|
T I T E L : |
The Limey |
R E G I E : |
Steven Soderbergh |
M E T : |
Terence Stamp, Peter Fonda, Lesley Ann Warren, Luis Guzman, JoeDallesandro, Barry Newman, Amelia Heinle, Nicky Katt |
In: 7 theaters
Terence Stamp en Peter Fonda in ingenieuze thriller
vol weemoed
Twee helden uit de jaren zestig
Door DANA LINSSEN
Mooi woont hij wel, de charmante
platenproducent Terry Valentine. Zijn huis torent als een kraaiennest
op een rots aan de Californische kust. Je zou er de zee kunnen zien als
je de zee kon zien. Maar niet alles in The Limey is direct
zichtbaar. Veel speelt zich af in de schemering, van het mistige
avondrood tot de koudblauwe ochtenddauw, en in het halfduister van de
herinnering.
The Limey is de achtste film van Steven Soderbergh (sex, lies
and videotape, The Underneath, Out of Sight), een van
de verrassendste en veelzijdigste onafhankelijke Amerikaanse filmmakers
van dit moment. De film ging vorig jaar al tijdens het Filmfestival
Cannes in première maar bereikt nu pas met grote vertraging, en
na Soderberghs grote publieksfilm Erin Brokovich, de Nederlandse
bioscopen. De nu eens sfeervolle dan weer rauwe thriller is beslist de
indrukwekkendste film die hij tot nu toe regisseerde, al komt veel eer
ook scenarist Lem Dobbs toe, met wie Soderbergh eerder Kafka
maakte. De ingenieuze structuur van de film, met zijn discontinue
vertelstijl, met zijn vloeiende stroom flashbacks, flashforwards en een
asynchroon gebruik van beeld en geluid, werd door Dobbs tot in de
fijnste details uitgeschreven, en door de relatief onervaren editor
Sarah Flack harmonisch gemonteerd. Van Dobbs kwam ook het idee om
fragmenten van een oude film van Ken Loach, Poor Cow uit 1967,
te gebruiken om het verleden van hoofdpersoon David Wilson, een Engelse
beroepscrimineel, superieur gespeeld door Terence Stamp, tot leven te
laten komen.
Het duurt even voordat je in Terence Stamps mooi jong gebleven oude
gezicht de nozem herkent die je in die verbleekte herinneringsbeelden
gitaar ziet spelen. Maar zodra je hem door Los Angeles ziet sjokken, de
zwarte jeans een randje omgeslagen, witte sokken in zwarte schoenen,
afhangende schouders in een te krap jekkie, is hij weer helemaal de
working class hero die hij in de jaren zestig was.
De jaren zestig vormen een rode draad in The Limey (slang voor
Engelsman). Door Stamp te casten als gepensioneerde gangster (hij is
zojuist na negen jaar uit de gevangenis ontslagen en vastbesloten van
zijn veilig weggestopte boevenpensioen te gaan genieten) en Peter Fonda
(Easy Rider) als de platenbaas die groot werd met hippiehits,
met wie Stamps personage nog een laatste rekening te vereffenen heeft,
geeft Soderbergh de balans die zijn personages van die gouden jaren
zestig opmaken een dubbele bodem. Veel is het trouwens niet, waar deze
babyboomers op terug kunnen kijken: "De jaren zestig, dat was eigenlijk
alleen maar 1967, meer niet", aldus Fonda als de lepe Valentine, die
als een hond zijn tanden blootlacht.
Hoe weemoedig The Limey ook is, sentimenteel of nostalgisch kan
de film niet worden genoemd. Sterker nog, het miserabele misdadige web
waarin Fonda en Stamp gevangen zitten begint en eindigt in die
ellendige jaren zestig. Geen tijd om met genoegen op terug te kijken
dus. Beide mannen zijn ergens halverwege hun leven de weg kwijtgeraakt.
En terwijl het noodlot hun bij elkaar brengt, ontpopt de een zich als
wraakengel en de ander zich als geweten.
Vorige week ging in Nederland de Proust-verfilming Le temps
retrouvé van Raul Ruiz in première. Beter dan Ruiz in
die wat oubollige film slaagt Soderbergh er in The Limey in om
een indrukwekkende verzoening tussen heden en verleden, inbeelding en
werkelijkheid teweeg te brengen. Op zulke momenten wordt The
Limey groots drama, waarin oorzaak en gevolg van menselijk handelen
op katharsische wijze worden opgelost.
|
NRC Webpagina's
16 AUGUSTUS 2000
|