|
T I T E L : |
Final Destination |
R E G I E : |
James Wong |
M E T : |
Devon Sawa, Kerr Smith, Barbara Tyson, Ali Larter, Tony Todd, Kristen Cloke, Sean William Scott, Chad E. Donella |
In: 75 theaters
Het fatale masterplan van de dood
Door DANA LINSSEN
De dood heeft vele gedaanten,
maar in Final Destination geen man met de zeis, geen schim zonder
schaduw, geen engel der wrake.
In Final Destination moet je je de hele tijd afvragen of de dood toch niet gewoon zoiets als toeval is,
waar je alleen bij toeval aan kunt ontsnappen, maar die uiteindelijk
onontkoombaar is. Een van de meest basale menselijke angsten dus, vooral
als je achttien bent en je je de hele dag onsterfelijk waant.
Debuterend speelfilmregisseur James Wong was als een van de schrijver-
regisseurs betrokken bij de populaire paranoia-televisieserie The X-
Files. In die hoedanigheid was hij samen met Glen Morgan (nu ook co-
scenarist en -producent van Final Destination) verantwoordelijk
voor een aantal van de sterkste afleveringen van de serie. Van
halverwege het tweede seizoen tot het begin van het vierde seizoen
verlieten zij The X-Files voor hun eigen, geflopte
sciencefiction-serie Space: Above and Beyond. Met Final
Destination zijn ze weer terug op bekend terrein: het onbekende op
dit ondermaanse. Maar anders dan in The X-Files proberen Wong en
Morgan nu juist niet uit alle macht complotten te ontrafelen of
mogelijke verklaringen te geven voor het feit dat zes scholieren en hun
lerares op miraculeuze wijze een fataal vliegtuigongeluk overleven.
Even is er een patholoog anatoom die meer van de dood lijkt te weten dan
de doorsnee lijkschouwer. Hij suggereert hoofdpersoon Alex, die in het
schemergebied tussen waken en dromen over mediamieke gaven lijkt te
kunnen beschikken, dat alles in de natuur een patroon volgt en dat ook
de dood zo'n fataal masterplan uitvoert. In de letterlijke race om leven
en dood die dan volgt is alles erop gericht die blauwdruk te ontcijferen
en wellicht te veranderen.
Maar niet de levensbeschouwelijke vragen over toeval en noodlot voeren
de boventoon in Final Destination, maar de angstaanjagend
effectieve manier waarop de dood zijn voorbeschikte pad afwandelt.
Helemaal consequent in zijn uitwerking is de film niet. Z'n sterkste
punt, namelijk dat de dood, of het kwaad zo u wilt, niet wordt
verpersoonlijkt, wordt door wat onduidelijk gewapper van gordijnen, een
terloopse weerspiegeling in het raam of een opmerkelijk vastberaden
toiletreiniger ontkracht. Een film die met het noodlot zelf al de meest
onvoorspelbare troefkaart in handen heeft, hoeft niet nog eens extra
twijfel te zaaien. Al zijn dat onvolkomenheden die je snel weer vergeet
als de dood nu eens bij verrassing, dan weer volgens een schijnbaar
voorspelbaar patroon toeslaat. Dat toeslaan moet heel letterlijk worden
genomen, alle elementen komen eraan te pas: water, vuur, aarde en lucht.
Of beter gezegd: in het geval van verstikking het ontbreken ervan.
Final Destination had niet gemaakt kunnen worden zonder dat de
Scream-trilogie met zijn naar zichzelf en het genre verwijzende
ironie het horrorgenre had geëmancipeerd. Zelfbewuste humor
ontbreekt dan ook niet in deze film. Verfrissend is echter de manier
waarop eng weer gewoon griezelig mag zijn zonder knipoog.
|
NRC Webpagina's
14 JUNI 2000
|