|
T I T E L : |
Erin Brockovich |
R E G I E : |
Steven Soderbergh |
M E T : |
Julia Roberts, Albert Finney, Aaron Eckhart, Marg Helgenberger, Cherry Jones, Peter Coyote, Scotty Leavenworth |
In: 85 theaters
Nobele Roberts is een tikje vulgair
Door DANA LINSSEN
Bij het zien van Out of
Sight werd ik verliefd op het zonlicht op de wangen van George
Clooney. Het lijkt een futiel detail maar bij Steven Soderberghs
nieuwste film Erin Brockovich (gemaakt na de misdaadfilm The
Limey, die hier in Nederland pas later uitkomt) overkwam me
hetzelfde met de borsten van Julia Roberts.
Niet door hun parmantige aanwezigheid in tal van sexy shirtjes en hesjes, of omdat ze in de film
zelf al relativerend 'het geheime wapen' van de hoofdpersoon worden
genoemd. Maar door de manier waarop Roberts' boezem, ordinair opgestuwd,
steeds onder de zongebruinde schmink een randje bikiniwit prijsgeeft.
Dat ontwapent, maar het is ook een detail dat veel vertelt over deze
Erin Brockovich, tweemaal gescheiden, alleenstaand en drie jonge
kinderen. Ze is zelfbewust, zit ondanks sociale tegenslagen lekker in
haar vel en blijft de hele film lang dat tikje vulgair dat haar als
strijdster tegen onrecht geloofwaardig houdt. Haar missie is oprecht.
Deels zelfzuchtig, want ze geeft toe aan haar werk ook waardigheid te
ontlenen. Maar ze hoeft er geen bescháving aan over te houden,
want de bedrieglijkheid van dat vernisje draagt ze al de hele film op
haar borst.
Erin Brockovich is gebaseerd op de ware geschiedenis van een
onontwikkelde, maar gedreven Californische vrouw die een grootscheeps
grondwatervervuilingsschandaal op het spoor komt. Samen met een
cynische, gedesillusioneerde advocaat bindt zij de strijd aan met het
verantwoordelijke chemieconcern.
Soderbergh verfilmde dit door scenarioschrijfster Susannah Grant (ook
verantwoordelijk voor de jeugdserie Party of Five, waarin geen
enkel verdriet of taboe wordt geschuwd) nogal sentimenteel
gestructureerde gegeven op een aangenaam nonchalante manier. Zijn losse
cameravoering moet aan de film een documentair tintje meegeven. Dat doet
hier en daar wat maniëristisch aan, maar geeft volop ruimte voor
het verdienstelijke spel van Roberts en de ingehouden typeringen van
veteraan Albert Finney als de uitgebluste advocaat.
Gespeeld wordt er ook met traditionele clichés. Van de legal
thriller (zal de eerlijke burger zegevieren over het corrupte
grootkapitaal? En vooral hóe?), maar ook die van de hardwerkende
kostwinner en het verwaarloosde thuisfront. De stereotiepe rolpatronen
worden hardhandig omgedraaid. Zo is Roberts' love interest en
instant oppas voor haar kinderen een zachtmoedige Harley Davidson-
fanaat. Voor werkende moeders zullen de schuldgevoelens en het
persistente arbeidsethos van Brockovich zowel afgrijzen als herkenning
teweegbrengen.
Maar waar de details van de film bewondering oproepen, wekt het geheel
teveel de indruk louter een sterverhikel voor Julia Roberts te zijn.
Alsof niet de ware geschiedenis van Erin Brockovich ertoe doet, maar de
manier waarop de Hollywoodster mag tobben, vechten en pleiten. De
relevantie daarvan voor het filmverhaal als geheel blijft gering.
|
NRC Webpagina's
26 APRIL 2000
|