T V V O O R A F :
Veel geneuzel in gemakzuchtig portret
JAN VOLLAARD
Er zijn veel manieren om je
eenzaam te voelen in West-Texas. Veelbelovend, die openingswoorden van
Roy Orbison zélf in een documentaire over het bewogen leven van
de smartelijkste popzanger aller tijden. Vervolgens trappen de makers
van deze Zweeds/Fins/Canadese coproductie in elke denkbare val voor een
saai en voorspelbaar carrière-overzicht.
Roy Orbison is deze maand twaalf jaar dood. Een dankbare, zij het wat
magere aanleiding om de archieven na te pluizen op beelden van prachtige
nummers als Only the lonely, Oh pretty woman en Dream
baby. Maar regisseur Mark Hall wilde méér, en dus
haalde hij zo'n beetje elke celebrity voor de camera die iets
aardigs over The Big O wist te melden. Die gemakzuchtige aanpak verwacht
je hooguit van een platenmaatschappij, als er weer eens een
verzamelalbum van zo'n gerespecteerde maar helaas niet meer zelf voor
promotie beschikbare artiest aan de man moet worden gebracht. Onder meer
Willie Nelson, Chet Atkins, Jeff Lynn, Robert Plant, Bruce Springsteen,
Bono, Martin Sheen, Robin Gibb, Bill Wyman, David Lynch, K.D. Lang en de
inmiddels overleden Carl Perkins mogen allemaal vertellen wat een
getalenteerd en bescheiden man Orbison bij leven en welzijn geweest is.
Wat Sheen, Plant en Gibb met The Big O te maken hebben blijft een
raadsel, maar ze waren zo vriendelijk een sound bite af te staan
voor dit nobele doel.
Als liefhebber van Roy Orbisons desolate popklassiekers gaan mijn
nekharen overeind staan van zo'n nietszeggend, Het uur van de
wolf onwaardig programma. Op de muziek valt niets af te dingen en de
ijle schoonheid van In dreams blijft altijd goed voor koude
rillingen, niet alleen omdat David Lynch er dankbaar gebruik van maakte
in Blue Velvet. Maar wat is er waar van het verhaal van Bono, die
zelfgenoegzaam mag oplepelen hoe hij juist het het nummer Mystery
girl uit zijn gouden pen liet vloeien, toen Roy Orbison zich nederig
aan zijn kleedkamerdeur vervoegde met de vraag of de U2-zanger misschien
nog een liedje voor hem had? En hoe serieus moeten we zangeres K.D. Lang
nemen, met haar kosmisch geneuzel over de spirituele band die ze voelde
met de kamervullende energie van haar duetpartner? Tussen al die
jaknikkers en mooipraters was er geen plaats voor de satanische
hardrocker Glenn Danzig, die een opvallende rol in het laatste jaar van
Orbisons leven speelde toen hij het profetische lied Life fades
away voor hem schreef. De duistere kant van een man die alles door
een donkere bril bezag, blijft angstvallig buiten beeld. Zelfs onze
eigen Jos Brink draagt bij aan de opgeruimde sfeer, als hij in een oud
zwart-witfragment bij The Big O informeert of het in navolging van Elvis
niet eens tijd wordt voor een hoofdrol in een speelfilm. Die denkwijze
(waarin Brink niet alleen stond) leidde tot Roy Orbisons grootste flop,
namelijk de film The Fastest Guitar Alive waarin hij bijkans nog
stijver bewoog dan bij zijn statische live-optredens. Roy Orbison kon
prachtig zingen. Daar voegt het gekwebbel van zijn muziekvrienden
bedroevend weinig aan toe.
Het uur van de wolf: Roy Orbison, zondag, Ned.3, 19.30-20.30u.