|
T I T E L : |
Ratcatcher |
R E G I E : |
Lynne Ramsay |
M E T : |
William Eadie, Lynne Ramsay jr., Leanne Mullen, John Miller, Tommy Flanagan, Mandy Matthews |
In: Kriterion, Amsterdam; Lantaren/Venster, Rotterdam; Haags Filmhuis
Een visioen en tegelijkertijd de
werkelijkheid
Door BIANCA STIGTER
In haar speelfilmdebuut
Ratcatcher zet Lynne Ramsay je steeds op het verkeerde
been. De zelfverzekerde, dromerige film speelt zich af in een
arbeiderswijk in een zomer in de jaren zeventig.
De vuilnismannen staken en de toch al vervallen buurt stapelt het vuil zich hoog op. De ratten
vermeerderen zich snel. Toch is Ramsay, die met haar korte films al twee
keer prijzen won op het filmfestival van Cannes, er niet alleen op uit
de ellende van deze plek te tonen. De 29-jarige regisseur, die zelf in
Glasgow opgroeide, zoekt in het vuil vaak naar poëzie. Lyrisch
filmt ze vergeelde vitrage, aftandse straten en een drabbig, groen-
bruin kanaal. Maar Ramsay is niet zo verwaten dat ze het daarbij laat.
Ze filmt ook indringend een korenveld, zwelgt in de gouden gloed, laat
het doorgaan tot de horizon. Dat korenveld is visoen en werkelijkheid
tegelijk. Het is het uitzicht uit het raam van een huis in een
nieuwbouwwijk, waar een paar fortuinlijke families misschien naar mogen
verhuizen. Het is Ramsay's hoofdrolspeler James, een jongen van een jaar
of twaalf, die van dit korenveld droomt. Het is een voorstelbare droom,
maar veel andere dingen aan James zijn onverwacht. James zit met een
iets ouder meisje dat hij wel aardig vindt bij een kanaal. Nog oudere
jongens hebben haar bril afgepakt en het meisje kan bijna niets meer
zien. James ziet de bril in het water liggen.Maar hij geeft hem haar
niet. Een iets jonger vriendje van James heeft een witte muis. De grote
jongens pakken hem af. James geeft hem terug. Even later is de muis
vastgebonden aan een ballon en vliegt hij de lucht in. Het vriendje doet
het opeens zelf, en James houdt hem nu weer niet tegen. Al helemaal aan
het begin van de film heeft Ramsay een scène ingelast die je als
een verklaring voor James' gedrag zou kunnen zien. Een vriendje van hem
is in het kanaal verdronken. James was erbij, maar dat vertelt hij aan
niemand. Maar zo'n heftige gebeurtenis is eigenlijk niet eens nodig om
je in James te kunnen verplaatsen, in zijn maar half door bewuste
motieven gestuurde gedrag, in zijn nergens uitgekristalliseerde wreed-
en tederheid. Misschien hoort die grilligheid bij kind zijn. Misschien
blijft het later zo.
Onverwacht teder is de scène waarin James op de uitkijk moet
staan als de oudere jongens het meisje zonder bril een voor een te
grazen nemen. Als ze klaar zijn, mag of moet hij ook even. Als een dun
dekentje ligt hij op haar.
De dood van het jongetje aan het begin van de film krijgt een echo als
de domme vader van James een ander kind uit het kanaal redt. James
verafschuwt zijn vader, die drinkt, rookt en naar voetbal kijkt, en
Ramsay, die alles filmt vanuit James' perspectief, lijkt dat ook te
doen. Maar ze laat toch genoeg ruimte over om naar eenzelfde close-up
van een film over die vader te verlangen. |
NRC Webpagina's
26 APRIL 2000
|