|
|
|
Charlotte Gainsbourg
Charlotte Gainsbourg straalt in de bioscoop zowel koppigheid als kwetsbaarheid uit. Stug is ze, on- toegankelijk, alsof ze lang geleden heeft besloten niets van zichzelf prijs te geven en niet meer weet hoe ze dat besluit ongedaan moet maken. Het is een indruk die vooral voortkomt uit haar vertolking van Jane Eyre (1996) in de vierde verfilming van Charlotte Brontë's roman, door Franco Zeffirelli. Eén personage kan veel doen voor het imago van een ster. Jane Eyre heeft bij mij zelfs de herinnering aan The Cement Garden van haar oom Andrew Birkin verdreven, waarin Gainsbourg zo meesterlijk hard en berekenend gebruik maakte van haar pas verworven vrouwelijkheid als jong meisje dat haar broer tot incest uitdaagt. Gainsbourg is als een van de weinige actrices in staat haar uiterlijk echt ondergeschikt te maken aan haar rol. In Jane Eyre liet ze de camera langdurig op haar gezicht naar schoonheid zoeken, zonder die te vinden. In The Cement Garden was ze aanbiddelijk androgyn. "Ik speel graag rollen die van mij zelf verschillen, zodat ik me erachter kan verbergen", zei de eigenzinnige actrice ooit in een interview. Gainsbourg (22 juli 1971) is de dochter van de Franse zanger Serge Gainsbourg en de Engelse actrice Jane Birkin, samen nog steeds beroemd om hun hete hit Je t'aime...moi non plus uit 1968. Anders dan haar ouders zoekt de verlegen Gainsbourg de roem niet; ze leeft zo teruggetrokken als haar mogelijk is in Parijs en de Provence met haar vriend, de acteur Yvan Attal, en haar zoon. Maar de erfenis van haar ouders gaat ze niet uit de weg. Ze wil het huis van haar in 1991 overleden vader in Parijs tot een museum maken en speelt in films die door nieuwe geliefden van haar moeder of andere bekenden geregisseerd worden. Van het liedje dat haar vader in 1984 met haar opnam, een incestueus vervolg op Je t'aime, en van de film die hij met haar maakte Charlotte Forever heeft ze nooit afstand genomen. Gainsbourg heeft sinds haar debuut in Paroles et musique in 23 films gespeeld. Voor haar tweede rol, in L'effrontée (1984) kreeg ze meteen een César (de Franse Oscar) voor meest veelbelovende actrice. Claude Miller, die haar een jaar later ook regisseerde in La petite voleuse, vergeleek haar zowel met een dier als met Mozart. Ze was een natuurtalent. Dit jaar kreeg Gainsbourg haar tweede César, voor de beste vrouwelijke bijrol in La bûche. Een paar jaar geleden besloot Gainsbourg, die geen opleiding heeft gevolgd, zich op te geven voor een toneelcursus. Dat durfde ze uiteindelijk niet. Maar ze kocht wel de Franse rechten op Oleanna, een stuk van David Mamet, en speelde daar op het Parijse toneel de hoofdrol in. Het was de eerste keer dat ze voor een rol echt repeteerde.
|
NRC Webpagina's 20 DECEMBER 2000
|
Bovenkant pagina |
|