Bob Hoskins
In een reeks portretten van
hedendaagse filmsterren deze week cockney-acteur Bob Hoskins, die in
'Felicia's Journey' van Atom Egoyan weer een innemende sadist speelt.
Door HANS BEEREKAMP
Op Michael Caine na is Bob Hoskins vermoedelijk de meest succesvolle
cockney-acteur uit de filmgeschiedenis. Hoskins vertoont een opvallende
fysieke overeenkomst met de ruim acht jaar jongere drummer, zanger,
songwriter en gelegenheidsacteur Phil Collins, ook al zo'n Londenaar in
de grote wereld, wiens onweerlegbare charme zijn lichamelijke
tekortkomingen meer dan compenseert. Robert Williams Hoskins (Bury St.
Edmunds, 26 oktober 1942), gedrongen, kalend, meestal met een open
overhemd en een iets te krap zittend, protserig jasje, speelt vaak
slechteriken en schlemielen, en toch kun je hem een romantische ster
noemen, of op z'n minst een dromer. Die ambivalentie wordt optimaal
benut door Atom Egoyan in Felicia's Journey, waarin Hoskins'
personage weliswaar heel akelige dingen doet met een onschuldig meisje,
maar toch maar geen lelijk karakter wil krijgen.
Al vanaf zijn eerste grote filmrol, die van een gangster in The Long
Good Friday (John MacKenzie, 1981), kleeft aan Hoskins die
merkwaardige mengeling van gewelddadige tederheid, om niet te zeggen:
innemend sadisme. Het logische vervolg was Hoskins' meest geprezen rol,
van de chauffeur en lijfwacht van een prachtige zwarte call girl in
Mona Lisa (Neil Jordan, 1986). De manier waarop hij naar haar
keek, met bewondering en misprijzen, maar vooral als geboren underdog,
bezorgde Hoskins de acteursprijs in Cannes en een Oscarnominatie, maar
vooral een toegangsbewijs voor Hollywood, ook al had Francis Coppola hem
al twee jaar eerder een kleine rol gegeven in The Cotton Club.
Als privé-detective Eddie Valiant maakte Hoskins in een piepklein
geanimeerd autootje tekenfilmpersonage Jessica Rabbit het hof in Who
Framed Roger Rabbit? (Robert Zemeckis, 1988) en hij was een
loodgieter in de live-actionfilm gebaseerd op het Nintendospelletje
Super Mario Bros. (1993). Producent Steven Spielberg maakte een
bebrilde piraat van Hoskins in Hook (1991), maar hij speelde ook
historische schurken die eerder vertederen dan angst inboezemen: FBI-
chef Edgar J. Hoover in Nixon (Oliver Stone, 1995) en Benito
Mussolini in de tv-serie The Rise and Fall of il Duce (1985). Net
als collega Caine doet Hoskins veel rollen om de rekeningen te betalen,
maar je zult hem zelden zien schmieren. Vóór zijn
filmdebuut in The National Health (1973) en zijn eerste
internationale roem door de hoofdrol in Dennis Potters televisieserie
Pennies from Heaven was Hoskins al een vooraanstaand
theateracteur bij The Royal Shakespeare Company en The National Theatre.
Zou er een beeldregistratie bestaan van zijn vertolking van Richard III
als jeune premier? Het zou Hoskins' latere verkenningen van de
ambivalentie van het Kwaad wel eens in een verrassend licht kunnen
plaatsen.