|
T I T E L : |
Dancer in the Dark |
R E G I E : |
Lars von Trier |
M E T : |
Björk, Catherine Deneuve, David Morse, Peter Stormare, Jean-Marc Barr, Joel Grey, Cara Seymour, Jens Albinus, Udo Kier |
In: 22 theaters
Lars von Trier maakt musical over de betovering van
musicals
Vingers dansen op een handpalm
Door DANA LINSSEN
Dancer in the Dark, de op
het Filmfestival Cannes bekroonde nieuwe film van Lars von Trier, begint
al voordat de film begint met een ouderwetse ouverture en zingt nog
door, lang nadat hij is afgelopen.
De functie van die ouverture moet niet worden onderschat. Terwijl de door popzangeres en hoofdrolspeelster
Björk gecomponeerde muziek klinkt, krijgen je ogen de kans om aan
het duister te wennen en lijkt het cinemascopekader nog breder te worden
dan de muren van het theater en word je als het ware de film ingezogen.
Lars von Trier houdt ervan om zijn toeschouwers zo te hypnotiseren. In
zijn vroege film Europa (1991) deed hij het letterlijk, door
verteller Max von Sydow de seconden te laten aftellen voordat de film
begon. In zijn laatste twee speelfilms Breaking the Waves (1996)
en Dogma-boegbeeld The Idiots (1998) dwingt hij die overgave ook
af door de door Robby Müller gehanteerde, rusteloos het beeld
aftastende digitale videocamera. In sommige scènes in Dancer
in the Dark werden wel 100 van die dv-camera's gebruikt. Die
documentair aandoende stijl contrasteert met melodramatische en
tragische thema's als liefde, overgave en opoffering, wat van de als
musical vertelde Dancer in the Dark het grootse sluitstuk maakt
van een trilogie over onbaatzuchtige vrouwen. In Breaking the
Waves en in mindere mate The Idiots gaf dat thema mij een
ongemakkelijk, zelfs geërgerd gevoel, omdat de afstand tussen het
thema en de boodschap van de film nihil was. In Dancer in the
Dark versterkt en vergemakkelijkt de combinatie van een kunstmatige
musicalwereld, een tranentrekkende geschiedenis, een zwiepzwap
cameravoering en de gewoonte om emoties via muziek en montage te laten
vertolken en minder door acteurs en mise-en-scène de
identificatie juist. Het is alsof Von Trier al vanaf het begin een pact
met de toeschouwer sluit. Alsof hij het erin wil wrijven dat dat in
Zweden nagebouwde Amerika van de jaren vijftig, waar de Tsjechische
immigrante Selma (Björk) in een metaalverwerkingsfabriek genoeg
geld hoopt te verdienen voor een dure oogoperatie, die moet voorkomen
dat haar zoon, net als zij, op termijn blind zal worden, natuurlijk niet
echt is. Dat hij ook wel weet, net zoals ieder weldenkend mens, dat
Selma's trots en onvermogen om hulp aan anderen te vragen of te
ontvangen ridicule obstakels zijn. Maar wel realistische obstakels.
Hoewel de bij aanvang van de film al bijna blinde Selma graag vlucht in
de grote Hollywoodmusicals die de Amerikaanse Droom van een nieuwe
wereld representeren, is Dancer in the Dark zelf meer een ode aan
de Oostblokmusical, met z'n zang- en dansnummers waarin het stampen van
machines en de cadans van rijdende treinen op de rails de hypnotiserende
metronoom van diezelfde musicaldroomwereld zijn. In Selma's wereld
klinkt overal muziek en is dus overal ontsnapping mogelijk.
Dancer in the Dark is zelf ook een korte cursus musicalkijken.
Niet alleen repeteren Selma en haar vriendin Kathy (Catherine Deneuve)
in hun vrije tijd een amateurversie van die musical aller musicals,
The Sound of Music, ook bezoeken ze samen de bioscoop om de
Ziegfield-meisjes te zien dansen. Daar vertelt Selma dat zij als kind
graag vals speelde en de bioscoop voor het laatste lied verliet, zodat
de film voor eeuwig door kon gaan, een scène die een
onontkoombaar einde vooruitschaduwt. Daar ook, speelt zich lang
vóór dat einde, dat warme tranen lang laat stromen, de
warmste scène van de film af. Selma is dan al echt blind, en
Deneuve treedt op als explicator, maar houdt daar na verstoord gesis van
de overige bezoekers mee op. Dan danst zij met haar vingers de
choreografie in de palm van Selma's hand, vouwt hem dicht, geeft er een
kus op en legt dit geschenk terug in de schoot van haar vriendin. Het is
een moment dat zich onttrekt aan de zelfbewuste manier waarop Lars von
Trier zijn film presenteert. Toch is dat cinefiele bewustzijn over de
werking van filmische middelen en genres zelf, hetgene wat mij nog het
meeste aan Dancer in the Dark ontroerde. Meer dan de direct naar
je strot grijpende misère, of de slim-manipulatieve manier waarop
Von Trier je emoties bespeelt. Dancer in the Dark is geen
musicalpastiche of -parodie, maar een perfecte musical over de
bijzondere betovering en louterende werking die musicals kunnen hebben.
Met zoveel postmoderne verwarring zit er nog maar één ding
op: je genadeloos laten meeslepen!
|
NRC Webpagina's
25 OKTOBER 2000
|