|
T I T E L : |
Tuvalu |
R E G I E : |
Veit Helmer |
M E T : |
Dennis Lavant, Tsjoelpan Chamatova |
In: Rialto, Amsterdam, Haags Filmhuis; Cinemariënburg, Nijmegen; Poelestraat, Groningen
Nostalgische droom in vervallen zwembad
Door BIANCA STIGTER
In het Duits bestaan woorden
voor andere verlangens dan het verlangen naar huis. Naast heimweh heb je
er ook sudweh en fernweh, verlangen naar het zuiden en verlangen naar
ver weg.
Aan dat laatste lijdt de hoofdpersoon van Tuvalu, het speelfilmdebuut van de Duitse regisseur Veit Helmer (1968). Tuvalu is
een eilandje in de Stille Zuidzee, waar het vast in niets lijkt op het
troosteloze Europa waar Anton thuis is. Anton woont en werkt in een
zwembad dat ooit midden in een bruisende Midden-Europese stad stond. Die
stad is inmiddels gesloopt om plaats te maken voor moderne flats. De
broer van Anton wil ook het bad laten slopen. Anton wil het behouden om
zijn blinde vader te plezieren. Anton laat hem in de waan dat het
zwembad nog in goede staat is. Maar het geluid van spelende kinderen
komt van een cassettebandje en de paar gasten die er nog zijn betalen
met knopen.
In Tuvalu, dat werd opgenomen in het Centralna Banja van de
Bulgaarse hoofdstad Sofia, wordt nauwelijks gepraat. De dialogen zijn
teruggebracht tot een paar woorden die in veel talen hetzelfde zijn,
zoals 'papa', 'modern' of 'automaat'. Dit aardige foefje gaf Helmer de
kans om met acteurs van verschillende nationaliteiten te werken. Anton
wordt gespeeld door de Fransman Denis Lavant, bekend van de films van
Leos Carax, zijn geliefde door de Tataarse Tsjoelpan Chamatova (Luna
Papa). De bijrollen worden zowel door Amerikaanse komieken
als door Oost-Europese toneelspelers bezet. Misschien heeft Helmer ook
voor weinig woorden gekozen om zijn Duitse debuut internationaal meer
kans te geven. Tuvalu hoeft niet ondertiteld of nagesynchoniseerd
te worden.
De regisseur van Tuvalu lijdt niet aan fernweh, maar aan
nostalgie.
Tuvalu gaat gebukt onder een weemoed zo zoet als de taartjes die
rijke oude dames in Midden-Europese koffiehuizen eten. In smaakvol,
licht getint zwart-wit wordt de vergane glorie van het zwembad
opgehemeld. De afbladderende verf op de badhokjes, de bonkende machines
in bikini in de kelder, het afbrokkelende barok van de decoraties, het
wordt allemaal voorbeeldig in beeld gebracht. De film doet enigszins
denken aan de recente Chinese hit Shower, die oud en nieuw in een
badhuis laat strijden, maar Helmer neemt dit gegeven minder serieus. Hij
zwijmelt onder een zweem van ironie. Volgens Helmer moet het zwembad ons
ook aan een bioscoop doen denken, aan de filmpaleizen die ook niet meer
zijn wat ze geweest zijn. Helmers film is een gelikte ode aan de stomme
film en aan de Europese artfilm. Tuvalu is wel poëtisch,
maar dat epitheton hoeft niet altijd een compliment te zijn. Er bestaat
ook slechte poëzie.
|
NRC Webpagina's
12 JULI 2000
|