|
T I T E L : |
Les diseurs de vérité |
R E G I E : |
Karim Traïda |
M E T : |
Agoumi, Monic Hendrickx, Jaap Spijkers |
In: Het Ketelhuis, Amsterdam; Chassé, Breda; Toneelschuur, Haarlem; Lantaren, Rotterdam
Pathos in portret van Algerijnse journalist
Door RAYMOND VAN DEN BOOGAARD
Er is voor de kunstenaar geen
moeilijker opdracht dan de verbeelding van een drama waarbij hij zelf
intiem betrokken is, en dat bovendien een peilloze catastrofe vormt. Dan
ligt al vlug pathos op de loer.
De Nederlands-Algerijnse filmer Karim Traïda, bekend van De Poolse bruid, heeft in Les Diseurs
de vérité het drama van Algerijnse intellectuelen
willen schilderen, die zich geconfronteerd zien met een onmogelijke
keuze: een leven in angst of de dood door het mes of de kogel. De film
heeft zeker grote verdiensten: de angst is voelbaar. Maar aan hinderlijk
pathos is Traïda in zijn tweede film helaas niet ontkomen.
De Algerijnse acteur Agoumi speelt de journalist Sahafi', die in het
licht van anonieme bedreigingen tegen zijn persoon de ramen van zijn
huis in Algiers heeft dichtgespijkerd, zijn gezin naar elders gestuurd,
en die elke keer als hij van zijn huis naar de redactie van de krant
gaat, eerst de straat afspeurt naar de mogelijke aanwezigheid van zijn
moordenaar. De perversiteit van de Algerijnse situatie weet Traïda
krachtig te verbeelden. Vrienden wantrouwen vrienden, broers zien in
broers hun moordenaar. Wel is de schildering van de Algerijnse situatie
zeer eenzijdig gericht op de situatie van intellectuelen en hun
favoriete theorie: dat de aanslagen aan bewapende fundamentalisten
worden toegeschreven, maar in werkelijkheid door het leger worden
gepleegd of geïnitieerd. De gekeelde dorpelingen, die het merendeel
van de slachtoffers van het geweld in Algerije uitmaken, spelen in de
film geen rol. Dit gebrek aan context maakt van de film een zeer
declaratoir geheel, zonder adempauzes voor de kijker. Bijna elk gebaar,
elke blik van Agoumi heeft een lading van zwaar lijden, cynisme of
symboliek, en Agoumi is vrijwel voortdurend in beeld. De kennelijk als
intermezzo gedachte scenes met Jaap Spijkers en Monic Hendrickx - een
vreemdelingenverhoor in Nederland - zijn te ongeloofwaardig, zoniet
potsierlijk om soelaas te bieden.
|
NRC Webpagina's
5 APRIL 2000
|