|
T I T E L : |
Violent Cop (Sono otoko, kyobo ni tsuki) |
R E G I E : |
Takeshi Kitano |
M E T : |
Takeshi Kitano, Maiko Kawakami, Makoto Ashigawa, Shigeru Hiraizumi, Shiro Sano, Haku Ryu, Ittoko Kishibe |
In: Filmmuseum, Amsterdam
Eerste film van Takeshi Kitano alsnog te
zien
Door HANS BEEREKAMP
Een goed regiedebuut bevat in
aanleg alles wat de regisseur later beroemd zal maken, en in een enkel
geval (Orson Welles' Citizen Kane, Jean-Luc Godards A bout de
souffle) maakt hij nooit meer een belangrijker film.
Omdat Takeshi Kitano's eersteling Violent Cop (Sono otoko, kyobo ni tsuki) elf
jaar moest wachten op een Nederlandse uitbreng, kan de vergelijking
gemaakt worden met de zeven films die volgden (alle te zien in het
retrospectief dat het Filmmuseum binnenkort wijdt aan de Japanse
regisseur-acteur). Daar zitten wel betere films tussen, zoals
Sonatine, Hana-Bi en Kikujiro. Kitano was al
beroemd - als televisiester, onder de naam Beat Takeshi - voor hij in
1989 zijn eerste meter film draaide, maar Violent Cop is wel
degelijk het soort explosieve debuut waaraan je hoge verwachtingen mag
koppelen.
Ook al heeft Kitano bij Violent Cop geen credit als
scenarioschrijver, herkenbaar zijn de mengeling van geweld en tederheid,
de virulente kritiek op corruptie en maatschappelijke hypocrisie, maar
vooral de originaliteit van de vormgeving. Kitano is spaarzaam met
dialogen, en kijkt vooral nauwkeurig naar details. Violent Cop
geeft een heel goede indruk hoe het alledaagse Tokyo eruit moet zien:
haventerreinen, bruggen, klinische kantoren, fel verlichte bars. Het
geweld is soms nogal nadrukkelijk en barok, maar ook vanzelfsprekend en
terloops. Dat laatste komt vooral door de vertolking van de hoofdrol
door de regisseur. Hij speelt een rechercheur van de afdeling
moordzaken, die zijn handen niet thuis kan laten. In een van de eerste
scènes belt hij aan bij het huis, waar we vlak daarvoor een
scholier naar binnen hebben zien gaan, die met zijn kornuiten een
zwerver heeft gemolesteerd. Kitano vraagt aan de moeder of haar zoon
thuis is, loopt meteen door naar boven en slaat de jongen een bloedneus.
En er volgt meer, dreigt hij, wanneer hij zichzelf niet de volgende dag
aangeeft of het politiebureau.
De gewelddadigheid van Kitano's personage is misschien pathologisch,
maar altijd gemotiveerd door morele verontwaardiging. We zien hem ook
een verward zusje ophalen uit de psychiatrische kliniek, en hen samen
enkele verstilde momenten doorbrengen aan zee: ook de zee, als
contemplatieve tegenhanger van de lelijkheid en de absurditeit van de
rest van de wereld, is een steeds weerkerend thema bij Kitano, net als
bij Ferreri of Fellini.
De plot van Violent Cop zou in een Hollywoodfilm misschien
onverteerbaar clichématig lijken: er zijn de corrupte collega's
en de politiechef die niet blij is met de eigenrichting door de
rechercheur. Maar Kitano is geen Clint Eastwood of Charles Bronson: met
zijn slepende tred en proletarische voorkomen, is hij veel te gewoontjes
om voor een macho-wreker door te kunnen gaan. Zijn kortademigheid in een
lange achtervolging te voet door onbestemde buitenwijken van Tokyo en
zijn fletse kostuums maken Kitano tot een anti-held, niet iemand met wie
de ploertige mannetjes van deze wereld zich graag zouden willen
identificeren.
Het valt moeilijk achteraf vast te stellen of de bijzondere kwaliteiten
van een film als Violent Cop ook opgevallen zouden zijn, als de
film in 1989 hier uitgekomen was. Een meesterwerk is het niet, vooral
door de nog verre van gepolijste poëzie, die bij voorbeeld Hana-
Bi kenmerkt. Maar de film is goed genoeg voor een late herkansing.
|
NRC Webpagina's
21 JUNI 2000
|