|
Jury nomineert in Utrecht conventionele
speelfilms
Door HANS BEEREKAMP
UTRECHT, 27 SEPT.
Traditiegetrouw wordt vanavond, twee dagen voor de uitreiking van de
Gouden Kalveren, al de slotfilm van het Nederlands Filmfestival
vertoond.
Lijmen /Het Been van Robbe de Hert is een weinig avontuurlijke Elsschot-verfilming en een Belgisch-Nederlandse
coproductie die door het op dit festival vigerende puntensysteem genoeg
Nederlands bevonden werd om deel te nemen aan de competitie. Dat moet
wel haast betekenen dat de rollen van Willeke van Ammelrooy en Sylvia
Kristel geteld zijn als hoofdrollen. Toch zijn de Belgen Koen De Bouw
als Laarmans en Mike Verdrengh als Boorman de onbetwiste helden van een
film die zich ook inhoudelijk nadrukkelijk Belgisch betoont, met onder
meer een sneer naar de in de jaren dertig dominante Franstalige cultuur
en, curieus, een coda die de opkomst van het Vlaamse fascisme direct
verbindt met de windhandel van het Algemeen Wereldtijdschrift. Twee
nominaties, waaronder die in de categorie beste film, lijken wat veel
voor een ambachtelijke, ouderwetse film, die wel een grote sprong
vooruit betekent in de kwaliteit van het oeuvre van de Nederlandse
coproducent Ruud den Drijver.
Ook in andere opzichten geeft de jury dit jaar blijkens de nominaties de
voorkeur aan conventionaliteit waar het de lange speelfilm betreft. De
twee regionale films, het Friese De Fûke van Steven de
Jong en het veel interessantere Zeeuwse Wilde mossels van Erik
de Bruyn eindigen met elk twee nominaties verrassend op gelijke hoogte.
De waardering voor Lek, met vijf nominaties, is ook erg zwaar
aangezet. Van de films die tijdens het festival in première
gingen moet Frouke Fokkema's De omweg het stellen met een enkele
nominatie, voor hoofdrolspeelster Tamar van den Dop. De aanzienlijke
verdiensten van die rol worden versterkt door haar moed om tijdens de
opnamen een videodagboek bij te houden. Scheppen gaat van au
geeft inzicht in de specifieke problemen bij de totstandkoming van een
internationale coproductie en bij de regie van een film met
autobiografische trekjes. De documentaire versterkt de speelfilm, maar
het zou flauw zijn om te stellen dat de documentaire veel beter gelukt
is. De omweg is een film met zichtbare problemen, vooral in de
vlakke vormgeving, maar zeker geen mislukking, zoals de twee andere
nieuwe lange speelfilms. Hide Out van Shane Carn overstijgt
zelden het amateuristische niveau van geknutsel van
kunstacademiestudenten. Taming the Floods van Jan van den Berg is
een moeizaam als documentaire vermomde speelfilm over de
waterhuishouding in Polen. De belangrijkste première in Utrecht
op Wilde mossels na was die van een driedelige dramaserie die de
VPRO in november gaat uitzenden. Willem van de Sande Bakhuyzen, de
regisseur van Pleidooi en Oud geld, maakte naar een
scenario van hoofdrolspeler Kees Prins en Frank Ketelaar een
gefictionaliseerde biografie van volkszanger Johnny Jordaan, die na een
relatie met Wim Sonneveld (Jeroen Willems) uitgestoten wordt door zijn
toffe Amsterdamse vrienden. Door de zorgvuldige reconstructie van het
nabije verleden en de sublieme vertolkingen door Prins, Willems en
Pierre Bokma (als een vileine Willy Alberti) is Bij ons in de
Jordaan topamusement en zinvolle kwaliteitstelevisie.
|
NRC Webpagina's
27 SEPTEMBER 2000
|