|
T I T E L : |
16e Festival van de Fantastische Film |
6 t/m 13 april in Kriterion, Bellevue Cinerama en Paradiso, Amsterdam. Informatie en reserveringen: (020) 6231708. Website: www.fff2000.nl
T I T E L : |
Cine Fantastico |
|
Spaanse Horror & Fantasyfilms |
13 april t/m 3 mei in Melkweg Cinema, Amsterdam. Informatie en reserveringen: (020) 5318181. Website: www.melkweg.nl
Festival fantastische film ontdekt Spaanse meesters
Door DANA LINSSEN
Griezelen en gruwen, gillen en
giechelen, dat zijn grofweg samengevat de sensaties die je kunt
verwachten bij het bekijken van een horrorfilm.
Maar een brok uit je keel wegslikken? Toch was dat precies wat mij overkwam aan het einde van
Tras el cristal (In a Glass Cage) uit 1985 van de jonge
Spaanse regisseur Agustín Villaronga. Het is een van de tien
films die tijdens het komende 16e Festival van de Fantastische Film in
het Kriterion-theater in Amsterdam te zien is in een speciaal
themaprogramma over de Spaanse genrefilm. Hoewel de Italiaanse horror-
en exploitatieproductie in Nederland in de voetsporen van grootmeester
Dario Argento redelijk bekend werd, is de genrefilmproductie uit Spanje
hier nog een onontgonnen terrein. Enige bekendheid verwierf Alex
de la Iglesia (Perdita Durango), die met zijn debuutfilm
Acción Mutante in 1993 en zijn cartooneske horror een
impuls gaf aan de huidige bloei van het genre in Spanje. Hoewel Tras
el cristal dus al wat ouder is, is hij wel representatief voor de
gestileerde en lugubere atmosfeer die de meeste hedendaagse Spaanse
horrorfilms kenmerkt. Psychologische horror zou je het kunnen noemen,
als het niet zo ijzingwekkend precies was in het verbeelden van zijn
gruwelen. Het zijn films die hun spanning tergend langzaam opbouwen,
zodat schaduwen even angstaanjagend worden als de gemuteerde monsters
uit de hedendaagse horror. Tras el cristal vertelt de weinig
opwekkende geschiedenis van de voormalige kampbeul Klaus, die na een
ongeluk in een ijzeren long ligt en geterroriseerd wordt door zijn
mysterieuze verzorger Angelo. De film is bijna ondragelijk, de mix van
nazisme, homofilie en sadisme op z'n minst controversieel, de belichting
daarentegen weer van een expressionistische schoonheid. Maar de
ontroering aan het einde, ligt in de eenvoudige boodschap dat sadisten
monsters voortbrengen en dat als je kinderen hun onschuld afneemt, dat
je dan tirannen opvoedt. Dan geeft een hardcore griezelfilm
opeens stem aan een werkelijk ontheemde generatie. Of het nou de
gevolgen zijn van 40 jaar Franco-dictatuur, zoals de festivalkrant
betoogt, of dat die eigenaardige mix van religie, kastijding,
bovennatuurlijke verschijnselen en onderbewuste woelingen in de Spaanse
cultuur geworteld is, feit is dat de veel van de hedendaagse Spaanse
horrorfilms zowel de grenzen beproeven van wat een toeschouwer nog kan
(of wil) zien, als zich stilistisch kunnen meten met de meest
vooraanstaande kunstzinnige films. Die combinatie schept aangename
ontregeling en dwingt de toeschouwer ook zijn eigen grenzen onder ogen
te zien. Te ver ging wat mij betreft het necrofiele Aftermath
(Nacho Cerdá), dat in zijn gedetailleerde ernst (en ondanks z'n
opeens weer erg geestige einde) te weinig lucht in de esthetisch
georkestreerd bloedstromen bood. Aftermath maakt deel uit van een
programma met korte films waarin het macabere Abuelitos
(Francisco Plaza), in al z'n naargeestige schoonheid een klein pareltje
is.
Klassiekers zijn er ook. The Awful Dr. Orlof (Jesús
Franco, 1962) is een stijlvolle zwartwitfilm waarin een geschifte
geleerde jonge vrouwen vermoordt om zijn verminkte dochter een nieuw
gezicht te kunnen geven. Terwijl Franco enige internationale bekendheid
geniet is Narciso Ibáñez Serrador echt een ontdekking van
het festival. Zijn La residencia (The Boarding School,
1969) en Quién puede matar a un niño? (Who Could
Kill a Child? 1975) verbinden onderhuidse kritiek op het Franco-
regime met traditionele gruwel- en thrillereffecten. Voor wie dan nog
niet genoeg heeft van wat Spanje op genregebied heeft voortgebracht, kan
aansluitend aan het festival terecht in de Amsterdamse Melkweg.
Tempelierszombies, lesbische vampiers en moordzuchtige psychopaten in
allerlei gedaanten figureren in de daar vertoonde vergeten Spaanse
exploitatie-meesterwerkjes.
Het 16e Festival van de Fantastische Film is de opvolger van The Weekend
of Terror (dat twee maal eerder tot een week fantastische films werd
uitgebreid), een jaarlijks filmfeest voor liefhebbers van horror-,
sciencefiction-, en fantasyfilms. De nu in het festival
geïncorporeerde Night of Terror - waarvoor overigens nog kaarten
verkrijgbaar zijn - biedt vier films, waarvan House on Haunted
Hill (William Malone) en Scream 3 (Wes Craven) al verzekerd
zijn van een Nederlandse bioscooppremière. Pitch Black
(David Twohy en From Dusk Till Dawn 3: The Hangman's Daughter
(Paul J. Pesce) zijn ook nog in de gewone programmering van het festival
te zien.
De 21 films uit het premièreprogramma beogen een representatieve
selectie uit recente 'fantastische' films te zijn. Dit hoofdprogramma
omvat grote, in de schaduw van Hollywood geproduceerde titels als
Sleepy Hollow van Tim Burton (aan wie het festival ook een
retrospectief wijdt), PI (Darren Aronofsky), American
Psycho (Mary Harron) en Stigmata (Rupert Wainwright).
Oudgediende Dario Argento keert terug met Il fantasma dell'opera
(The Phantom of the Opera) en van Troma-voorman Lloyd Kaufman
wordt Terror Firmer vertoond. Nieuwsgierig maken voorts drie
Deense films, die na Ole Borndals Nattevagten uit 1995 (vorig
jaar door hemzelf van een Hollywood-remake voorzien) wellicht een Deense
new wave inluiden.
|
NRC Webpagina's
29 MAART 2000
|