|
T I T E L : |
Jacky |
R E G I E : |
Fow Pyng Hu en Brat Ljatifi |
M E T : |
Fow Pyng Hu, Eveline Wu, Gary Guo, Xuan Wei Zhou, Ad van Kempen |
Het Ketelhuis en Rialto, Amsterdam; Plaza Futura, Eindhoven
Het drama van de tussenmomenten
Door HANS BEEREKAMP
Het zou een misverstand zijn te
denken dat Jacky een speelfilm is over de ongemakkelijke positie
van Chinezen in Nederland.
Dat de meeste personages Nederlandse Chinezen zijn, net als een van beide regisseurs, die ook nog eens de
titelrol speelt, is volgens Fow Pyng Hu alleen maar omdat hij die mensen
en situaties het beste kent. Op een heel klein rolletje van Ad van
Kempen als een makelaar na, worden alle personages vertolkt door
amateurs. Sommigen van hen, zoals de zanger Gary Guo en Xuan Wei Zhou
als Jacky's moeder spelen bovendien personages die op henzelf lijken.
De in Eindhoven geboren Fow Pyng Hu en de oorspronkelijk Kroatische Brat
Ljatifi kennen elkaar van de opleiding audiovisuele vormgeving aan de
Rietveldacademie. Voor hun eerste speelfilm kozen ze een ongemakkelijke
vorm, die zelfs bij de opnamen de crew zwaar viel. Dramatische
situaties worden zo veel mogelijk vermeden; als de in China door zijn
familie bestelde bruid van Jacky, een jonge treinsteward, op Schiphol
aankomt, slaat de film de eerste ontmoeting gewoon over. In plaats
daarvan zien we ze samen in een taxi zitten, ongemakkelijk zwijgend, en
nog stroever communicerend met de chauffeur. Steeds kiest de film voor
het drama van tussenmomenten, die ook nog eens statisch gefilmd worden,
zonder de bekende sturingsmechanismen van cameravoering of montage.
Daardoor wordt een ongewone, bijna explosieve spanning voelbaar, en
gaat de toeschouwer soms bijna denken dat hij naar een uit willekeurige
momenten opgebouwde documentaire kijkt.
Die vorm maakt Jacky tot een fascinerend en weerbarstig
experiment, ongelijk aan enige andere Nederlandse speelfilm. Je zou
heel in de verte de vergelijking kunnen maken met de spanning die de
Taiwanese regisseur Tsai Ming-liang (Vive l'amour, The
River) weet te putten uit net zulke vacuum-momenten. Misschien is
Jacky toch wel een film over Chinese zwijgzaamheid, over de woede
en onmacht die wellicht schuil gaan achter uiterlijke aangepastheid en
conformisme. Er schuurt iets aan het traditionalisme en de
vriendelijkheid van de personages, en dat probleem wordt niet uitgelegd
in dialogen, zelfs niet in visuele symbolen, maar alleen maar door het
breeduit, ongecondenseerd en onverfraaid te laten zien. Wie vindt dat
een speelfilm drama moet bevatten, laat staan wie vindt dat een
speelfilm aan bepaalde dramatische wetten moet voldoen, zal Jacky
een saaie, zelfs een pijnlijk mislukte film vinden. De
selectiecommissie van het filmfestival van Cannes wist wel beter, en
nodigde Jacky uit voor de sectie Un certain regard. Het feit dat
geen enkele andere Nederlandse film dit jaar die eer ten deel viel,
geeft stof tot nadenken over de prioriteiten die in Nederland gesteld
worden bij de speelfilmproductie. In Cannes speelt de publieksfactor
net zo'n bescheiden rol bij de beoordeling van de kwaliteit van films
als bij de regisseurs Fow en Ljatifi, en bij hun producenten, Frans van
Gestel en Jeroen Beker (Motel Films). Dat is in het huidige Nederlandse
filmbeleid meer dan ooit een tegendraadse opvatting geworden, die
aanmoediging door vooraanstaande internationale festivals goed
gebruiken kan.
|
NRC Webpagina's
10 MEI 2000
|