U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  B I N N E N L A N D
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Sociaal en Cultureel Planbureau

SCP: steun aan emancipatie loopt uiteen per bedrijfstak

Verschil in taakverdeling


Het verdelen van de taken in een gezin met kinderen vergt lastige keuzes. Het blijkt uit te maken in welke bedrijfstakken beide partners werken.

Door onze redacteur DICK VAN EIJK

ROTTERDAM, 3 OKT. De emancipatie in Nederland is harder gegaan dan de instituties konden bijbenen. Vrouwen zijn de afgelopen vijftien jaar en masse gaan werken. Bij de meeste (echt)paren werken inmiddels beide partners, mannen meestal meer uren dan vrouwen. Maar de gerealiseerde taakverdeling, in werk buitenshuis en in het huishouden, komt veelal niet overeen met wat beide partners wensen. Uit het vandaag verschenen rapport De kunst van het combineren van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) blijkt dat er een duidelijke samenhang bestaat tussen de sector waarin mensen werken en hoe de taken zijn verdeeld tussen beide partners.

Tussen bedrijfssectoren bestaan grote verschillen in emancipatoir gehalte. Dat blijkt niet alleen een kwestie van meer of minder, maar ook van anders. Goede regelingen voor kinderopvang hoeven bijvoorbeeld helemaal niet samen te gaan met ruime mogelijkheden om in deeltijd te werken.

Op basis van een analyse van afspraken in CAO's over ouderschapsverlof, deeltijdwerk, kinderopvang en 'overige regelingen' verdeelt het SCP de arbeidsmarkt in vijf 'emancipatieclusters'. In het eerste cluster, dat op alle onderdelen lager dan gemiddeld scoort, vallen bijvoorbeeld een groot deel van de detailhandel, uitzendbureaus en schoonmaakbedrijven. In tegenstelling tot wat men wellicht zou verwachten vallen maar twee van de 24 industriesectoren in dit cluster: de voedingsmiddelen- en de betonindustrie. De andere doen het op ten minste één punt (bijvoorbeeld opvang) beter. Het tweede cluster scoort bovengemiddeld op de mogelijkheden voor deeltijdwerk, maar lager dan gemiddeld op de drie andere punten. De groothandel, reisorganisaties en bijna de helft van de industrietakken - onder meer de kledingindustrie en de basismetaal - vallen hierin. Het derde cluster scoort bovengemiddeld op kinderopvang, maar onder het gemiddelde op de drie andere punten. Hier is dus vooral steun voor emancipatie voor zover zich dat buiten de werkvloer afspeelt. Tot dit cluster behoren onder meer de bouw, architecten- en ingenieursbureaus en een groot deel van de industrie, zoals de textiel, de chemie en de farmaceutische industrie.

Het vierde cluster blinkt vooral uit in verlofregelingen. Ook in de 'overige regelingen' - waaronder bijvoorbeeld bijzonder verlof en zwangerschapsfaciliteiten - scoort dit cluster bovengemiddeld, maar kinderopvang en mogelijkheden voor deeltijdwerk blijven achter. Hiertoe behoren de transportsector, KPN en de energiebedrijven.

Het laatste cluster scoort op alle vier de punten bovengemiddeld, zij het niet op alle vier het hoogst. Hier komt betaald ouderschapsverlof het meeste voor. Tot dit cluster behoort het openbaar bestuur, de zorgsector, maar ook de financiële dienstverlening, drukkerijen en uitgeverijen.

Kostwinners en mannen van wie de vrouw een kleine deeltijdbaan heeft blijken vooral te werken in de minst emancipatoire bedrijfstakken; mannen van wie de vrouw een grote deeltijdbaan heeft blijken vooral te werken in de meest emancipatoire bedrijfstakken. Vrouwen met een kleine deeltijdbaan werken relatief vaak in de minst emancipatoire sectoren of bij bedrijven uit de middencategorie; vrouwen met een grote deeltijdbaan werken relatief vaak in de meest emancipatoire bedrijfsgroepen. De verbanden zijn sterker voor paren met kinderen onder de twaalf jaar.

De vraag is natuurlijk of werknemers in een bepaalde bedrijfstak zich gedwongen zien om de taakverdeling met hun partner aan te passen op de mogelijkheden die die branche biedt, of dat mensen vooral gaan werken in een bedrijfstak die de gewenste taakverdeling mogelijk maakt. Het bronmateriaal van het SCP geeft daarover geen inzicht. Zeker is slechts dat velen er niet in slagen hun wensen met betrekking tot de onderlinge taakverdeling daadwerkelijk te realiseren. Voor zover het werk daarbij een belemmering vormt, spelen naast de formele afspraken in CAO's ook de bedrijfscultuur en individuele afspraken een rol.

NRC Webpagina's
3 OKTOBER 2000


( a d v e r t e n t i e s )

Klik hier

Klik hier

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad