U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.

N R C   H A N D E L S B L A D  -  F I L M  &  V I D E O
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

T I T E L : Pi
R E G I E : Darren Aronofsky
M E T : Sean Gullette, Mark Margolis, Ben Shenkman, Pamela Hart, Stephen Pearlman, Samia Shoaib, Ajay Naidu

In: Kriterion, Amsterdam; Haags Filmhuis

Laag budget grootste verdienste van Darren Aronofsky's debuutfilm in zwart-wit

Wiskundeknobbel leidt tot zware migraine

Door BIANCA STIGTER
De fotografie van Pi is zo zwart-wit dat je er hoofdpijn van krijgt. Het wit verblindt en het zwart zuigt en beide lijken op het jagende ritme van de techno soundtrack almaar meer zichzelf te worden; genoeg om je ogen en je oren te willen sluiten.

De hoofdpersoon van Pi heeft hoofdpijn. Max Cohen (Sean Gullette) lijdt aan de soort die migraine wordt genoemd, een aandoening met een zekere status. Je kunt er beter mee voor de dag komen dan met eczeem of aambeien. Zou het toeval zijn dat Max juist aan deze ziekte lijdt? Max is een geniale wiskundige, en de kwaal lijkt perfect bij zijn beroep en hoe goed hij daarin is te passen. Ook Max' uiterlijk stemt ermee overeen. Hij heeft het hoge voorhoofd en het warrige haar die bij een hoog IQ schijnen te horen. Regisseur Darren Aronofsky legt in Pi zulke verbanden, maar ontmaskert ze eveneens. Dat doet de regisseur vooral door de overtreffende trap op te klimmen. Pi legt nog wel gekkere verbanden dan die tussen ziekte, uiterlijk en intelligentie. In de film draait het om niets minder dan gekte, geld en god, en het is vast geen toeval dat die woorden alledrie met een g beginnen. In Pi bestaat geen toeval. Max brengt het grootste gedeelte van Pi, vernoemd naar het wiskundige symbool met de oneindige reeks cijfers achter de komma, door op zijn kamertje in Chinatown, waar hij een door hem zelf gebouwde computer een patroon wil laten ontdekken in de koersfluctuaties op de beurs. Als zijn computer op een goede dag een merkwaardige reeks van 216 cijfers uitbraakt, gelooft hij dat hij iets op het spoor is. Een firma op Wall Street gelooft dat ook, evenals een groep chassidische joden, die hopen dat Max' formule hen de ware naam van hun god zal openbaren. Zowel de chassieden als de kapitalisten maken jacht op Max, wiens migraine verergert naarmate hij dichter bij de ontrafeling komt van zowel de materiële als de spirituele ordening van het universum. De thriller, het debuut van Aronofsky (New York, 1969), werd voor het belachelijke lage bedrag van 60.000 dollar gemaakt. Het is een bedrag dat tot de verdienste van de film is gaan horen, net als bij het door dezefde maatschappij, Artisan Entertainment, uitgebrachte The Blair Witch Project, dat zijn roem voor een nog groter deel aan de ongebruikelijke prijs-kwaliteit verhouding dankt. Je zou over Pi ook wel willen beweren dat de inventiviteit van de makers door het lage budget is geprikkeld. Maar misschien had Aronofsky met meer geld een nog betere film gemaakt. Desondanks ontleent Pi zijn charme wel eens aan het feit dat je ziet dat het niet veel gekost heeft. Het knapste van de film is misschien wel dat Max' als een niet falatende migraine aanval gefilmde queeste nooit belachelijk wordt, al straft Aronofsky zijn neefje van Frankenstein aan het eind wel voor zijn hoogmoed. Misschien komt dat doordat voor een leek wiskunde en de chaostheorie in Pi net zo'n mystieke hocuspocus zijn als de numerologische bewerking van de torah door de chassieden. Pi is bovendien zo opgezet dat vrijwel zeker is dat sommige gebeurtenissen zich alleen in het gepijnigde hoofd van Max kunnen afspelen. Of zouden ook kale wiskundigen die niet aan migraine lijden in de ondergrondse wel eens een stel hersens tegenkomen?

NRC Webpagina's
7 JUNI 2000


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad