|
|
|
NIEUWSSELECTIE Dossier Peper
|
Nieuw advies gevraagd inzake vervolging
Peper
Door onze redacteur TOM-JAN MEEUS
Complicerende factor in het onderzoek is dat de financiële administratie van de gemeente Rotterdam, waar Peper burgemeester was van 1983 tot en met 1998, voor een belangrijk deel van de onderzochte periode chaotisch was. Daardoor is een toets op het mogelijk strafrechtelijke karakter van declaraties veelal onmogelijk gebleken. Mede daardoor is van een eventuele vervolging "hooguit een zaak van kleine strafrechtelijke omvang", aldus een betrokkene. Bij de beslissing over strafvervolging, die op grond van de vastgestelde feiten strikt genomen mogelijk is, speelt op de achtergrond dat het Rotterdamse raadslid M. Kneepkens zich de mogelijkheid heeft geschapen in beroep te gaan tegen een eventueel sepot. Hij kan in dat geval via een zogenoemde artikel 12-procedure bij het Gerechtshof in Den Bosch in beroep gaan tegen een beslissing tot niet-vervolging. Dat zou tot de pijnlijke situatie kunnen leiden dat het Hof het parket alsnog oplegt vervolging in te stellen. Peper trad afgelopen voorjaar af als minister van Binnenlandse Zaken na een rapport van een Rotterdamse raadscommissie over zijn declaraties. Hij verwierp de negatieve conclusies. Tegen de rol van KPMG in dat onderzoek heeft Peper een procedure aangespannen. Die loopt nog. KPMG bestrijdt de kritiek. Pepers advocaat J. Mentink was niet bereikbaar. In een persbericht bevestigt het OM uitstel van de vervolgingsbeslissing. Het onderzoek is in handen van het Bredase parket om een belangenconflict van het Rotterdamse OM te vermijden, omdat Peper als burgemeester met dat parket samenwerkte.
|
NRC Webpagina's 30 NOVEMBER 2000
|
Bovenkant pagina |
|