|
T I T E L : |
De fûke |
R E G I E : |
Steven de Jong |
M E T : |
Rense Westra, Peter Tuinman, Joop Wittermans, Hilly Harms, Syb van der Ploeg, Hidde Maas, Steven de Jong |
In: Leeuwarden, Drachten, Sneek, Heerenveen, Dokkum, Steenwijk, Groningen
Friese speelfilm mist ambities over de grens
heen
Door GERWIN TAMSMA
De fûke, de
tweede film van producent, televisieregisseur en acteur Steven de Jong
(1962), die het vak leerde bij series als Onderweg naar morgen en
Westenwind, is in alle opzichten Fries. Evenals De Jongs
(video)film De gouden swipe, die drie jaar geleden in een
eindeloze ronde langs gymnastiekhallen en dorpshuizen liefst 40.000
Friezen trok, is De fûke (de fuik) gebaseerd op een bekend
Fries boek (uit 1966), en met voornamelijk Friese medewerkers
gerealiseerd.
Ook andere Friese kenmerken zijn op De fûke van toepassing:
sober, rechtlijnig, zonder poespas gemaakt, en onmiskenbaar geworteld in
de lokale traditie, waar de film consistentie, herkenbaarheid en een
gevoel van zekerheid over hoe de dingen waren aan ontleent, ondanks het
ontbreken van een meeromvattende visie van de regisseur. Men kan ook
zeggen: bescheiden, onhandig, en alleen op regionaal niveau ambitieus.
De fûke speelt in de oorlogsjaren - in 'Nederlandse'
speelfilms nauwelijks meer een onderwerp. In het arme lage midden van
Friesland woont binnenvisser Jelle Hûn (Rense Westra) aan de rand
van het Tjeukemeer. Zoon Germ (een rol van De Jong zelf) is actief in
het verzet. Hij wordt bij een wapendropping betrapt door de Duitsers.
Als gevolg daarvan wordt ook Jelle opgepakt, ondervraagd en overgedragen
aan de SD, waar een collaborerende Friese rechercheur (Peter Tuinman)
hem 'namen' probeert te ontfutselen. Ondertussen weet Jelle niet wat er
met zijn geliefde zoon gebeurd is.
Dit ongeacht het waarheidsgehalte clichématige verhaal is niet
overal goed uitgewerkt. Zo komt het centrale dilemma of Jelle namen zal
noemen in een poging zijn zoon te redden, niet uit de verf. Rense
Westra, die ook al de hoofdrol had in De gouden swipe, werkt hard
maar het resultaat is toneelmatig. Peter Tuinman, 'de Friese
Gérard Depardieu', redt zich veel beter met zijn kleinere rol.
De dialogen bevatten goed getroffen Friese eigenaardigheden, zoals het
niet terugdeinzen voor het gebruik van het pejoratieve 'jodintsje'. Daar
staan dieptepunten tegenover als het volledig uitleggen van de
constatering dat Jelle 'een Domela-man' is. Dat is jammer omdat dat
gegeven zo aardig verwijst naar de eerste Friestalige speelfilm, De
dream van Pieter Verhoeff uit 1985. De ongelukkig getrouwde visser
Jelle die betrokken was bij het socialistisch-anarchisme, is in zijn
afkeer van elk gezag verbonden met het karakter dat Tuinman in De
dream speelde. Andere aanmerkingen, zoals de ongeïnspireerde
fotografie, idiote inzoom-effecten en overbodige flashbacks, zullen
hopelijk niet verhinderen dat veel Friezen de film zullen gaan zien. Het
is bovenal te hopen dat een volgende Friese speelfilm niet alleen zomaar
een bekend verhaal wil vertellen, maar wil onderzoeken, prikkelen en ook
buiten Friesland volle zalen kan trekken.
|
NRC Webpagina's
19 APRIL 2000
|