|
T I T E L : |
Emporte-moi |
R E G I E : |
Léa Pool |
M E T : |
Karine Vanasse, Alexander Mérineau, Pascale Bussières, Miki Manojlovic, Charlotte Christeler, Nancy Huston |
In: Desmet, Amsterdam; Lantaren/Venster, Rotterdam; Haags Filmhuis
Een opstandig buitenbeentje
Door BIANCA STIGTER
In de Canadese speelfilm
Emporte-moi van de in Zwitserland geboren regisseur Léa
Pool raakt een jong meisje in het Montreal van begin jaren zestig
verkikkerd op de Franse actrice Anna Karina.
Ze ziet haar op een
verloren middag in Vivre sa vie van Jean-Luc Godard en dan gaat
ze steeds weer terug om naar haar te kijken. Karina sluipt ook de rest
van Hanna's leven binnen. Haar lerares lijkt op haar, en ze begint zich
zelf ook een beetje als Karina te gedragen, of als het personage dat de
Franse schoonheid speelt. Ze loopt door Montreals rosse buurt en ze gaat
zelfs zo ver dat ze met een klant in een hotelkamer belandt. Zo groot is
de macht van film in Pools visie dat Karina als hoer in haar eentje
glamoureus kan maken wat de dertienjarige Hanna tot dan toe alleen als
iets afschrikwekkends kan hebben begrepen. Aan het eind van de film
heeft Hanna geleerd dat het niet Anna Karina was die haar zo magisch in
de greep had, maar het medium. En ze gaat zelf door een lens kijken.
De op Pools eigen leven geïnspireerde film, haar zesde speelfilm,
laat af en toe machtig zien hoe dertien zijn kan zijn. Emporte-
moi is een klassiek puberteitsverhaal, en Pool heeft de lef om ook
dingen te tonen die niet geruststellen. Zo laat ze Hanna door een bakker
betast worden en het meisje na afloop meer brood meenemen dan waarvoor
ze betaald had. In Karine Vanasse vond Pool een actrice die als het
opstandige buitenbeentje Hanna mooi van de ene emotie in de andere kan
swingen. Ze geeft haar het gezicht van een clowntje dat ook ontroerend
kan zijn.
Hanna heeft in het Montreal van begin jaren zestig moeilijkheden genoeg.
Haar joodse vader is een niet gepubliceerde schrijver die zichzelf te
goed voelt voor een gewoon baantje, haar katholieke moeder is zwak en
depressief maar verdient wel de kost en tikt 's avonds de nieuwe
gedichten van haar man uit. Pool weet het zo te filmen dat het
onvermijdelijk is dat de dochter hartstochtelijk partij kiest voor de
moeder, maar dat de kijker dat niet doet. Ook de vader blijft
sympathiek. Door het verhaal is dan ook nog een broer, een vriendinnetje
dat door beide kinderen gekust wordt, een grootmoeder en een lommerd
gestrooid. Af en toe ziet Hanna dingen die ze niet meteen kan
thuisbrengen, zoals een man die op een fiets voor de armoedige flat waar
ze woont almaar rondjes draait. Misschien zal ze die zich later nog
beter herinneren dan Anna Karina.
|
NRC Webpagina's
22 MAART 2000
|