|
T I T E L : |
Size matters! Een 70 mm-film panorama |
|
Filmmuseum, Amsterdam. T/m 6 sept. |
|
Dag. meestal 19 en 21.45u. Desmet, Amsterdam. T/m 3 sept. Dag. meestal 23u. Met o.a. The Alamo, Lawrence of Arabia, Apocalypse Now, The Fall of the Roman Empire, 55 Days at Peking. |
Inl. 020-5891400
De glorie van 70 millimeter
Door BIANCA STIGTER
Films moet je niet op de
televisie zien maar in de bioscoop; het is een voorschrift dat al net zo
lang bestaat als de televisie. In de jaren vijftig werd het kracht
bijgezet door het witte doek zoveel mogelijk van het kleine scherm thuis
te laten verschillen. Fred Astaire zong over de technische vernieuwingen
die Hollywood inzette in de strijd tegen de televisie: "You've gotta
have glorious technicolor, breathtaking cinemascope and stereophonic
sound." Een van de grootste vernieuwingen, waarvoor in de jaren twintig
al pionierswerk was verricht, sloeg Astaire over: de 70mm film, vernoemd
naar het 70 millimeter brede negatief. Een 70mm film is veel breder en
scherper en heeft een mooier geluid dan een standaard 35mm film. Volgens
het Filmmuseum in Amsterdam is er ondanks de voortschrijdende digitale
revolutie nog steeds niets dat kan wedijveren met de glorie van 70mm.
Het Filmmuseum vertoont nu zestien films die op dit formaat zijn
gedraaid, waaronder klassiekers als Spartacus en Lawrence of
Arabia en onbekende spektakels als 55 days at Peking en
Krakatoa - East of Java. Het systeem is bijna in onbruik geraakt
door de hoge kosten, zowel voor het maken als voor het vertonen van
films. Toch vertoont het museum ook nog een paar nieuwere films,
waaronder Far And Away (Ron Howard, 1992) en The Big Blue
(Luc Bresson, 1988).
Aan de genoemde titels is al te zien dat natuur en geweld geliefde
onderwerpen voor het brede doek waren. Een groot aantal 70mm films zijn
films over oorlogen. Het ontstaan van het formaat heeft ook met oorlog
te maken. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werkte Fred Waller, hoofd
special effects bij Paramount, aan de ontwikkeling van een simulator
voor het trainen van soldaten die in gevechtsvliegtuigen het geschut
bedienden. Na de oorlog bouwde Waller zijn systeem om tot Cinerama,
waarbij beelden uit drie 35 mm projectoren naast elkaar werden
geprojecteerd op een gebogen doek. De eerste film die voor dit systeem
gemaakt werd, This is Cinerama, ging in 1952 in New York in
premiere en bleef er twee jaar draaien. Het eerste wat het publiek in
deze travelogue te zien kreeg, waren beelden van een achtbaan. Ze roepen
meteen de eerste beelden die een bioscooppubliek ooit gezien heeft in
herinnering: de door de gebroeders Lumière gefilmde trein. Anders
dan in 1895 zal het publiek in 1952 bij het zien van de beelden niet
meer werkelijk zijn teruggedeinsd: woorden als adembenemend waren toen
al spreekwoordelijk geworden. Zulke sensatie wordt nu nog in de Imax
theaters geboden.
Cinerama was door het gebruik van drie projectoren een ingewikkeld en
duur systeem. Het werd verbeterd door Broadwayproducent Michael Todd,
die met het naar hem en de American Optical Company vernoemde systeem
Todd-AO zorgde voor 'Cinerama out of one hole'. In Todd-AO zijn een paar
van de beroemste 70mm films gemaakt, waaronder Oklahoma! (1955),
Cleopatra (1965) en The Sound of Music (1965). Maar Todd-
AO was niet het enige breedbeeldsyteem. Er bestonden onder veel meer ook
nog Cinemiracle, Vistavision, Technirama, Panavision en zelfs een
Russische variant, Kinopanorama. De beste naam lijkt mij Realife.
Breedbeeldfilms lijken meer op het beeld dat je eigen ogen je geven dan
gewone films. Soms kun je John Wayne niet in close-up, maar alleen uit
je ooghoeken waarnemen.
|
NRC Webpagina's
16 AUGUSTUS 2000
|