|
T I T E L : |
Any Given Sunday |
R E G I E : |
Oliver Stone |
M E T : |
Al Pacino, Cameron Diaz, Jamie Foxx, Dennis Quaid, James Woods, Matthew Modine, Ann-Margret, Charlton Heston, LL Cool J, Aaron Eckhart, Lauren Holly, John C. McGinley, Elizabeth Berkley, Jim Brown, Lawrence Taylor, Oliver Stone |
In: 27 theaters
Football als metafoor van samenleving
Door HANS BEEREKAMP
De bal is niet rond bij American
football, dus bedienen sportcommentatoren zich in de Orange Bowl van
andere clichés, zoals: "Any given Sunday anything can happen".
Regisseur Oliver Stone speelt zelf zo'n reporter in een fel gekleurd
jasje in zijn twee en een half uur durende film Any Given Sunday,
een overrompelende kaleidoscoop van beelden en geluiden in en buiten het
stadion. Er kwamen maar liefst vier editors te pas aan de wervelende
montage van een film die niet alleen over een spectaculaire sport gaat.
De tegenstelling tussen een ouderwetse coach (Al Pacino) en de jonge
eigenaresse (Cameron Diaz) van zijn fictieve team, de Miami Sharks,
staat immers ook voor de verwarring in de hele Amerikaanse samenleving:
in hoeverre zijn Amerikaanse tradities en rituelen nog bestand tegen
nieuwe waarden, zoals het optimaliseren van de winst door big
business? Is er, zoals Pacino beweert, 'iets dat belangrijker is dan
winnen'? In het gecompliceerde scenario van Any Given Sunday zijn
het de vrouwen die het verst gaan in de puur materialistische
benadering. Niemand minder dan de conservatieve Republikein Charlton
Heston speelt de deus ex machina, de voorzitter van de sportbond, die
Diaz weet af te stoppen in haar winstbejag. Het kan geen toeval zijn dat
de liberaal Stone eerder Heston laat zien in een fragment uit Ben
Hur, in een listige montage verweven met de moderne slavenhandel in
zwarte topspelers.
Stone lijkt niet goed meer te weten of hij nu heimwee moet hebben naar
het Amerika van zijn vader (op wie de effectenhandelaar in Wall
Street gebaseerd was) of de chaos en volatiliteit van het heden moet
omarmen. Die tegenstelling krijgt ook briljant gestalte in de vormgeving
van Any Given Sunday, net als Stone's U-Turn en Natural
Born Killers wankelend tussen het ritme van videoclip, televisie en
digitale cameravoering en meer traditionele epiek.
Any Given Sunday begint en eindigt met een lange rapsodie van
wedstrijdbeelden, die ook voor wie niets begrijpt van American football,
enerverende, spannende cinema oplevert. Maar de hele film door valt er
steeds iets te beleven, op de geluidsband door de confrontatie van
allerlei muzikale subculturen, en in beeld door het soms heel terloops
alleen visueel loslaten van informatie. Stone doet met zijn film voor
football wat Scorsese deed voor de maffia in GoodFellas en
Casino, en Altman voor country-muziek in Nashville: een
filmmonument oprichten, dat niet alleen aantrekkelijk is voor de kenners
en liefhebbers van zo'n specifiek stukje Amerikaanse mannencultuur.
De vrouwen mogen van Stone dan de schurkenrol toebedeeld krijgen,
misschien krijgen juist daarom de actrices de kans te excelleren. De
neergang van de geblesseerde veteraan Dennis Quaid valt niet af te lezen
aan zijn eigen gezicht, maar aan dat van zijn vrouw (Lauren Holly) op de
tribune, doodsbang dat ze haar welstand zal verliezen. En Ann-Margret is
schitterend als alcoholistische weduwe.
|
NRC Webpagina's
12 APRIL 2000
|