|
T I T E L : |
28 Days |
R E G I E : |
Betty Thomas |
M E T : |
Sandra Bullock, Viggo Mortensen, Elizabeth Perkins, Azura Skye, Marianna Jean-Baptiste, Dominic West, Steve Buscemi |
In: 10 theaters
Sentimentele komedie in de afkick-kliniek
Door DANA LINSSEN
Suiker, sigaretten en soaps zijn
oké. Zelfs in grote doses. En daarom zeulen de bewoners van
afkickcentrum Serenity Glen met enorme plastic zakken lollies, zuurtjes,
toffees en bubblegum over het terrein.
God, gospels en gemberkoekjes willen ook nog wel eens helpen om van de drank, de pillen en de
cocaïne af te blijven. En dan lopen er ook nog seksverslaafden
rond. Maar die worden zo vaak door de camera met hun blote billen in de
lift betrapt, dat het erop lijkt dat zij voor de medisch-therapeutische
staf onder aanvoering van psychiater Steve Buscemi ("Ik ben een
alcoholist, een gokker en een dwangmatige leugenaar") niet de hoogste
prioriteit hebben.
Het lijkt gemakkelijk om van een afkickkliniek het toneel te maken voor
een tragikomedie. De conflictsituaties (ongelukkige jeugd, junkies die
ontkennen dat ze verslaafd zijn, alcoholisten die maar niet van de drank
af kunnen blijven en zij die dat na een zes-, zeven- of tien-stappen
plan wel kunnen) en de grappig bedoelde personages (valse Duitse nicht
met hippe bril en klein hartje, punkie junkie met dito klein hartje en
ruwe bolster sportkampioen met, inderdaad, klein hartje) lijken voor het
oprapen te liggen. De regisseuse van 28 Days (de duur van de
wonderkuur) is voldoende vakvrouw (Betty Thomas maakte uiteenlopende
humoristische films als Dr.
Dolittle, Private Parts en The Brady Bunch
Movie) om van al die voorgekookte ingrediënten iets
verteerbaars te brouwen. Maar wel erg licht verteerbaar. 28 Days
is een viergangensuikerspin, alle smaken zitten erin en je hoeft na
afloop nauwelijks kruimels uit je mondhoeken te vegen.
Het solipsistische, door alcohol geregeerde wereldje van hoofdpersoon
Sandra Bullock is even effectief in beeld gebracht als de voorspelbare
afscheids- en overdosisscènes verderop in de film. Zwiept de
camera eerst in een delirische roes door nachtclubs en bars, later is de
fotografie statisch en ingetogen, zodat niets de aandacht afleidt van de
Kleenex-momenten. Echt snotteren wordt het trouwens nooit. Voor de hand
liggende gebeurtenissen als het soap-afscheid van Bullocks kamergenote
zijn echter schaamteloos en heerlijk sentimenteel. Maar het blijft
allemaal een beetje een kwestie van je staat erbij en je kijkt ernaar.
Bullock kan onverwacht aardig uit de weg met de scherpe oneliners die
zij door scenarioschrijfster Susannah Grant (Erin Brokovich) in
de mond kreeg gelegd. Haar rol wordt nergens zo scherp dat het riskant
zou zijn voor haar imago van frisse, opgeruimde meid, maar geeft haar
wel genoeg speelruimte om net iets brutaler, iets onaangenamer en iets
vileiner te zijn dan doorgaans. In de bijrollen valt natuurlijk Steve
Buscemi op als de kettingrokende psychiater Cornell. Maar dat komt
vooral omdat zelfs de anti-typecasting van Buscemi als vertegenwoordiger
van verstand en gezag toch nog een tamelijk leep resultaat heeft.
|
NRC Webpagina's
21 JUNI 2000
|