|
T I T E L : |
Bye Bye Blue Bird |
R E G I E : |
Katrin Ottarsdóttir |
M E T : |
Hildigunn Eydfinsdóttir, Sigri Mitra Gaïni, Johan Dalsgaard, Peter Hesse Overgaard, Elin K. Mouritsen |
In: Rialto, Amsterdam; Lantaren/Venster, Rotterdam
Plateauzolen en apenhaar op de Faerøer
eilanden
Door BIANCA STIGTER
Toeristen die de Faerøer
eilanden bezoeken zullen meestal een verhevigde versie dragen van de
kleding van de bewoners van dit bij Denemarken horende groepje eilanden
tussen Schotland en IJsland: nog stevigere schoenen, nog winddichtere
jassen, nog warmere truien om het gure klimaat tijdens lange wandelingen
te trotseren.
Zo niet Rannvá en Barba, twee meisjes van in de twintig die zelfs in een metropool nog zouden opvallen. Alle modieuze
excessen uit de twintigste eeuw, van plateauzolen uit de jaren zeventig
tot een kapsel uit de jaren twintig hebben op hun lichamen een plaats
gevonden; het is alsof ze samen een hele rommelmarkt hebben
aangetrokken. Maar het is toch hun kleding die de meisjes aan het eiland
bindt. Ze spreken Frans tegen de hotelhoudster en Engels tegen elkaar,
maar al snel blijkt dat Rannvá en Barba geen toeristen zijn. Ze
zijn op de eilanden geboren, ze zijn gevlucht en ze zijn weer
teruggekomen. Zie maar hoe we veranderd zijn, lijkt elk buitenissig stuk
stof te schreeuwen. Nuffig staan de dames tegenover de zo alom
tegenwoordige natuur vijandig te wezen. Ze winnen niet. De overvloed aan
groenen en grijzen in het kale Faerøer landschap maakt dat hun
felle kleuren nooit fel genoeg zijn. Toch verliezen ze ook niet, zo
opvallend zijn die kleuren weer wel.
Bye Bye Blue Bird is de tweede speelfilm van de van de
Faerøer afkomstige Katrin Ottarsdóttir. De film werd begin
dit jaar op het International Film Festival Rotterdam bekroond met een
van de drie VPRO Tiger Awards. Ottarsdóttirs inventieve, nu eens
hilarische, dan weer melancholieke patstelling tussen de kleuren van het
landschap en die van rebelse meisjes uit de grote stad heeft de vorm van
een roadmovie, wat wel grappig is als je weet hoe klein de eilanden
zijn.
Als scenarioschrijfster is Ottarsdóttir minder op dreef. De
onthullingen over het verleden van de twee heldinnen op het eiland zijn
larmoyanter dan de melige toon van de film verdraagt. De heldinnen zijn
bovendien niet zo sympathiek dat je ze een goede afloop wenst. Liever
dan je in hun zielepijn te verdiepen, zie je dat er uit de koffer weer
een nieuwe maffe outfit van apenhaar wordt opgediept om het gras en de
zee en de wolken van jetje mee te geven.
|
NRC Webpagina's
14 JUNI 2000
|