journalisten."

Politici, voorlichters en journalisten leven in Den Haag bovenop elkaars lip. Ze zijn met elkaar verwikkeld in een permanent spel van praten en zwijgen, van duwen en trekken, van aaien en slaan. Kijkers, luisteraars en lezers krijgen dagelijks de grote en kleine daden van politici voorgeschoteld in de vorm van nieuws, vraaggesprekken, analyses, commentaren en columns. Maar the making of wordt zelden getoond. Soms, in tijden van hype (minister Peper versus Algemeen Dagblad, Marijke van Hees versus Vrij Nederland), wil er wel een vlaag van aanval en verdediging langswaaien over de wijze waarop journalisten zélf factor zijn in politieke intriges. Maar doorgaans blijft 'de journalistiek' veilig buiten het bereik van de eigen camera's, microfoons en kolommen. Afgelopen november deed PvdA'er Johan Stekelenburg een poging de discussie open te breken. Op een congres van de jubilerende Tilburgse journalistenopleiding pakte de burgemeester van Tilburg en Eerste-Kamerlid afgelopen november stevig uit tegen de politieke journalistiek. "Vierhonderd mediavertegenwoordigers aan het Binnenhof maken van de politiek een mediacircus", sprak Stekelenburg. "Journalisten [moeten beseffen] dat zij een voedingsbodem vormen voor populisme als zij doorgaan op deze weg van verplatting, verleuking en trivialisering van de politieke verslaggeving." De hartenkreet van Stekelenburg haalde hier en daar een krant, hij mocht zijn opvattingen komen toelichten in het tv-programma De leugen regeert en een enkele columnist liet zijn licht er over schijnen. Maar 'het debat' werd weinig intens gevoerd en stak niet diep. "De hoofdredacteur van het Brabants Nieuwsblad deed mijn verhaal af als 'gebrom van autoriteiten' en wist verder niet inhoudelijk te reageren", blikt Stekelenburg terug in zijn Tilburgse werkkamer. "Dat is meteen een van mijn bezwaren tegen de politieke verslaggeving. Journalisten oordelen voortdurend over de politiek. Akkoord. Maar als je hún de spiegel voorhoudt, lopen ze weg. Dan is al gauw de vrijheid van meningsuiting in gevaar."

Vraag politici - om het perspectief nu eens nadrukkelijk om te draaien - naar een oordeel over de politieke journalistiek en een stroom van gedachten en gevoelens komt los, variërend van diepe frustratie tot bezorgde overpeinzing. Thom de Graaf, D66-fractieleider in de Tweede Kamer: "De koningin zei: 'de leugen regeert'. Ik zou zeggen: 'de fluistering regeert'. Geruchten worden steeds vaker als feiten gebracht, het nieuws komt meer en meer uit de 'kringen rondom'."

Joop Atsma, oud-journalist en Tweede-Kamerlid voor het CDA: "Negentig procent van het politieke nieuws bestaat uit one-liners. Het zijn allemaal losse quootjes, waar verhalen omheen worden gebreid met een dramatische lading en met selectief gebruik van feiten."

Kees Vendrik, ex-medewerker van de Amsterdamse 'debattempel' De Balie en Tweede-Kamerlid voor GroenLinks: "Ontzag voor de feiten moet de basis zijn voor de journalistiek. Dat ontzag zie ik wegzakken. Feiten zijn ondergeschikt gemaakt aan beelden, aan indrukken, aan imago. Daarmee is een groot deel van de politieke verslaggeving buiten de werkelijkheid komen te staan." Clemens Cornielje, oud-voorlichter en vice- fractievoorzitter van de VVD in de Tweede Kamer: "Internationaal vergeleken vind ik de kwaliteit van de journalistiek in Nederland uitstekend. Maar ik vind de media, gemiddeld genomen, onvoldoende duidelijk in hun kwaliteitsbewaking en publieke verantwoording van het eigen handelen."

Komende dinsdag heeft de voorzitter van de Tweede Kamer, Van Nieuwenhoven, haar traditionele nieuwjaarsontmoeting met de parlementaire pers. Het was de afgelopen jaren een gezapige bijeenkomst, waarop de Kamervoorzitter een verhaaltje afstak en journalisten vragen stelden om daarna in alle amicaliteit gezamenlijk het glas te heffen. Tot nu toe hebben weinig voorzitters het aangedurfd de verzamelde verslaggevers daar de spiegel voor te houden die Stekelenburg in Tilburg ophield.

Populistisch

Vijf actieve politici van vijf verschillende partijen spreken eensluidend over het beeld dat zij hebben van de politieke journalistiek. Afzonderlijke media of journalisten noemen ze liever niet nadrukkelijk. Het Binnenhof is kleiner dan het kleinste dorp - daarin komt men elkaar dagelijks tegen en heeft men elkaar hard nodig. Op de nieuwsmarkt in politiek-Den Haag staan vraag en aanbod op gespannen voet met elkaar. De politieke agenda is er nog even vol (of leeg) als tien jaar geleden, maar het mediavolk is in diezelfde periode in aantal verdrievoudigd. Televisie domineert de politieke journalistiek, in het gedrang van cameraploegen en in impact.Thom de Graaf: "Televisie heeft mensen en drama nodig om een verhaal te kunnen vertellen. Het politieke nieuws wordt in sjablonen gegoten van dreigend onheil of van amusement. Geschreven media volgen dat patroon. NRC Handelsblad kwam in 1998, in het debat over de regeringsverklaring, met een soort wedstrijdverslag waarin de nieuwe fractieleiders Dijkstal en Melkert tegenover elkaar werden gezet. Met geen woord werd gerept over de inhoud van het debat. Toen dacht ik even: zo diep is de politieke verslaggeving dus al gezonken." De Graaf spreekt van "een ongezonde symbiose" tussen politici en journalisten aan het Binnenhof en signaleert daarbij diverse 'risico's': " Door grotere concurrentie om het politieke nieuws gaat de snelheid overheersen. Dat doet afbreuk aan de zorgvuldigheid. Journalisten zijn verwikkeld in een permanente rat race, waarin ze zich makkelijk laten manipuleren door voorlichters en spin doctors. Ze krijgen de feiten in handzame porties aangereikt en de kleuring van de feiten wordt gratis bijgeleverd. 's Middags worden de persberichten al verspreid over uitspraken die politici 's avonds gaan doen, kant en klaar geschreven in de vorm van nieuwsberichten. Journalisten manipuleren ook zelf om eigen nieuws te maken. Je ziet dat het Algemeen Dagblad in de zaak-Peper heel nadrukkelijk positie koos. De boodschap was: 'Peper deugt niet'. Alle berichtgeving werd op die boodschap toegesneden. "

C DA'er Joop Atsma is Tweede-Kamerlid sinds mei 1998. "Ik had tweeënhalf jaar geleden niet gedacht dat het nieuws in Den Haag zo sterk om personen zou draaien", zegt hij. "Een huilende staatssecretaris, een ruzie tussen Kok en Van Aartsen - dat vinden media prachtig. Als Kok iets zegt, hoe vaag of klein ook, wordt het meteen enorm uitvergroot. Als iemand van mindere status een veel wezenlijker kwestie aansnijdt, wordt het volledig genegeerd. Niet de inhoud van de boodschap telt, maar de persoon die de boodschap brengt. "

PvdA'er Johan Stekelenburg zegt zichzelf regelmatig tot eigen verbazing in de media tegen te komen als mogelijk toekomstig PvdA-leider. "Het is nu gelukkig wat rustiger, maar twee jaar geleden werden mij voortdurend allerlei ambities toegedicht, terwijl ik zelf nooit iets in die richting heb ondernomen of gezegd. Zo'n beeld ontstaat zomaar ergens en het zet zich vervolgens vast in de hoofden van journalisten."

Trefwoord: beeldvorming. Zo liep Stekelenburg anderhalf jaar geleden het predikaat 'wiet-burgemeester' op, toen hij probeerde een discussie los te maken over het dubbelhartige Nederlandse softdrugsbeleid, met enerzijds gedoogde verkoop door en anderzijds verboden levering aan coffeeshops. "Voor veel media zijn redeneringen in drie stappen al snel te moeilijk. Alles moet liefst ééndimensionaal zijn. Ik wilde zogenaamd 'zelf wiet gaan telen om jongeren aan de drugs te helpen'. Dat was de teneur van veel verhalen." Nieuws wordt, naar de beste marketingtechnieken, meteen 'gelabeld': voorzien van stempel en slogan, herleid tot tastbare eenvoud. 'Tilburg wil visaktes uitdelen' was er één in die categorie. Een wethouder van Tilburg vroeg zich op een persconferentie over de plaatselijke werkloosheid af in hoeverre de overheid moet doorgaan met het opleggen van scholing en sollicitatieplicht aan de harde kern van werklozen die uiteindelijk nooit meer betaald werk zal kunnen vinden. In dat gesprek kwam vrijwilligerswerk aan de orde, met als voorbeeld een visvereniging. Eén journalist maakte daarvan een lollig berichtje over visaktes en vervolgens berichtten alle media dat Tilburg visaktes ging uitdelen. Stekelenburg: "Voor het echte onderwerp, hardnekkige werkloosheid, was nauwelijks aandacht."

Regeringsgeil

Waar beeldvorming voor feiten moet wijken, staan politici machteloos, zegt Kees Vendrik: "GroenLinks is zogenaamd zo regeringsgeil als boter. Alles wat wij doen, wordt in dat beeld geperst. Intussen wordt vergeten dat wij tegen het belastingplan hebben gestemd, dat wij fundamenteel andere opvattingen dan de coalitie hebben over investeren in de publieke sector. Het is werkelijk een schande om te denken dat wij voorstander zijn van rekeningrijden en de wettelijke regeling van euthanasie omdat we zo nodig willen regeren. Maar het wordt voortdurend klakkeloos beweerd."

V VD'er Clemens Cornielje wijst op het "volstrekt verwrongen beeld" dat de media zouden hebben opgeroepen van het minderhedenstandpunt van zijn partij. "Het ging ons steeds om drie dingen: bevorderen van integratie, beperken van immigratie en bestrijden van racisme en discriminatie. Journalisten hebben steeds ingezoomd op die immigratiekwestie en de rest van het verhaal stelselmatig genegeerd. Toen Bolkestein hierover in '91 voorzichtig begon, was het land voor veel journalisten te klein. Er werd regelrecht schande van gesproken, hij zou onderbuikgevoelens voeden. Toen Paul Scheffer vorig jaar kwam met zijn stuk over 'Het multiculturele drama' was het verwijt opeens omgekeerd: de politiek had het minderhedenvraagstuk stelselmatig genegeerd... Journalisten hebben vaak een slecht geheugen en ze wisselen vrij makkelijk van opvatting."

Natuurlijk, dat beamen alle gesprekspartners, zou het een karikatuur van de werkelijkheid zijn om de beschuldigende vinger slechts te wijzen naar journalisten. Alsof politici engeltjes zijn. Politici doen op hun beurt volop mee aan het politieke mediacircus, uit ijdelheid en/of omdat ze zichzelf zichtbaar moeten maken voor hun achterban. Wie zich te weinig laat zien of horen, kan de volgende kandidatenlijst wel vergeten.

Atsma kreeg vorig jaar een ANP-bericht in handen gedrukt over een 'citaten-index' van het weekblad Intermediair, waaruit bleek dat hij hoog scoorde met aantallen uitspraken in de landelijke media. "Ik had nog nooit van die index gehoord, dus ik liet dat stuk opvragen. Alsjeblieft, zei men bij de documentatiebalie, we hebben het alvast 150 keer gekopieerd, want iedereen komt het ophalen."

Het is een geliefde sport onder Kamerleden: 'quootjes scoren'. Atsma: "Je leert snel hoe je dat spel moet spelen. Een week of wat geleden werd ik gebeld over het KRO-affiche van Maria die een kind de borst geeft. Ze willen dan horen of je dat goed of slecht vindt. Als je daarin meegaat, lever je altijd nieuws: ' CDA veroordeelt KRO- campagne' of ' CDAomarmt blote Maria' - dat is altijd een leuk berichtje. Maar ik zei: 'De KRO is een vereniging, dus daarover moeten de KRO-leden maar een oordeel vellen.' Met die opvatting heb ik de media niet gehaald. Dat kun je van tevoren inschatten."

In de machtsverhouding tussen politiek en media is het zwaartepunt verschoven naar de media, zo stelt Vendrik. "Vroeger hadden partijen veel meer hun eigen kanalen om hun achterban te bereiken, via eigen media en maatschappelijke organisaties. Tegenwoordig domineren daarin de algemene media."

Populisme

Nederland is ontzuild en politiek is 'uit'. Geld telt. Volgens Vendrik legt deze maatschappelijke trend een extra verantwoordelijkheid op de schouders van journalisten: in het doorgronden en controleren van de democratische instituties waarmee burgers zich niet meer door geboorte verbonden voelen. Vendrik ziet hierbij twee trends regelrecht tegen elkaar ingaan. "De grotere verantwoordelijkheid van de politieke journalistiek leidt niet tot grotere bereidheid bij journalisten om verantwoording af te leggen over hun werk. De Raad voor de Journalistiek geniet steeds minder aanzien. Media onttrekken zich aan het werk van de raad, terwijl ze de positie van het eigen onafhankelijke tuchtcollege juist zouden moeten versterken."

Cornielje valt Vendrik bij. "Voor politici is het de afgelopen decennia volstrekt normaal geworden om zich altijd en overal te verantwoorden voor hun opvattingen en daden. Bij de journalistiek heeft die bereidheid zich veel minder sterk ontwikkeld. Niemand in dit land wil allerlei formele regels opleggen aan media. Ze zouden zelf hun journalistieke beginselen explicieter moeten uitwerken en bekendmaken. Hoe gaat men om met hoor en wederhoor, met check en dubblecheck, met anonieme citaten, met citeren in het algemeen, met feiten en meningen, met eigen interpretaties, met het corrigeren van fouten en plaatsen van reacties? Ik vind dat media daarover veel meer duidelijkheid moeten verschaffen aan mediaconsumenten."

In het biotoop aan het Binnenhof domineert één belevingswereld waarin politici en journalisten hun handen vol hebben aan elkaar. De aandacht van het winkelend publiek, dat letterlijk langsloopt, is intussen elders. Het is de " voedingsbodem voor populisme" waarvoor Stekelenburg met zijn rede in Tilburg heeft willen waarschuwen. De Graaf voegt eraan toe dat de media "in hun eigen zwaard" zullen vallen als ze doorgaan met "een verdere versoaping" van de politieke journalistiek. "Je ziet, vooral in Amerika maar ook in Nederland, dat politici steeds meer kanalen zoeken buiten de gevestigde journalitiek om, via lokale en regionale media, via eigen publicaties, via internet. Hoe meer amusement, des te minder zal de lezer of kijker de politieke berichtgeving nog serieus nemen. De politiek werkt er volop aan mee, maar zal ook steeds meer zijn eigen weg gaan."

NRC Webpagina's
13 JANUARI 2001


( a d v e r t e n t i e s )

Klik hier

Klik hier

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad