|
T I T E L : |
Der Einstein des Sex. Leben und Werk des Dr. Magnus Hirschfeld |
R E G I E : |
Rosa von Praunheim |
M E T : |
Kai Schuhmann, Friedel von Wangenheim, Gerd Lukas, Olaf Drauschke, Ben Becker |
In: Desmet, Amsterdam
Zijïge parade van homo's in nieuwe Rosa von
Praunheim
Door RAYMOND VAN DEN BOOGAARD
Het is natuurlijk mogelijk de
nieuwe film van Rosa von Praunheim te behandelen volgens gebruikelijke
criteria: scenario (beetje simpel), acteursspel (van goed tot
bedroevend) en cameravoering (bevredigend).
Maar bij de films van Von Praunheim, vlaggenschip van de Duitse homo-cinema, heeft dat niet zo
heel veel zin. Zijn trouwe publiek gaat het immers niet zozeer om
cinematografische kwaliteiten naar de bioscoop maar om de manier waarop
Von Praunheim in zijn veertig titels omvattende oeuvre de homo-cultuur
in de filmkunst vertegenwoordigt en verbeeldt, op Duits-ernstige en
tegelijkertijd uitbundige wijze. Toch zou het onderwerp van Der
Einstein des Sex, de levensgeschiedenis van de pionier op het gebied
van de seksuologie Magnus Hirschfeld (1868-1935), zich best kunnen lenen
voor een film die een breder publiek zou kunnen boeien. Maar daarvoor
heeft Von Praunheim zijn onderwerp wat te beperkt aangepakt: Hirschfelds
leven wordt bijna volledig weergegeven in termen van de - aanvankelijk
onderdrukte, later in vervulling gegane - homoseksuele oriëntatie
van de dokter. De vrolijke wereld van travestieten en homo's van
beiderlei kunne, waarmee men zich in Hirschfelds kliniek voor
Sexualforschung in het Berlijn van 1920 uitsluitend lijkt te
bemoeien, doet ook iets te veel denken aan een Berlijnse Lesben
en Schwulenparade van nu.
Eén figuur steekt in de film met kop en schouders boven alle
zijïge lieverds uit, die van de dichter Adolf Brand, ook al omdat
hij gespeeld wordt door een goede acteur (Ben Becker). Die Brand heeft
een afkeer van verkleedpartijen en andere vormen van
genderbending, en zoekt een uitweg voor de homoseksualiteit in
Nietzscheaans vertoon van mannelijke kracht: collectieve naaktgymnastiek
in bosrijke omgevingen. Zulk vertoon van homo-erotiek, weten we, is
historisch en esthetisch gezien soms proto-nazistisch geweest, terwijl
het Nazi-bewind later weer homoseksuelen vervolgde. Over zo'n Brand of
soortgelijke figuren, met al hun contradicties, zou ik wel eens een film
willen zien. Maar Von Praunheim gaat op Brand verder niet in - niet
feestelijk genoeg zeker.
|
NRC Webpagina's
12 JULI 2000
|