|
T I T E L : |
Terminus Paradis |
R E G I E : |
Lucian Pintilíe |
M E T : |
Costel Cascaval, Dorina Chiriac, Doru Ana, Gheorghe Visu, Victor Rebengiuc, Razvan Vasilescu, Dan Tudor |
In: Rialto, Amsterdam; Haags Filmhuis; 't Hoogt, Utrecht
Rammelen als een oude vrachtwagen
Door DANA LINSSEN
De Roemeense regisseur Lucian
Pintilíe had zijn meest recente film ook wel 'De idioot' willen
noemen, omdat de hoofdpersoon van Terminus Paradis een van die
nonconformistische tragische dwazen is.
En net als de titelfiguur uit Dostojevski's Idioot leiden zijn kinderlijke onschuld en zijn
gevaarlijke naïviteit hem uiteindelijk naar een vorm van
verlossing.
Terminus Paradis is de vierde film die Pintilíe in de
jaren negentig van de voorbije eeuw in zijn geboorteland draaide, na
zeventien jaar in Frankrijk in ballingschap geleefd te hebben, waar hij
naam maakte als opera- en theaterregisseur. Van zijn films uit het post-
Ceausescu tijdperk werden Le chne en Un éte
inoubliable in Nederland gedistribueerd, films waarin de
ontreddering van de Roemeense maatschappij na de val van Ceausescu het
voornaamste thema was. In Terminus Paradis is ondanks z'n
luchthartige stijl en romantische liefdesgeschiedenis die het hart van
de film vormt, het hedendaagse Roemenië niet minder uit het lood
geslagen. Van de openingsscène waarin politie en leger jacht
maken op een voortvluchtige man, tot de snackbars langs de onverharde
doorgangswegen - die niet veel meer in voorraad hebben dan huisgemaakte
gehaktballen, ingelegde kool en een armetierig rijtje flesjes lauwe cola
van verlopen datum - is Terminus Paradis tragikomisch en
onmiskenbaar Roemeens. Dat dat niet tot een veredelde vorm van aapjes
kijken naar een ondoorgrondelijk en corrupt land leidt, komt
waarschijnlijk omdat Pintilíe zelf ook met de ogen van een
buitenstaander naar zijn eigen land is gaan kijken. En zo krijgt
bijvoorbeeld het verkeer, van afgekeurde vrachtwagens die op een rokerig
mengsel van benzine en water rijden tot zelf geassembleerde auto's en
huifkarren met schrale paarden ervoor, bij Pintilíe een rol in
zijn verhaal.
In Terminus Paradis ontmoeten de jonge varkenshoeder Miti en de
brutale opportuniste Norica elkaar, daags voordat Miti voor twee jaar in
militaire dienst moet. Norica wacht op de bus, Miti drinkt in rap tempo
een fles aardappelwodka leeg op een terrasje, en tussen de voortrazende
auto's, die als montageschnitts het beeld manipuleren, wenkt en lonkt
hij net zolang naar haar tot zij voor altijd voor hem valt. Maar dan
moet Miti nog de strijd met het bureaucratische leger en zijn familie
aan en Norica met haar overlevingsinstinct dat zegt dat zij beter met de
vadsige snackbarhouder Gili kan trouwen.
Terminus Paradis is een hele ontwapenende film, voornamelijk door
de aanwezigheid van z'n twee jonge hoofdrolspelers. Om hun 'amour fou'
te verbeelden haalt Pintilíe veel stijlmiddelen uit de kast: een
beschouwende voice over, een complete familie die spontaan uitbarst in
een Roemeense rap, nu eens een realistische cameravoering, dan weer een
kitscherige landschapsfotografie.
Wat dat betreft lijkt hij nog het meeste op een van die voertuigen die
op de Roemeense wegen rijden, ze zien er niet altijd even betrouwbaar
uit, zijn uit veel losse onderdelen samengesteld, rammelen meestal een
beetje. Maar ze doen het. En je haalt er de laatste halte mee. En dan
heeft de reisleider je het paradijs belooft, maar ben je onderweg
vergeten je te realiseren dat als het paradijs een eindpunt is, dat dat
dan helemaal niet zo hoopvol is.
|
NRC Webpagina's
24 MEI 2000
|