|
T I T E L : |
Pecker |
R E G I E : |
John Waters |
M E T : |
Edward Furlong, Christina Ricci, Bess, Armstrong, Mark Joy, Mary Kay Place, Martha Plimpton, Lili Taylor, Mink Stole, Patricia He arst, Cindy Sherman |
In: Kriterion, Amsterdam; Lantaren/Venster, Rotterdam; Springhaver, Utrecht
John Waters in de kunstwereld van New York
Door DANA LINSSEN
Pecker is een herinnering
aan een John Waters-film. Pecker is zo'n film waarvan iemand die
nog nooit van John Waters heeft gehoord kan zeggen dat hij goed naar de
Farrelly-broertjes en dan met name There's Something about Mary
heeft gekeken. Al zal John Waters sinds Cry Baby (1990) de
doorbraak betekende van acteur Johnny Depp, nou ook weer niet meer zo
onbekend zijn. Waters? Was dat niet de man van de wansmaak? Wiens
favoriete actrice Divine was, de travestiet met valse wimpers zo lang
als een loper?
Cry Baby was op het moment van verschijnen ook al de meest
normale film van de in Baltimore wonende en werkende 'Prince of Puke',
zoals een van zijn meer vleiende bijnamen luidt. Zijn beroemdste
excercities in slechte smaak Pink Flamingos (1972) en
Polyester (1981) zijn ontsporende, associatieve, hilarische
parades van vetzakken, tandeloze gekken, manische puistenkoppen,
godsdienstwaanzinnigen, kleptomanen en relnichten. Met Pecker
('piemeltje') lijkt Waters de underground definitief achter zich te
hebben gelaten. De film vertelt het verhaal van de jonge Pecker die met
zijn scheef gekadreerde, onscherpe en slecht belichte foto's van de
onderkant van Baltimore onverwacht furore maakt in het highbrow New-
Yorkse kunstwereldje. "Hij is een menselijke Diane Arbus", zegt gehaaide
galeriehoudster Lili Taylor. Zelfs een moraal van het verhaal ontbreekt
niet. De campy humor die de New-Yorkse kliek in zijn foto's van zijn
vrienden en buurtgenoten meent te zien, veroorzaakt veel verdriet. Zijn
beste vriend kan niet meer ongestoord uit winkels jatten, zijn
vriendinnetje Christina Ricci wordt opeens voor een pruilerige pin-up
aangezien en zijn diepreligieuze grootmoeder gaat voortaan door voor
goedgelovige gek.
Het is niet moeilijk om in de door Edward Furlong met slaperige
innemendheid gespeelde Pecker overeenkomsten te zien met Waters zelf.
Toen de regisseur-fotograaf vorig jaar in Brussel was ter gelegenheid
van de opening van een fototentoonstelling van zijn werk wees hij de
suggestie dat Pecker een autobiografische film zou zijn echter
terzijde. Pecker neemt zijns inziens alles wat hij doet heel serieus,
maar fotografeert niet om beroemd te worden. Terwijl Waters naar eigen
zeggen met een knipoog op zijn gezicht geboren is, maar zijn werk
daarentegen buitengewoon ernstig opvat.
Misschien is het die ernst, waardoor Pecker wel luchtig is, maar niet zo
heerlijk misselijkmakend luchtig als een suikerspin als Hairspray
(1988). Hij stelt teleur en toch weer niet, maar ga niet vergeefs op een
rollercoaster van ranzigheid zitten wachten. Alleen de dialogen zijn
soms onverwacht venijnig. Als zoethoudertje tot Waters' nieuwste, dit
jaar op het Filmfestival Cannes gepresenteerde Cecil B. Demented
in Nederland uitkomt (en hopelijk niet twee jaar te laat, zoals
Pecker) volstaat hij wel.
|
NRC Webpagina's
19 JULI 2000
|