|
T I T E L : |
Me, Myself & Irene |
R E G I E : |
Peter & Bobby Farrelly |
M E T : |
Jim Carrey, Renée Zellweger, Robert Forster, Richard Jenkins, Chris Cooper, Michael Bowman, Tray lor Howard |
In: 70 theaters
De wraak van een witte man
Door HANS BEEREKAMP
Twee obsessies kenmerken het
komische oeuvre van de broers Peter en Bobby Farrelly. De ene bestaat
uit eindeloos gevarieerde grappen over lichaamssappen uit alle denkbare
menselijke openingen. De andere is hun plaats van herkomst: Rhode Island
mag dan een van de kleinste staten van Amerika zijn, zo langzamerhand
moeten alle inwoners al eens een rolletje hebben gespeeld in een
Farrelly-film; de laatst overgeblevenen krijgen in de slotcredits een
foto met naam, als gesneuvelden op de montagetafel. Tegelijkertijd
verklaart deze obsessie van eilandbewoners wellicht hun voorliefde voor
road movies.
Ook in Me, Myself & Irene wordt veel gereisd, zelfs tot diep in
de staat New York. Hoofdpersoon is een betrouwbare, maar niet veel gezag
uitstralende agent van de Rhode Island State Police. Charlie (Jim
Carrey, die veel van zijn roem dankt aan het optreden in Dumb &
Dumber van de Farrelly's) is een goedzak die zich door elke hufter
laat koeioneren. Op zekere dag is het genoeg geweest, en neemt zijn
alter ego Hank de macht over. Hank is een bullebak, die nog veel gemener
terugpest. Zolang hij zijn pilletjes maar tijdig neemt, blijft Charlie
Hank de baas, maar uiteraard gaat het mis, en voeren beide aspecten van
een gespleten persoonlijkheid een fysiek gevecht met elkaar om hun
gemeenschappelijke liefde Irene (Renée Zellweger).
Tot zover lijkt Me, Myself & Irene een standaardproduct uit de
Farrelly-stal, net iets minder leuk dan There's Something about
Mary, maar goed voor een glimlach hier en een schouderophalen daar.
Het vervelende is echter dat de kolder een aanzienlijk minder gratuite
ondertoon heeft gekregen. Het splijten van de persoonlijkheid wordt in
gang gezet door de vernedering die Charlie's vrouw hem aandoet. Dat ze
hem op de eerste huwelijksdag bedriegt is tot daar aan toe. Maar dat ze
dat uitgerekend moet doen met een zwarte dwerg die hun limousine
bestuurt, lijkt de grootste straf. Nog komischer: de dwerg blijkt
superintelligent te zijn, en schenkt haar een hoogbegaafde drieling, die
Charlie als zijn eigen kinderen opvoedt.
De grappen rond de drie motherfuckers van een zwarte reuzen, die alles
weten van kwantummechanica, getuigen van een akelige mentaliteit.
Charlie lijkt zo vooral een witte man die zich de kaas van het brood
laat eten door intelligente minderheden, en de film wordt bijna een
wraakfantasie. Dat is aanstootgevender dan de beeldrijmen over poep en
erecties.
|
NRC Webpagina's
19 JULI 2000
|