|
T I T E L : |
La balia |
R E G I E : |
Marco Bellocchio |
M E T : |
Fabrizio Bentivoglio, Valeria Bruni Tedeschi, Maya Sansa, Michele Placido |
In: Rialto, Amsterdam; Lantaren/ Venster, Rotterdam; Haags Filmhuis; 't Hoogt, Utrecht
Ouderwets mooie film van Marco Bellocchio
Moeder, vader, voedster
Door HANS BEEREKAMP
Wat een min is, weten we in
West-Europa alleen nog uit boeken en verhalen: een vrouw die het kind
van een andere vrouw zoogt. Een van die verhalen is de novelle La
balia van Luigi Pirandello (1867-1936), die Marco Bellocchio vorig
jaar verfilmde.
Eeuwenlang was het in ons deel van de wereld de gewoonste zaak van de
wereld dat een vrouw die haar kind niet zelf kon of wilde voeden die
taak tegen vergoeding uitbesteedde. Zoals mannen uit de lagere klassen
hun arbeidskracht verhuurden, zo verkochten sommige vrouwen hun melk en
hun warmte. Democratisering, veranderingen in de verdeling van de
rijkdom en vooral technologische vooruitgang vormen maar een
gedeeltelijke verklaring van het feit dat de min verdween. De
belangrijkste reden is wellicht dat ook vrouwen uit de hogere klasse nu
op z'n minst de fles zelf willen geven.
Je zou zeggen dat een verhaal over de afgunst van een moeder op een min
van een ahistorische visie getuigt. Toch schreef Pirandello zo'n
vertelling, die precies past in de marxistisch-freudiaanse kraam van
Bellocchio.
Rond de vorige eeuwwisseling slaagt de vrouw (Valeria Bruni Tedeschi)
van een professor in de psychiatrie (Fabrizio Bentivoglio) er niet in
haar kind zelf te voeden. Dit probleem leidt tot onverschilligheid van
de moeder ten aanzien van de zuigeling, en de vader grijpt in. In een
van de schokkendste scènes van de film monstert hij de borsten
van een groot aantal kandidaat-voedsters. De keuze valt op een vrouw van
buiten de stad, die om geld verlegen zit, omdat haar man wegens
opruiende politieke activiteiten in de gevangenis zit. De baby drinkt,
maar de moeder wordt steeds nerveuzer, uit schuldgevoel en jaloezie op
de aardse aanwezigheid van een niet van zichzelf vervreemde indringster.
Bovendien ontstaat een band tussen de min en de vader, die haar leert
lezen en schrijven.
Vervreemding, dat toverwoord uit de linkse ideologie van de jaren zestig
en zeventig, is ook altijd een hoofdthema geweest in het werk van
Bellocchio. Dat leverde nu vergeten, soms prachtige films op vol woede
tegen de repressie in het traditionele gezin (I pugni in tasca),
het leger (Marcia trionfale) of in de geestelijke gezondheidszorg
(Matti da slegare). Waanzin was volgens Bellocchio nooit
uitsluitend het gevolg van chemische processen, maar de vrucht van kilte
en onverschilligheid, vooral in de vroege jeugd, en tierde vooral welig
in de bakermat van het patriarchaat.
Al die schematische ideeën keren weer in La balia, maar niet
al te hinderlijk. Eerder kun je Bellocchio een overmaat aan subtiliteit
verwijten, omdat veel suggesties in het scenario slechts fluisterend
worden geopperd. Wie de ideeën niet kent, zal ze misschien
nauwelijks herkennen, of hooguit in het gezwaai met rode vlaggen in het
laatste kwartier.
Wat wel is gebleven, is de filmische kracht van dit soort Italiaanse
cinema, die bijna verloren leek gegaan in de economische en politieke
veranderingen van de laatste vijftien jaar. Het camerawerk van Giuseppe
Lanci en de muziek van Carlo Crivelli strelen de toeschouwer, en alleen
in films van Bellocchio of de gebroeders Taviani kunnen plotseling
vrouwen uit de bomen komen vallen, als rijpe vruchten.
|
NRC Webpagina's
19 JULI 2000
|